Op 22 juli 2011, op dezelfde dag dat de bomaanslag in Oslo plaatsvond, waren op Utøya tussen de 500 en 700 jongeren aanwezig voor een jaarlijks politiek zomerkamp van de sociaaldemocratische Noorse Arbeiderspartij. Op die dag schoot Anders Behring Breivik, vermomd als politiemedewerker, 69 jongeren dood.
Gewapend met een pistool en geweer presenteerde Breivik zich als een politieagent die naar het eiland was gekomen om te controleren of alles in orde was na de bomaanslag. Hij begon zich methodisch door Utoya te bewegen en slachtoffers te doden. Aan sommigen zei hij dat hij was gestuurd om te helpen voordat hij ze neerschot. Anderen schoot hij neer toen ze deden alsof ze dood waren. "Je gaat vandaag dood, marxisten," riep hij naar verluidt.
Het aantal dodelijke slachtoffers van beide aanslagen liep uiteindelijk op tot 77.
Na de aanslagen zijn er verschillende donaties gedaan aan AUF voor het herstel van het eiland. Een aantal van de gebouwen is vanaf 2016 gesloopt. Er is sinds die tijd enige onenigheid tussen AUF en de slachtoffers dan wel nabestaanden. Terwijl AUF van plan was om het eiland snel weer op te bouwen om terug te kunnen keren, wilden anderen het eiland uitsluitend behouden als gedenkteken voor de slachtoffers.
De gedenkplaats op het eiland heet Lysninga en ligt op het hoogste punt van het eiland. Het werd onthuld in de zomer van 2015. Een onderdeel van de gedenkplaats is een ring van staal die tussen bomen in hangt; hier zijn de namen en leeftijden van de slachtoffers in gegraveerd.
Breivik probeert nu de rechten van een film en boek over zijn leven te verkopen voor 8 miljoen euro. De inmiddels 42-achtige Noor heeft 20 brieven gestuurd naar filmmakers waarin hij hen vraagt om tegen forse betaling zijn verhaal opnieuw te vertellen.
Breivik, tegenwoordig Fjotolf Hansen aangezien hij zijn naam liet wijzigen (Oslo, 13 februari 1979), is de dader van de aanslagen in Noorwegen in 2011. Hij werd veroordeeld voor meervoudige moord en terrorisme.
Op 24 augustus 2012 oordeelde de rechtbank Breivik immers toerekeningsvatbaar. Hij werd schuldig bevonden en veroordeeld tot 21 jaar gevangenisstraf, de maximumstraf in Noorwegen, met een minimum van tien jaar, de zogenaamde forvaring. Zowel het openbaar ministerie als Breivik gaf vrij kort na het vonnis te kennen dat zij geen hoger beroep instelden, waarmee het vonnis definitief werd.
Na tien jaar - volgend jaar dus - kan hij in theorie vrijkomen. In 2020 maakte Breivik al gebruik van zijn recht om voorwaardelijke vrijlating aan te vragen.
Na 21 jaar wordt beoordeeld of hij een gevaar voor de samenleving vormt. Hij kan dan tot een maximum van vijf jaar additionele gevangenisstraf krijgen, waarna zijn situatie opnieuw beoordeeld wordt. In theorie kan dit neerkomen op een levenslange gevangenisstraf.