Het proces rond de moord op Hakim Menhal, gepleegd in april 2018, begon met beschuldigingen over en weer tussen de verdachten Tanguy Lecocq en Ludovic Lefèbvre. De zaak draait rond een zorgvuldig gepland misdrijf, uitgevoerd in een atelier in Sint-Pieters-Woluwe, waarbij financiële spanningen de drijfveer zouden zijn.
Volgens Lefèbvre was Lecocq de drijvende kracht achter het plan. Lecocq zou hebben gevreesd dat Menhal, een collega in hun bedrijf, een bedreiging vormde voor zijn positie en bovendien een te hoge financiële last betekende. Het moordplan bestond uit twee fases: Menhal een overdosis toedienen via cocktails met slaappillen, en hem, indien dat niet zou werken, wurgen.
Op 10 april 2018 voerden ze het plan uit. Lecocq serveerde de cocktails en Lefèbvre gebruikte een internetkabel om het slachtoffer te wurgen toen het eerste plan faalde. Lefèbvre gaf toe aan de moord te hebben meegewerkt, maar beweerde dat hij handelde onder druk van Lecocq. “Ik was financieel afhankelijk, had een alcoholprobleem en was makkelijk te beïnvloeden,” verklaarde hij.
De rechtbank staat nu voor de taak om te bepalen wie het voortouw nam in deze gruwelijke moord. Beide verdachten wijzen naar elkaar, maar de feiten onthullen een zorgvuldig uitgewerkt en kil plan om Menhal uit de weg te ruimen. De komende zittingsdagen moeten meer duidelijkheid brengen over de schuldverdeling.