Voor eerst sinds bijna een jaar weer spelen met toeschouwers, véél toeschouwers.
Down under zetten ze een gedurfde ‘exit-stap’. Het prestigieuze tennistornooi , de 'Australian Open’ laat weer publiek toe en niet zo maar een beetje. De lokale overheid van Victoria staat toe dat het toernooi 390.000 bezoekers over veertien dagen ontvangt. De helft minder dan ‘normaal’ weliswaar, maar in tijden van corona is het een moedige beslissing. Bijna 400.000 toeschouwers voor 388 matchen van meer dan 250 spelers.
Woensdag wordt de topdag met maar liefst 98 matchen. De eerste acht dagen worden er dagelijks 30.000 tennisfans toegelaten, en vanaf de kwartfinale worden 12.500 zitjes bezet in de Rod Laver Arena, 80 procent van de totale stadioncapaciteit.
David Goffin begint er morgen aan. Hem wacht het zeventienjarige Spaanse supertalent Carlos Alcaraz of de Hongaar Attila Balazs. Kimmer Coppejans zal het opnemen tegen Robin Haase.
De organisatoren nemen een ongelofelijk risico. In Victoria zijn er al 24 dagen op rij geen coronabesmettingen meer vastgesteld. Als dat na het toernooi zo blijft, is dit een belangrijk signaal voor de Olympische Spelen. Maar wat als het anders uitdraait? Dan wordt de Australian Open een negatief symbool.
