Omdat de wereld nog niet vergaan is, zal het pas voor straks zijn.
Vijftig jaar geleden dachten de wetenschappers van het MIT dat de wereld, door toedoen van de mens, nu al zou vergaan zijn. Om het Armageddon af te wenden waren er maar twee oplossingen. Ofwel moet de ecologische technologie in een sneltreinvaart ontwikkeld worden. Maar de wetenschappers van de MIT dachten dat we nooit op tijd zouden komen. Voor we de nodige uitvindingen zouden doen, zou de boel al lang ontploft zijn. Dus was de tweede oplossing de enige realistische, vonden ze toen. We moesten de activiteiten van de mens terugdringen. Het drastisch verminderen van de bevolking op aarde en het beruchte consuminderen. Alles moet trager, minder en vooral verboden worden. Met een flinke boete erachteraan. Resultaat: een uitgebreide administratie, kerncentrales die gesloten worden en terug geopend, duizenden regels waarin een kat haar jongen niet meer terugvindt. Een groene generatie met een opgestoken vingertje, woke, klimaathysterie en vooral, na de energiecrisis, een grote buis voor het consuminderen. Immers kan je de mensen niet verplichten om de welvaart met een paar tientallen procenten te verminderen. Verplicht arm worden is voor de meeste mensen geen optie. Dat zagen we goed toen de energieprijzen stegen en de groenen als oplossing hadden om gewoon dikke truien aan te doen. De groene utopie strijdt met rode drang naar meer en de fundamentele jaloersheid die daarmee gepaard gaat. De Club van Rome zat er dus gigantisch naast: consuminderen is geen optie.
De Club Van Rome zat er ook op andere vlakken behoorlijk naast. Net als de doemdenkers, die samen met de Club door de jaren heen behoorlijk mee hebben georakeld. In een artikel van 4 september 2014 in ‘De Standaard’ werd in dikke letters getiteld: “Club van Rome krijgt gelijk: Einde van onze beschaving niet zo onrealistisch”.
Het is boeiend om deze analyse, met als bron ‘The Gardian’, van bijna tien jaar geleden eens te herlezen: “Het rapport voorspelde dat door die blijvende groei en de stijgende vraag naar materiële welvaart, grondstoffen steeds schaarser gaan worden, waardoor de industriële productie vanaf 2015 in elkaar zou zakken. Van zodra dat gebeurt, ontstaat er volgens het rapport een domino-effect, waarbij de voedselproductie daalt en de prijzen stijgen. Als gevolg daarvan moet er worden bezuinigd in de gezondheidszorg en onderwijs, met een toenemend sterftecijfer tot gevolg. De wereldbevolking zou daardoor sterk afnemen met ongeveer een half miljard per decennium. Uiteindelijk zal de levensstandaard terugvallen naar een niveau dat vergelijkbaar is met die van 1900. ‘Negatieve gevolgen aan het blijvend streven naar groei’ De economische en financiële crisis van 2007 - 2008, de onstabiele voedselprijzen en de klimaatsverandering zijn volgens de studie van de Australische wetenschappers eerste voortekenen van het in elkaar stuiken van onze maatschappij.”
We zijn intussen bijna tien jaar verder. De ineenstorting van de industriële productie van 2015 hebben we niet gezien. Integendeel: de industriële productie neemt gewoon toe. Bezuinigingen in het onderwijs en de gezondheidszorg zijn er niet bepaald. We hebben juist 35 miljard uitgegeven aan Corona. Een daling van de wereldbevolking met een half miljard per tien jaar zit er ook niet bepaald aan te komen. Een mooi voorbeeld hoe ook in kwaliteitskranten voorspellingen worden gevierd, die uiteindelijk in de realiteit een hoopje zever blijken te zijn.
50 jaar na de Club van Rome, en hebben we de grote knal niet gezien. In die periode hebben we wel heel wat technologie ontwikkeld die we vooral niet gebruiken. We zijn vandaag technisch perfect in staat om schoon te produceren en te consumeren, maar we doen dat niet. We hebben isolatie. We hebben technologie om energie uit zonlicht te halen. Onze waterstofmotoren staan op punt. We zijn in staat om fietsen en andere kleine voertuigen te maken die zonder problemen 80 kilometer per uur rijden. We hebben kernenergie veel beter onder de knie. Er is maglev-technologie. Geothermie is een bruikbare optie. Windmolens. Afstandswerken. Drones voor mensen. Noem maar op.
De vraag is dus niet meer of we voor de grote knal de technologie gaan hebben. De Club van Rome zat er ook op dat vlak gigantisch naast. We hebben de technologie en we produceren en consumeren nog steeds met druk op de natuur. Dat komt omdat onze maatschappelijke organisatie verhindert dat de technologie die we hebben, wordt toegepast. Er zijn onder andere financiële barrières, monopolies, starre overheden, misbruik van patenten en slecht werkende markten. Fenomenen die de Club van Rome nooit aanzag als een probleem. Ook daar zat de Club er gigantisch naast. De maatschappelijke beperkingen zijn nooit een sterk punt geweest voor harde wetenschappers en modelbouwers van het MIT. Dat is iets voor de softe menswetenschappers, maar dat zijn sukkels en idioten. Waar hebben we dat nog gehoord.
Als we enige vooruitgang willen boeken, dan zal het een zaak zijn om de maatschappij zodanig te organiseren dat we met bekwame spoed de technologie die we hebben gaan toepassen. Zodat we meteen ook de mensen een veel beter leven kunnen schenken. De ecologisten hebben deze realiteit nog niet door. Al 50 jaar voelen ze zich totaal gefrustreerd omdat ze hun fetisj van het consuminderen niet in de praktijk kunnen brengen. Al die tijd hebben ze zich zodanig laten leiden door hun dogma, dat het hen ontgaan is dat de wereld intussen is geëvolueerd. Meer nog, ze hebben hard meegewerkt aan allerlei maatschappelijke barrières die de implementatie en nog snellere evolutie van de technologie hebben tegengewerkt. De groenen zijn de grootste voorstanders van het hopeloos verouderd openbaar vervoer. De kerncentrales bouwen ze af. Ze gruwelen van de vrije markt, die nochtans nodig is om de technologische evolutie te versnellen. Hun regelneverij gooit de samenleving in een starre organisatie die evolutie afremt. Er moet niet worden geconsuminderd, er moet worden geconsumeerderd om ons in staat te stellen de nieuwe technieken versneld te realiseren.
Bepaald te betreuren is dat dit ecologistisch geloof ook de internationale instellingen heeft geïnfecteerd. De groene partijen wereldwijd hebben hun motto ‘denk globaal, handel lokaal’ al lang verlaten. In hun geloof dat alles kan worden geregeld en gecontroleerd is dat nu ‘denk globaal, handel globaal’ geworden. Met de basisdemocratie de hele mensheid veroveren is bepaald een werk van lange adem. Wie de UNO en consorten meekrijgt, heeft perspectief op een mondiale regelneverij die niet eens last heeft van de overbodige democratie. Het volstaat om heel hard te roepen, te klagen en de 50 jaar oude dramatische doemberichten luidkeels te herhalen. Met inbegrepen hysterische jongeren die “how dare you” gillen tegen een generatie die de technologie gemaakt heeft om hun probleem op te lossen.
(Michael Verstraeten, Vrijheid)