Maar waar haalt hij die extra miljarden vandaan?
Bart De Wever wil niet langer ‘taffelen’: België moet zijn defensiebudget sneller en forser verhogen om de NAVO-norm van 2 procent te halen. Dat betekent een financiële krachttoer die bovenop de al immense begrotingsproblemen komt. De vraag is niet alleen of, maar vooral: waar moet dat geld vandaan komen? Mogen we ons verwachten aan een zoveelste besparingsregering die plots miljarden extra moet uitgeven?
NAVO-norm: van ambitie naar urgentie
Met een defensiebudget van 8 miljard euro per jaar – goed voor 1,3 procent van het BBP – hinkt België achterop binnen de NAVO. De federale regering had al beloofd om dat tegen 2029 op te krikken naar de gevraagde 2 procent, maar dat plan is ondertussen ingehaald door de nieuwe realiteit.
De wereld wacht niet. Oorlogen woeden op verschillende continenten, de geopolitieke spanningen stijgen en Europa kan niet langer rekenen op een almacht van de VS die de kastanjes uit het vuur haalt. Premier De Wever weet dat maar al te goed en hamert erop dat Europa zijn eigen broek moet leren ophouden.
"We zullen een spurtje moeten trekken en dat zal gebeuren."
Hoe? Met welk geld? En vooral: hoe snel?
Geld zoeken terwijl de bodem van de schatkist al zichtbaar is
De Wever en zijn regering staan voor een gigantisch dilemma. De absolute topprioriteit is het herstellen van de Belgische overheidsfinanciën, die in een diep dal zitten. Tot 2029 is er in de begroting amper 1 miljard euro extra voorzien voor Defensie, terwijl er minstens 4,5 miljard nodig is om de NAVO-norm te halen. Dat betekent een tekort van 3,5 miljard euro. Let wel, dat is nog zonder rekening te houden met de mogelijke verhoging naar een NAVO-norm van 3 procent, waar ijzervreter Mark Rutte al op zinspeelt.
Met andere woorden: België riskeert niet alleen achter te blijven op het NAVO-peloton, maar gewoonweg de bezemwagen te worden.
Belfius verkopen om F-35’s te betalen?
In het regeerakkoord is al een ontsnappingsroute voorzien: een Defensiefonds. Dat zou gespijsd worden met 2,4 miljard euro uit de overheidsparticipaties in bedrijven zoals Belfius, BNP Paribas en Brussels Airport.
Dat kan op twee manieren:
- Via dividenden – de overheid deelt in de jaarlijkse winst van deze bedrijven. Goed voor honderden miljoenen per jaar, maar geen onmiddellijke jackpot.
- Door aandelen te verkopen – een snelle eenmalige cashinjectie, maar weg is weg. Een verkoop van Belfius zou miljarden kunnen opleveren, maar betekent ook dat de overheid die inkomstenbron voorgoed kwijt is.
Minister van Defensie Theo Francken (N-VA) houdt zich op de vlakte: “Geef mij tijd om het fonds op te richten en te bekijken welke participaties we behouden of verkopen.” Maar tijd is nu net wat Defensie niet heeft. Francken belooft alvast dat de eerste miljarden voor 31 december 2025 op tafel zullen liggen.
Gokken op een Europees achterpoortje
Een andere optie is hopen op Europese flexibiliteit. Commissievoorzitter Ursula von der Leyen kondigde begin februari aan dat lidstaten militaire uitgaven mogelijk buiten de begrotingsregels mogen houden. Concreet: landen zouden hun tekorten tijdelijk boven de 3 procent mogen laten uitstijgen zonder daarvoor een tik op de vingers te krijgen.
Klinkt goed, maar is verre van een wonderoplossing. Die extra uitgaven zullen op termijn alsnog gecompenseerd moeten worden, en de Belgische begroting blijft hoe dan ook een tikkende tijdbom.
Midden maart: de eerste deadline
De regering heeft nog een paar weken om knopen door te hakken. Midden maart moet België zijn langetermijnbegroting indienen bij de Europese Commissie, en later dit voorjaar volgt de definitieve begroting voor dit jaar. Minister van Begroting Vincent Van Peteghem (CD&V) houdt de lippen stijf op elkaar. En dat is doorgaans geen goed teken.
(Fotomontage: Bert Van Den Broucke / Photonews)