Start Magazines Zoeken Shop Rubrieken

Deze superhelden bestonden echt

Tess Van Linden - 28-04-2019

We hebben het niet over de geweldige spinnenman of de wonderbaarlijke vrouw, maar wel over de grote drakendoders en machtige tovenaars van weleer.

Als de mensheid erin slaagt een of andere superramp te overleven en een nieuwe beschaving op te bouwen, denken onze nazaten in de verre toekomst misschien wel dat wij de Marvel-superhelden als goden aanbidden en dat George R. R. Martin de kroniekschrijver van onze geschiedenis is. Net zoals wij over de mythes en de legendes uit de oudheid denken, dus. Drakendoders en tovenaars zijn in elk geval weer helemaal tot leven gekomen dankzij eerder genoemde schrijver en in sommige oude verhalen over deze mythologische helden zit zelfs een kern van waarheid.

Theseus

Het verhaal van Theseus en de Minotaurus is een van de bekendste overleveringen uit de Griekse mythologie. Volgens de legende huisde er in het labyrint onder het paleis van koning Minos een Minotaurus, een schepsel met de kop en de staart van een stier en het lichaam van een man. Om koning Minos respect te betuigen, moesten de inwoners van Athene elk jaar zeven jongens en zeven meisjes afstaan die het labyrint in werden gestuurd. Theseus was uiteindelijk degene die de Minotaurus kon verslaan, met behulp van de dochter van de koning, Ariadne, die hem een kluwen wol meegaf om zijn weg terug te vinden uit het doolhof.

Archeologen beweren niet dat er ooit zoiets bestaan heeft als een Minotaurus, maar ze stuitten nog niet zo heel lang geleden wel op overblijfselen van een doolhof onder wat ooit een paleis is geweest in Knossos, Kreta, waar de mythe zich afspeelt. Het zou kunnen dat Theseus om de een of andere reden (onze voorouders hielden nogal van brood en spelen) het doolhof in werd gestuurd om het op te nemen tegen ofwel een man ofwel een stier. George R. R. Martin zou het niet ongeloofwaardig vinden. Naar koning Minos werd trouwens de Minoïsche beschaving genoemd, die van 3.000 v.Chr. tot ongeveer 1.200 v.Chr. over Kreta heerste. Theseus was in zijn tijd dus waarschijnlijk een echte Griekse held.

Sint-George en de draak

Deze legende gaat over een dappere man, George genaamd, die een gif spuwende, mensenetende draak versloeg en zo de prinses redde die aan het monster geofferd zou worden. De vroegste overleveringen hiervan dateren terug tot in de 11de eeuw, een tijd waarin de legende zich al snel doorheen het Byzantijnse rijk verspreidde.

Natuurlijk heeft George nooit echt een draak gedood, maar de man heeft waarschijnlijk wel echt geleefd. Volgens historici was hij een Romeinse soldaat in dienst van de keizer. Omdat hij zijn christelijke geloof weigerde af te leggen, werd hij in het jaar 303 op 47-jarige leeftijd ter dood veroordeeld. Daarvoor werd hij later door de Katholieke Kerk heilig verklaard en vandaag de dag wordt zijn naamdag (Saint George's Day) nog steeds gevierd op 23 april, de dag van zijn dood.

 

Aangezien er in zijn tijd nog een andere dappere man leefde die later ook heilig verklaard zou worden, namelijk Sint-Theodorus, geraakten de verhalenvertellers het er eerst niet over eens wie er nu eigenlijk de draak gedood had. Uiteindelijk werd de daad dan toch maar toegeschreven aan Sint-George.

Tijl Uilenspiegel

Tijl Uilenspiegel is een deugniet uit de Nederlands-Duitse folklore van de 14de eeuw. Met grappen en grollen toonde hij de menselijke hypocrisie aan terwijl hij doorheen het Romeinse Rijk reisde. De eerste verhalen over Uilenspiegel dateren uit het jaar 1500 en werden opgeschreven door de stadsklerk van het Duitse Brunswijk, Herman Bote. In de Nederlanden werd hij niet veel later, tussen 1525 en 1547, vereeuwigd door Antwerpenaar Michiel van Hoochstraten, in het boek getiteld Ulenspieghel, Van Ulenspieghels leven ende schimpelijcke wercken, en de wonderlijcke avontueren die hij hadde want hij en liet hem geen boeverie verdrieten. De bij ons bekendste versie is echter die van de Belgische auteur Charles de Coster uit de negentiende eeuw.

 

Uilenspiegel was waarschijnlijk een zwerver die iedereen die hem gemeen of dwaas behandelde, publiekelijk te kijk zette. Zelfs de paus zou één van zijn slachtoffers geweest zijn. Hij gebruikte zijn sluwheid en gevoel voor humor ook om zij die aan de macht waren te tonen hoe destructief hun gedrag was en belandde daarvoor dan ook regelmatig in de cel.

John Henry

Deze legende is bij ons minder bekend, maar is een van de beroemdste ballades uit de Amerikaanse geschiedenis. Het gaat over een reusachtige Afro-Amerikaanse spoorwegarbeider met handen als kolenschoppen en schouders als een stier. Op een dag zou hij het in een wedstrijd opgenomen hebben tegen de stoomdrilboren die zijn bazen wilden inzetten om het werk sneller vooruit te laten gaan. John Henry won de wedstrijd, maar zijn hart begaf het niet veel later wegens de inspanning.

Spoorweghistoricus Scott Reynolds Nelson achterhaalde het ware verhaal van John Henry en schreef er in 2006 een prijswinnend boek over. In 1866 stond in het register van de gevangenis in Richmond, Virginia, een zekere John Henry uit New Jersey ingeschreven. Hij had net als soldaat in de burgeroorlog gediend en was wegens een klein vergrijp tot tien jaar opsluiting veroordeeld. De spoorwegbaronnen waren in die tijd de grootste werkgevers en recruteerden onder vrijgelaten slaven, maar sloten ook overeenkomsten met de overheid om gevangenen aan het werk te zetten. Zo kwam John Henry dus bij de spoorwegen terecht, waar hij het einde van zijn straf niet zou halen. Hoewel in de ballade 's mans kracht en lengte bezongen worden, was de echte John Henry met zijn 1,60 meter een pak kleiner.

Jason en het Gulden Vlies

Volgens de Griekse mythologie was Jason de zoon van koning Aeson, die regeerde over een stad in Thessalië in Griekenland. Nadat Aeson door zijn halfbroer van de heerschappij beroofd werd, moest Jason het land ontvluchten. Als twintigjarige jongeman keerde hij terug om het koningschap weer op te eisen. Daar had zijn nonkel geen problemen mee, als hij hem het Gulden Vlies, ofwel de gouden schapenvacht van de god Chrysomallos, maar kon brengen. Jason verzamelde een groot aantal Griekse helden, waaronder Theseus, Herakles, Castor, Pullox en Orpheus, om hem te vergezellen op zijn reis naar Georgië, alwaar het Gulden Vlies zich zou bevinden.

Blijkt dat de mensen uit die regio zo'n 3.500 jaar geleden dierenhuiden gebruikten om goud uit de rivieren te zeven. Daardoor zouden de huiden zelf een gouden kleur aannemen, id est, een Gulden Vlies. Na de reis van Jason en vertellingen daarover grondig onderzocht te hebben, denken historici nu dat Jason ooit echt bestaan heeft en dat hij er door zijn heerser op een gelijkaardige missie op uit gestuurd werd.

Merlijn de tovenaar

Merlijn de tovenaar staat op ieders netvlies gebrand als de wijze adviseur en magiër van de mythische koning Arthur. Hoewel historici elkaar tegenspreken wanneer het op de Arthur-legende aankomt, zijn ze er vrij zeker van dat Merlijn wel degelijk geleefd heeft. Alleen had hij waarschijnlijk nog nooit van de Romeins-Britse koning gehoord.

Merlijn was in werkelijkheid de adviseur van de Welsche koning Gwenddolau en heette eigenlijk Myrddin Wyllt. Zijn naam zou door de schrijver van de oorspronkelijke Merlijn-verhalen verbasterd zijn om verwarring met de Franse vloek merde te vermijden. Myrddin Wyllt was getuige van de val van zijn heerser tijdens de Slag om Arfderydd in het jaar 573. Rouwend om zijn meester en door schuldgevoel verteerd om zijn slechte advies, verschool hij zich in het Caledonische bos in Schotland, waar hij zijn verstand verloor. Myrddin zou beweerd hebben dat hij in de bossen een grote kennis vergaard had en dat hij sindsdien de toekomst kon voorspellen.

Odysseus

Odysseus is een van de bekendste figuren uit de mythencyclus rond de Trojaanse Oorlog. De Griekse zanger en dichter Homerus weidde maar liefst twee epossen aan de man: de Ilias en de Odyssee. Odysseus' terugreis van Troje naar het eiland Ithaka nam volgens de vertellingen maar liefst tien jaar in beslag en verliep niet geheel zonder problemen. Zo moest hij het opnemen tegen een cycloop, kannibalen, reuzen en sirenen en maakte hij zelfs een kleine pitstop in de Onderwereld.

Homerus heeft in zijn beschrijvingen over Odysseus' omzwervingen waarschijnlijk nogal overdreven, maar archeologen vonden recent nog de overblijfselen van een paleis terug, die perfect overeen komen met de woning van Odysseus zoals die door Homerus beschreven wordt. Wie weet heeft ook deze Griekse held dus wel echt bestaan.

Imhotep

Imhotep is een Egyptische godheid en de schutspatroon van de geneeskunde, de hogere kennis en het schrijven. De Grieken stelden hem gelijk aan hun god Asklepios.

Voordat hij een god werd, was Imhotep echter een gewone man in dienst van farao Djoser. Hij was diens vizier, of eerste minister, maar ook architect, raadgever en schrijver van medische werken zo rond  2655 - 2600 v.Chr. De man zou een genie geweest zijn en heeft verschillende uitvindingen op zijn naam staan. Imhotep zou de architect geweest zijn van de trappiramide van Djoser, een gigantisch complex dat onder zijn leiding voor de allereerste keer uit steen opgetrokken werd. Ook door zijn uitgebreide kennis over de letteren en de geneeskunde, wordt hij beschouwd als het allereerste genie ter wereld, ofwel de eerste homo universalis ooit. Lang na zijn dood veranderden de verhalen over zijn verwezenlijkingen in legendes.

Koning Arthur

Hoewel we even geleden vertelden dat historici elkaar tegenspreken wanneer het op de Arthur-legende aankomt, zijn de meesten het er echter over eens dat hij een Romano-Britse legeraanvoerder was. Arthur zou in de zesde eeuw ten strijde zijn getrokken tegen de Angelsaksen, die op dat moment van het terugtrekken van de Romeinse legioenen gebruik maakten om Brittannië te veroveren. Arthur zegevierde in verschillende grote veldslagen, waaronder de legendarische Slag bij Mons Badonicus. Maar aangezien er in die tijd weinig op schrift werd gesteld, kan niemand dit met zekerheid zeggen. Sommigen stellen hem gelijk aan een andere Romeinse Brit, Ambrosius Aurelianus, die onder meer de Slag bij Mons Badonicus leidde.

Robin Hood

Iedereen kent het verhaal van de vogelvrij verklaarde bandiet en zijn Vrolijke Volgelingen, die stalen van de rijken en gaven aan de armen. Over zijn identiteit werd al wild gespeculeerd. De vroegste verwijzingen naar 'Robin Hood' werden teruggevonden in strafdossiers uit de 13de eeuw. In het jaar 1261 kwam de naam en variaties daarop regelmatig terug in die documenten. Dat hij ooit echt in de bossen van Sherwood Forest rondliep, is dus waarschijnlijk. Vrij vertaald betekent zijn naam ook 'Robin uit of van het Woud'.

Maar welke dertiende-eeuwse vrijbuiter er achter de naam Robin Hood schuilgaat, weet niemand. Er liepen er in die tijd blijkbaar nogal wat rond die zich tekortgedaan voelden door de koning en dan maar besloten het slechte pad op te gaan. De meest bekende mogelijke Robin Hood is Robert van Locksley, die vereeuwigd werd door schrijver Walter Scott en later ook in talloze andere boeken en films, zoals die van Ridley Scott met Russel Crowe in de hoofdrol.

 

Reacties

Resterende karakters 500
Nieuwsbrief Mis nooit meer het laatste nieuws, exclusieve aanbiedingen en boeiende verhalen van P-magazine! Schrijf je nu in voor onze nieuwsbrief en blijf altijd op de hoogte.
Zoeken