Ze zijn het grote kwaad dat elke held moet bestrijden.
En soms zijn ze zelf de held van het verhaal. En soms hebben ze ook echt bestaan.
James Moriarty
Professor James Moriarty is het criminele meesterbrein in twee Sherlock Holmes-verhalen van Sir Arthur Conan Doyle. Hoewel de schurk maar in twee boeken voorkomt, wordt hij wel beschouwd als de grootste tegenstander van de fictieve detective. Ook wordt het personage Moriarty gezien als het eerste voorbeeld van een superschurk in de literatuur. Doyle beschreef Moriarty vaak als de Napoleon van de misdaad.
Velen geloven daarom dat Sir Arthur Conan Doyle het personage baseerde op de Duits-Amerikaanse crimineel Adam Worth. De man was 17 jaar oud toen de Amerikaanse burgeroorlog uitbrak. Worth loog over zijn leeftijd en ging in dienst bij het Noordelijke Unieleger. Toen hij op 30 augustus 1862 gewond raakte in de Tweede Slag bij Manassas, werd hij opgegeven als 'gesneuveld in de strijd'.
In plaats van die fout recht te zetten, besloot Adam Worth een leven als crimineel uit te bouwen. Hij werd een premiejager voor verschillende regimenten, steeds onder een valse naam, waaruit hij deserteerde zodra hij zijn premie opgestreken had. Daarna verhuisde hij naar New York om zich aan te sluiten bij bendes zakkenrollers, die af en toe ook banken beroofden zoals ze hen dat nog vaak zouden nadoen: door een tunnel te graven onder de kluis. Het was op één van die momenten dat Worth opgepakt werd en veroordeeld werd tot drie jaar in de maximaal beveiligde inrichting Sing Sing.
Worth ontsnapte echter niet veel later en begon te werken voor Fredericka "Marm" Mandelbaum, een voorname criminele die talloze overvallen en andere criminele activiteiten organiseerde en overzag. Verschillende New Yorkse straatbendes en misdadigers werkten voor de vrouw, die verantwoordelijk zou zijn geweest voor 1 tot 5 miljoen dollar gestolen goederen tussen 1862 en 1884.
Samen met zijn handlanger, kluizenkraker Charles Bullard aka Piano Charley, beroofde Adam Worth nog verschillende banken voordat hij samen met Bullard de oversteek naar Groot-Brittannië maakte. Daar bouwde Worth een status van crimineel meesterbrein uit en werd hij door Scotland Yard de 'Napoleon van de misdaadwereld' genoemd, vanwege zijn kleine gestalte. Worth en Bullard trokken nog naar verschillende delen van de wereld om er hun geluk als superschurk te beproeven, maar werden uiteindelijk in België gevat. In 1893 werd Adam Worth opgesloten in de gevangenis van Leuven, waar hij wegens goed gedrag in 1897 weer werd vrijgelaten. Worth keerde terug naar Londen, stal er nog wat diamanten en verhuisde met zijn kinderen opnieuw naar New York, waar hij zijn dagen sleet. Hij stierf uiteindelijk een rijk en vrij man op 8 januari 1902.
The Zodiac Killer
The Zodiac Killer is een thriller/horrorfilm uit 1971. De film van regisseur Tom Hanson laat een maand in het leven zien van een onbekende seriemoordenaar, die in de late jaren '60 tot de vroege jaren '70 actief was in noord-Californië. Hanson zei in interviews dat zijn film gemaakt was in een plot om de moordenaar te vatten, die het volgens de regisseur niet zou kunnen laten om de film in de zalen te komen bekijken.
De seriemoordenaar was inderdaad bijzonder arrogant en gaf zichzelf de naam The Zodiac in brieven aan de pers en onderzoekers. Hij zou 37 moorden geclaimd hebben, waarvan er 7 bevestigd werden door de politie. In de brieven, die vergezeld werden door haast onontcijferbare cryptogrammen, beweerde hij dat hij moordde voor de lol. Eén van die cryptogrammen zou volgens The Zodiac zijn identiteit onthullen, maar tot op de dag van vandaag werd het cryptogram niet opgelost. In 1974 stopte de seriemoordenaar met brieven sturen. Ondanks zijn lange correspondentie met het gerecht en de talloze aanwijzingen en getuigen die hij achterliet, werd The Zodiac Killer nooit geïdentificeerd en zou hij zelfs nog steeds kunnen rondlopen.
General Butt Naked
Hoewel 'De Poedelnaakte Generaal' de titel van een stripboek zou kunnen zijn, was General Butt Naked een levensechte, bloeddorstige Liberiaanse man, verantwoordelijk voor 20.000 doden in de Eerste Liberiaanse Burgeroorlog van 1989 tot 1996.
Joshua Milton Blahyi werd geboren in 1971. Op elfjarige leeftijd werd hij aangesteld tot priester van zijn stam. Blahyi geloofde dat rituele mensenoffers hem machtig zouden maken en deed ook aan kannibalisme. Voordat hij als leider in de Burgeroorlog deelnam aan de strijd, offerde hij vaak kinderen, waarvan hij het bloed dronk en het hart opat. Zijn bijnaam verkreeg hij doordat hij met zijn strijders, vaak kindsoldaten, naakt ten strijde trok, omdat hij geloofde dat ze zo niet door kogels geraakt zouden kunnen worden.
Bizar genoeg bekeerde hij zich na de oorlog tot het christendom en werd hem in 2009 amnestie verleend.