U zal maar 35 miljard dollar mislopen omdat u elf dagen na het oprichten van Apple beslist om het aandeel te verkopen. Of wat dacht u van de man die geloofde dat er aan Star Wars-merchandise niets te verdienen valt. Het lijstje van grote financiële fuck-ups is lang.
Star Wars en de merchandise
In de jaren zeventig probeert regisseur George Lucas zijn nieuwste ruimtebedenksels aan de man te brengen. Niemand in Hollywood ligt echt wakker van de zesdelige sciencefictionwestern met de naam Star Wars. Met uitzondering van Alan Ladd jr, een hoge pief bij filmstudio Twentieth Century Fox. En toch is uitgerekend hij de man die een van Hollywood's grootste flaters zal begaan.
Wanneer Lucas zijn contracten komt bespreken, vraagt hij of het mogelijk is om de rechten op de merchandising te behouden. Op dat moment toont maar één speelgoedfabrikant interesse in het op de markt brengen van Star Wars-figuurtjes. Alan Ladd vermoedt dat er niet veel valt te verdienen aan Star Wars-merchandise en stelt één voorwaarde: Lucas moet afzien van zijn regisseurshonorarium van 500.000 dollar. Bij Fox zijn ze er van overtuigd dat ze de deal van het jaar hebben gescoord.
Niemand in Hollywood ligt echt wakker van de zesdelige sciencefictionwestern met de naam Star Wars. Met uitzondering van Alan Ladd jr, een hoge pief bij filmstudio Twentieth Century Fox. En toch is uitgerekend hij de man die een van Hollywood's grootste flaters zal begaan.
De eerste film doet in 1977 de cinemakassa's rinkelen, maar de speelgoedkassa's rinkelen nog harder. Rond de kerstperiode van dat jaar is de vraag naar Star Wars-speelgoed zo groot dat de fans een lege Star Wars-doos onder de kerstboom terugvinden. Een voucher in de doos belooft dat ze volgende jaar het bijbehorende speelgoed zullen ontvangen. De verkoop van Star Wars-spullen zal uiteindelijk meer opbrengen dan de films.
De Star Wars-merchandising is dertig miljard dollar waard. George Lucas passeert nog een laatste keer langs de kassa als hij in 2015 zijn rechten aan Disney verkoopt voor vier miljard dollar.
Pixar en het goede koopje
U zou denken dat George Lucas niets meer moet leren als het op geld verdienen aankomt. Nochtans heeft hij ook een serieuze financiële blunder begaan. De wereldbefaamde computeranimatiestudio Pixar vond zijn oorsprong in de filmstudio van George Lucas. En toch zal hij het grote geld aan zijn neus voorbij zien gaan.
In 1986 verkoopt regisseur George Lucas zijn studio voor vijf miljoen dollar aan Steve Jobs. Die verkoopt Pixar in 2006 aan Disney voor een mooie 7,4 miljard dollar. Lucas had beter een paar aandelen bijgehouden.
The Graphics Group wordt door Lucas in 1979 opgericht om computergeanimeerde scènes te produceren. De eerste indrukwekkende pixels van de studio ziet u in Star Trek II: The Wrath of Khan. Goed bezig, zou u dan denken. Maar toch verkoopt Lucas in 1986 de studio. Door zijn scheiding - en de mislukking van de film Howard the Duck - heeft hij dringend geld nodig.
Steve Jobs, die net ontslagen is bij Apple Computer, heeft wat vrije tijd en ziet wel iets in de animatiestudio van Lucas. Jobs koopt het bedrijf voor slechts vijf miljoen dollar en geeft de studio de naam Pixar mee. In 1995 volgt de eerste bioscoophit met Toy Story. De eerste computergeanimeerde avondvullende film betekent de doorbraak van de animatiestudio. Er volgen nog een hoop succesfilms en dat ontgaat Disney niet. In 2006 koopt Disney Pixar over voor een mooie 7,4 miljard dollar.
Ook Philips was samen met General Motors van plan om Pixar over te nemen. Waarom deze deal uiteindelijk niet doorging, is niet bekend. Wat we wel zeker weten, is dat George toch maar beter enkele aandelen had bijgehouden.
Apple en de derde oprichter
In 1976 richten drie heren Apple Inc. op. De namen Steve Wozniak en Steve Jobs zullen voor altijd verbonden blijven aan de multimediagigant. Wozniak zal na een tijdje andere oorden opzoeken, Steve Jobs zal ontslagen worden en het bedrijf komt op het punt van faillissement te staan. Later zal Jobs terug binnengehaald worden als reddende engel. Vandaag de dag blinkt de appel weer dankzij de iPhone. Apple is nu het grootste bedrijf ter wereld, gemeten naar marktwaarde. Maar wie was de derde medeoprichter waar niemand het over heeft?
Vandaag zouden Waynes aandelen 35 miljard dollar waard geweest zijn. De medeoprichter van Apple blijft volhouden dat hij de juiste beslissing heeft genomen met de informatie die hij toen had.
Ron Wayne heeft de wellicht domste financiële beslissing ooit op zijn naam staan. De man tekent het eerste logo van Apple, schrijft de handleiding voor de Apple I én de samenwerkingsovereenkomst. Hij krijgt daar tien procent van de aandelen voor.
Wayne heeft elf dagen na het opstarten van Apple Inc. nog maar weinig vertrouwen in het jonge bedrijf. Hij besluit om zijn aandeel in het bedrijf voor achthonderd dollar van de hand te doen. Niet veel later al blijkt dat geen slimme beslissing - en dan drukken we ons nog zacht uit. Het eerste boekjaar van het het tech-bedrijf wordt afgesloten met een omzet van een mooie 174.000 dollar.
Vandaag zouden Waynes aandelen 35 miljard dollar waard zijn. Wayne blijft volhouden dat hij de juiste beslissing heeft genomen met de informatie die hij toen had.
Bell en de nutteloze uitvinding
Uitvinder Alexander Graham Bell klopt eind negentiende eeuw bij Western Union aan. Bell komt zijn nieuwste uitvinding voorstellen. In die tijd lopen er wel meer charlatans rond die de meeste gekke uitvindingen voor een paar dollars proberen te slijten. Enige argwaan kan dus nooit kwaad, zeker als iemand komt vertellen dat hij de telefoon heeft uitgevonden. Western Union is op dat moment zeer succesvol in telegraafdiensten en weet niet wat ze met dat nieuwe apparaat moeten aanvangen.
Bell is een redelijk man en vraagt slechts 100.000 dollar voor de revolutionaire uitvinding. Voor dat bedrag krijgen ze het patent. Western Union-directeur William Orton is niet van plan om zo veel geld op te hoesten. Volgens hem is er geen toekomst voor dergelijk elektrisch speelgoed zonder commerciële mogelijkheden en hij stuurt Bell wandelen. Die beslist dan maar om samen met een andere geldschieter in 1877 de Bell Telephone Company op te richten.
Wanneer uitvinder Alexander Graham Bell de telefoon voorstelt, weten ze bij Western Union niet wat ze ermee moeten aanvangen. Volgens hen is er geen toekomst voor elektrisch speelgoed zonder commerciële mogelijkheden.
Al snel beseffen ze bij Western Union dat ze een flater hebben begaan. Ze nemen uitvinder Thomas Edison in dienst. Die moet proberen om met gelijkaardige uitvindingen het bedrijf van Bell te beconcurreren. Uiteindelijk volgen er verschillende rechtszaken. Maar het verdict van de rechter is duidelijk: Western Union moest zich in 1879 terugtrekken uit de telefoonmarkt. De Bell Telephone Company zal uitgroeien tot een van 's werelds grootste bedrijven. Vandaag de dag kent u het als AT&T Inc.
Later blijkt dat Bell niet de eerste was die met de telefoon kwam aandraven. De Italiaanse immigrant Antonio Meucci had in 1871 al een patentaanvraag voor zijn ‘teletrophone’ ingediend. De arme man kreeg zijn uitvinding niet gefinancierd. Omdat Meucci niet voldoende geld had, liep zijn patent na drie jaar af. Ook Elisha Gray werkte aan een gelijkaardig apparaat. Wanneer hij zijn uitvinding wilde patenteren, bleek dat Bell zijn aanvraag twee uur eerder had ingediend. Vele verliezers dus in dit verhaal.
De digitale camera en het filmrolletje
Iemands uitvinding niet naar waarde schatten, is jammerlijk. Maar je eigen geniale vondsten niet serieus nemen, is een gigantische gemiste kans. Vraag het maar aan de mensen van Kodak.
Elektrotechnisch ingenieur Steven Sasson werkt in 1975 voor Kodak aan een nieuw project.Hij moet een nieuw soort camera ontwikkelen.De man slaagt er in om met de nodige elektronica - we besparen je de details - de eerste digitale camera te fabriceren. Het prototype weegt bijna vier kilo en het duurt gemakkelijk een halve minuut om een wazige zwart-witfoto met een resolutie van 0,01 megapixels te maken en op te slaan. Er was dus nog wel werk aan het toestel. Toch begrijpen de techniekers die betrokken zijn bij het project dat Sasson iets heel straf gerealiseerd had.
In 2006 verkondigt een topman dat het filmrolletje niet zo snel zal verdwijnen. Zes jaar later moet Kodak het faillissement aanvragen.
Maar het management van Kodak was iets minder onder de indruk. Ze wilden weten waarom er geen filmrolletje in het toestel zit. Tenslotte was het fotorolletje de grootste uitvinding van het bedrijf. Het verdiende er jaarlijks miljoenen aan. Kodak zorgde dat iedereen betaalbare camera’s kon aanschaffen. Ze verdienden dat geld tenslotte dubbel en dik terug aan de relatief dure filmrolletjes die ontwikkeld moeten worden. De uitvinding verdween terug in de kast.
In de jaren tachtig brengt de Japanse reus Sony een digitale camera op de markt. U zou verwachten dat ze bij Kodak snel het toestelletje van Sasson uit de kast nemen, maar dat gebeurt niet. Ze gaan ervan uit dat de tijd nog niet rijp is om op digitale fotografie te focussen. Het huidige businessmodel staat stevig genoeg in de schoenen, besluiten ze.
In 2006 verkondigt een topman nog dat het filmrolletje niet zo snel zal verdwijnen. Zes jaar later moet Kodak het faillissement aanvragen met een schuldenberg van 6,8 miljard dollar.
Kodak is anno 2017 nog maar een fractie van het wereldbedrijf dat het ooit was. Sasson werkt nog steeds parttime voor Kodak.