Verwerpelijk, maar begrijpelijk.
“Een kaakslag voor al die mensen die hun best doen”, was de reactie van minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V). Waarschijnlijk de slechtste reactie die je kon geven. Betekent dat dat de jongeren hun best niet hebben gedaan? Een jaar lang hebben ze alles gelaten voor een ziekte die eigenlijk de hunne niet is. “We houden het niet meer vol”, roepen jongeren voor de camera’s van het journaal. “We zitten in het laatste jaar van het middelbaar en moeten kunnen genieten. De jongeren snappen het niet meer. Een bubbel van vier, wij zijn 17 jaar, we kunnen het gewoon niet meer aan.”
Is daarmee het geweld van gisteren goed te keuren, nee? Maar begrijpelijk, ja. Annelies Verlinden roept op tot “meer burgerzin in het belang van de andere, en meer verantwoordelijkheidszin. Deze houding voorkomt dat deelnemers aan deze onbezonnen samenkomst straks zelf ziek worden. Ook zij hebben – indien nodig – recht op een bed. Burgerzin en verantwoordelijkheidszin voorkomt deze situatie.” Spreek je zo wanhopig verloren jongeren aan? Is het waterkanon het enige antwoord van de regering op de jeugd van wie alles is ontnomen en naar wie niemand heeft geluisterd? Van een kaakslag gesproken.
Gisteren was een triest dieptepunt in de ontmenselijking van het bestuur. Wetenschappers en politici hebben mensen herleid tot cijfers en statistieken. De problemen in ons land worden gemeten naar het aantal ziekenhuisbedden. Het is jammer dat een aprilgrap in het Ter Kamerenbos een wereldvreemde overheid moest wakker schudden.