(Door Michael Verstraeten, voorzitter Vrijheid)
Zoals zo dikwijls in de huidige grote media wordt ook naar de oorlog tussen Israël en Palestina gekeken vanuit de onderbuik. Zonder veel kennis van zaken. De ene dag vallen de Hamassers Israël binnen, moorden daar een behoorlijk aantal mensen uit en schieten met raketten. Dan heerst er in de media een gevoel van medelijden met de Israëli. We moeten dan tegen Hamassers zijn, die ervan zullen lusten. Daarop schieten die Israëli terug, en dan zien we de beelden van de mensen die aan de andere kant worden getroffen. We krijgen dan De Croo die ferm stelt dat die Israëli overdrijven. “Disproportioneel” noemt hij dat dan. Terwijl zijn minister van ontwikkelingssamenwerking grofweg al oproept om Israël te straffen en hun producten te boycotten. De perceptie en het gevoel primeren.
Het eerste en grootste probleem in deze oorlog is dat de burgerbevolking in Gaza, al dan niet met goesting, wordt ingezet als martelaren.
Hamas en de leiding in Palestina zorgen er niet voor dat er een onderscheid kan worden gemaakt tussen de strijdkrachten en de bevolking zelf. In de zin dat het voor de vijand, in dat geval de Israëli, duidelijk is wie tot de strijdkrachten behoort en wie niet. In vervlogen tijden moesten de soldaten een kostuum met opzichtige kleuren dragen, zodat de generaals konden onderscheiden wie wie was op het slagveld. In de moderne guerrilla’s wordt het de tegenstander knap moeilijk gemaakt door dat onderscheid uit te schakelen. Het leidt geen twijfel dat minstens een behoorlijk deel van de bevolking in Gaza daaraan ook actief meewerkt. Wie dan door vijandig vuur wordt geraakt, wordt op televisie openlijk bestempeld als een martelaar. Men sterft voor de "goede zaak”.
Dat er op die manier veel burgerdoden vallen is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de autoriteiten in Palestina. Het is aan hen om ervoor te zorgen dat er een duidelijk onderscheid te maken valt tussen de strijders en de burgerbevolking. In Oekraïne bijvoorbeeld kan men duidelijk zien dat de Oekraïense soldaten gele of blauwe banden dragen. Soms worden er Russische onverlaten betrapt die de uniformen van de Oekraïners hebben aangedaan om hen te misleiden en in de val te lokken. Dat is manifest in strijd met het oorlogsrecht. Gevaarlijke praktijken waardoor er mensen in gevaar komen door de verwarring over de identiteit van mensen op het terrein.
Eens dat onderscheid niet kan worden gemaakt, worden de burgers mee in gevaar gebracht wanneer legitieme doelen worden bestookt. Daarbij geldt dat de aanvallers alsnog moeten trachten zoveel mogelijk burgerdoden te vermijden. Zij zullen een afweging moeten maken of het militair belang van een actie opweegt tegen de doden die te verwachten zijn. Daar komt de disproportionaliteit aan de orde. Met de vraag, onder andere, of er andere militaire mogelijkheden zijn die op een gelijke wijze het doel bereiken maar minder slachtoffers maken.
De voorbije weken was er in de reguliere pers zeer weinig aandacht voor deze fundamentele benadering van het probleem. Emotie, perceptie, spectaculaire beelden en drama domineerden het hele zootje.
Tot op 6 november Professor De Cock in ‘De Afspraak’ kwam te zitten tegenover de nieuwbakken minister van Justitie Paul Van Tichelt, en oorlogsjournalist Rudi Vranckx. Professor De Cock is een ex-militair en professor in het oorlogsrecht. Een expert quoi.
Met vlag en wimpel heeft deze erudiete man in ‘De Afspraak’ zowel Rudi Vranckx, als de minister van justitie als de regering De Croo overvleugeld. Het was bij wijlen pijnlijk beschamend.
Rudi Vranckx blijkt als oorlogsjournalist en jarenlang gespecialiseerd in de materie niets of zowat niets af te weten van het oorlogsrecht. Zijn onderbuikpleidooien over mensen die hij persoonlijk kent verdwenen in het niets bij de terechtwijzingen waarmee hij als een stoute schooljongen die zijn les niet had geleerd, in de hoek werd gezet.
Van ex-substituut-procureur-generaal Van Tichelt, nu minister van justitie, kan je toch minstens verwachten dat hij een beetje jurist is en zich wat voorbereidt als hij met zijn neus voor een prof oorlogsrecht komt te zitten. Maar niets van dat. Van Tichelt stamelde dat de bescherming van een ziekenhuis niet om het gebouw zou gaan, maar om de mensen die er in zitten. Hij zocht met zijn ogen om bevestiging bij de prof. De Corte zette hem naast Vranckx in de hoek: natuurlijk wordt zowel het gebouw beschermd als de mensen die erin zitten. Operatiekwartieren doen ontploffen is niet bepaald mensvriendelijk in een oorlog. Het groot licht in Van Tichelt ging meteen helemaal uit.
Of Israël dan wel inderdaad disproportioneel bezig is of niet, zoals partijgenoot De Croo zo ferm had gezegd. Waar hij eerder nog grondig leek te knikken als het ging over die disproportionaliteit, viel Van Tichelt zijn broodheer De Croo onmiddellijk af. Wat een zwakke figuur zeg!!! Bwaaaahhhh… het moest allemaal nog ‘internationaal’ bekeken en geanalyseerd worden. De onzekerheid droop van de rimpels op zijn voorhoofd. De groeven werden dieper dan ooit. Sancties voor Israël, dat is allemaal niet zo zeker. Tussen de nietszeggende gemeenplaatsen en het rond de pot draaien door hadden we vooral het gevoel dat Van Tichelt daar niet graag was en naar huis wou. Bij de visjes die moeder ongetwijfeld intussen had gebakken.
De Croo werd met zijn ‘disproportionaliteit’ door Professor De Cock ook vakkundig de broek afgedaan. Wat bedoelde hij eigenlijk? De disproportionaliteit van de aanval op zich na de gebeurtenissen van 7 oktober? Of de disproportionaliteit van de militaire acties in hun context van de vermenging van strijders met burgers. Dat zijn 2 totaal verschillende te onderscheiden zaken.
Conclusie: al dagenlang wordt het nieuws over Gaza gedomineerd door nitwits zowel in de pers als in de politiek die zich focussen op een deel van de feiten, en niets maar dan ook niets blijken te kennen van het oorlogsrecht. En dan maar dure woorden gebruiken. Zelfs dreigen met sancties. Dat ontstellend gebrek aan kennis en aan bewustzijn van de categorieën van waaruit de buitenwereld een degelijk conflict behoort te benaderen, is zowel schandelijk als hoogst verbazingwekkend. Dat ook een gewezen substituut procureur-generaal totaal geen kaas blijkt te hebben gegeten van het fundamenteel humanitair recht, doet werkelijk de mond openvallen. Volgens deze man is een hospitaal op zich niet beschermd in het oorlogsrecht. Il faut le penser. De ‘grote expert’ waarmee Van Tichelt werd aangekondigd, is al zoveel waard als de ‘he’s back bitches’ van de Conner.
Bottom line in dit conflict blijft dat een volk niet behoort te moeten leven achter hekkens, en dat een ander volk niet behoort te worden aangevallen en de vernietiging te worden toegewenst. Over de oorzaken van die toestand kunnen we heuse bossen opzetten die ons terugbrengen tot de tijd van de oude Romeinen, en volledig verweven zijn met onverzoenbare godsdienstkwesties. God kost geen geld, maar op aarde is Hij bijzonder duur.
O ja, er zit er daar in Antwerpen ene op ’t schoon verdiep die warm en koud blaast naargelang de hoeden van zijn publiek staan, maar die in elk geval ook niet bijzonder veel weet over de manier waarop naar zo’n conflict moet worden gekeken. Laat ons hopen dat hij om een beetje de vrede in zijn stad te handhaven met rode oortjes heeft geluisterd naar de schitterende Professor De Cock. We hopen immers op een politiek in Antwerpen zonder de inzet van het leger en binnenkort kernraketten als het leger niet helpt. Want wat blijft er nog over om de ‘wars’ in zijn stede te gaan voeren als het Belgisch leger onder andere de drugs niet uit de wereld kan helpen.