Kan Charles Michel zijn rol als man van het compromis waarmaken?
De 27 EU-leiders komen vrijdag en zaterdag voor het eerst sinds de uitbraak van het coronavirus weer fysiek bijeen. Charles Michel hoopt met hen een akkoord te bereiken over de meejarenbegroting (tot 2027) van 1037 miljard euro en het herstelfonds van 750 miljard euro. Vooral de verdeling van de 750 miljard euro - die bedoeld zijn voor de lidstaten die door de coronacrisis het zwaarst getroffen zijn - is een moeilijke zaak.
Hoofrolspeler in deze kwestie is niet Michel maar de premier van Nederland Mark Rutte, die als vertegenwoordiger van de zuinige vier – Nederland, Oostenrijk, Zweden en Denemarken – niet te vinden is om geld zonder garanties kadoo te geven. Rutte wil niet dat het geld als subsidie wordt geven, maar als een lening. De Nederlandse premier vindt eigenlijk dat die landen zelf maar buffers hadden moeten opbouwen de voorbije jaren, zoals Nederland deed.
Als landen subsidies willen, wil Nederland er voorwaarden aan koppelen: ze moeten bereid zijn om bijvoorbeeld de pensioenleeftijd te verhogen, of hun arbeidsmarkt te hervormen. Bovendien wil Nederland ook kunnen controleren of aan die voorwaarden voldaan is, of de hervormingen daadwerkelijk zijn uitgevoerd, voor er geld wordt uitbetaald.
Rutte is een sta-in-de-weg omdat hij beroep zou kunnen doen op het vetorecht en de zaak blokkeren. De afgelopen week zijn alle Zuid-Europese leiders bij Rutte op de koffie geweest en Charles Michel heeft, bij wijze van tegemoetkoming, Nederland al een korting van 1,5 miljard per jaar gegeven. Niet slecht als kadootje.
Ondanks al dat masseerwerk, zei Rutte in de Nederlandse Tweede Kamer dat hij erg somber was over de slaagkansen van de Europese top.
De coronacrisis heeft aangetoond dat Europa zelfs niet aan de zijlijn staat van het het wereldgebeuren, maar niet eens mag meespelen met het spel van de groten.