Enkele jaren geleden gaf Jolien Bruyninckx nog Nederlands en Engels in het middelbaar. Dat deed ze enorm graag, al voelde ze dat de vele overuren, loodzware vergaderingen en eindeloze rompslomp zijn tol eisten. Halfweg haar tweede jaar lesgeven – in 2016 – brak de toen 24-jarige Jolien. Een burn-out, dacht ze. En dat bleek ook het geval te zijn.
Fitness en pilates haalde haar er na enkele maanden weer helemaal door. Nu geeft de 27-jarige Truienaarse persoonlijke pilates-training en motiveert ze mensen om met een gezond lichaam een gezonde geest te behouden.
Wanneer wist je dat je écht niet meer verder kon met lesgeven?
JOLIEN BRUYNINCKX: “Dat herinner ik me nog goed. Ik woonde toen nog bij mijn ouders. Ik stond op het punt om te vertrekken naar school, maar het werd gewoon letterlijk zwart voor mijn ogen. Ik draaide helemaal weg en moest gaan zitten. Op dat moment heb ik een paniekaanval gekregen en ben ik in tranen uitgebarsten. Mijn moeder had dit moment al lang zien aankomen en nam me die dag mee naar de dokter. Die heeft me toen rust gegeven voor een aantal maanden.”
Maar het was dus niet de eerste keer dat je symptomen van burn-out had?
BRUYNINCKX: “Nee. Ik had toen al een tijdje het gevoel dat ik niet goed in mijn vel zat. Dat uitte zich in migraine-achtige symptomen. Ik had bijvoorbeeld vaak last van duizeligheid en moest daardoor zittend lesgeven. Maar ik bleef werken, want als je voor de zoveelste keer zegt dat je niet kan komen werken omdat je migraine hebt, geloven ze je toch niet. Maar na de fysieke symptomen volgt ook de mentale klap. Alles wat met het werk te maken heeft, ga je plots heel pessimistisch benaderen. Ik zag opeens de zin van mijn werk niet meer in, terwijl wat ik deed net heel zinvol is. Het voelde alsof ik niet meer het verschil kon maken omdat er zo’n grote druk op mij lag en ik mijn lessen niet kon geven zoals ik het wilde. Ik had niet meer de tijd en de vrijheid om mijn ziel erin te steken. Het werd zo erg dat telkens ik een mailtje binnenkreeg van school, ik hartkloppingen kreeg.”
Het lesgeven was niet echt het probleem. Wat dan wel?
BRUYNINCKX: “In het tweede jaar lesgeven stond ik in twee scholen tegelijkertijd, één in Borgloon en één in Tongeren. Als ik alle uren samentel, werkte ik aan ongeveer 150 procent. Het lesgeven op zich was het probleem inderdaad niet. Dat waren de fijnste uren van de dag. Maar er komt zoveel bij kijken. Eindeloze verbeteringen, last minute vergaderingen, oudercontacten, voortdurend schipperen tussen school A en school B, toezichten, lessen overnemen van zieke collega’s, administratieve zaken die nog in orde gebracht moeten worden, enzovoort. Dat werd op een bepaald moment onhoudbaar. Ik vind dat er van jonge leerkrachten veel te veel wordt geëist en dat er meer ondersteuning voor hen nodig is. En begrip. Ik hoor dezelfde klachten van andere jonge leerkrachten. Als ik kijk naar de mensen met wie ik ben afgestudeerd, merk ik dat meer dan de helft niet meer in het onderwijs werkt. Dat zegt genoeg, vind ik.”
Mensen gaan ervan uit dat als je een burn-out hebt, je je enkele maanden moet opsluiten in een donkere kamer en dan zal je wel
genezen zijn. Helemaal niet, dus.
Lachende selfie
Hoe lang heeft je burn-out geduurd?
BRUYNINCKX: “Dat is moeilijk te zeggen. Mijn burn-out werd in april 2016 vastgesteld, maar ik ben ervan overtuigd dat ik er toen al drie à vier maanden mee rondliep. Ik heb toen rust genomen tot aan de zomervakantie. Maar ik vraag me af of een burn-out ooit volledig genezen is. Ik denk dat je daar altijd gevoelig voor blijft als je het ooit hebt meegemaakt. Dat heeft ook zijn voordelen, want je leert je eigen grenzen kennen. Je weet meteen wat je energie geeft en wat je levensdoelen zijn. Ik vind dat wel handig.”
Hoe ging de school om met je afwezigheid?
BRUYNINCKX: “Niet goed. In de zomermaanden polste ik via mail of er nog uren voor mij waren voor het komende schooljaar en het antwoord was heel kort: ‘nee’. Bovendien heeft niemand van die school mij ooit gevraagd hoe het met mij ging. Net zoals niemand uit mijn situatie leerde om toekomstige potentiële burn-outs van collega’s te voorkomen. Wat mij écht stoorde, was het feit dat collega’s achter mijn rug roddelden toen ik tijdens mijn afwezigheid een lachende selfie op Instagram postte vanuit de fitness. Mensen gaan ervan uit dat als je een burn-out hebt, je je enkele maanden moet opsluiten in een donkere kamer en dan zal je wel genezen zijn. Helemaal niet, dus. Ik heb een volledige maand thuisgezeten, maar daarna begon ik rustig weer te fitnessen om mezelf weer in gang te duwen. Maar dat werd dus blijkbaar niet geapprecieerd op school. Daardoor ben ik tot de conclusie gekomen dat ze mij nooit serieus genomen hebben óf dat ze het probleem in het algemeen niet serieus nemen. En dat is spijtig, want het komt zo vaak voor.”
Wat is het engste moment dat je hebt meegemaakt in die mindere periode uit je leven?
BRUYNINCKX: “Dat was toen de controlearts van school voor de eerste keer bij mij thuis kwam. Een controlearts bepaalt of je weer kan gaan werken of niet, en aangezien ik nog lang niet genezen was, hoopte ik dan ook dat hij dat zag. Ik weet dat sommige mensen dan overdrijven of toneelspelen, maar zo zit ik niet in elkaar. Ik legde rustig uit welke symptomen ik had en hoe ik me voelde. Hij geloofde me niet en zei dat ik overmorgen weer kon gaan werken. Op dat moment voelde ik iets in mij opborrelen waarvan ik niet eens wist dat het in mij zat. Ik kreeg een hysterische paniekaanval en barstte in tranen uit. En toen geloofde hij mij. Dat was voor mij wel het moment waarop ik besefte dat het echt wel enorm diep zat en dat ik aan een herstelproces moest beginnen.”
Ik begrijp niet goed waarom mannen dick pics sturen. Blijkbaar moet dat werken, maar ik moet de eerste vrouw nog tegenkomen die
zegt van: ‘ah ja, mooi, gaan we iets drinken?’
Streven naar perfectie
Een herstelproces waarin fitness centraal stond…
BRUYNINCKX: “Inderdaad, maar niet alleen fitness. Ik fitneste vóór mijn burn-out vijf keer per week, maar tijdens mijn burn-out ben ik me meer en meer gaan focussen op pilates. Dat is een krachtige vorm van yoga. Als basis doe je yoga-oefeningen, maar pilates is veel beweeglijker waarbij je veel meer op de spieren werkt in plaats van houdingen vast te houden. Door die fitness en pilates ben ik me langzaamaan beter en beter beginnen voelen.”
“Ik heb nu zo’n dertigtal vaste mensen die ik thuis wekelijks intensief begeleid. Ze kijken echt uit naar die lessen. Dan kunnen ze zich even volledig loslaten. Ik maak ook voedingsschema’s voor hen op. Je merkt gewoon dat je die mensen helpt om hun doelen te behalen. Dat geeft mij veel meer voldoening dan in het onderwijs te staan en die papierwinkel voortdurend te onderhouden. Dat is een wereld van verschil.”
Je slogan op Instagram is ‘from burn-out to bikini body’. Je wou niet alleen fitter worden, maar ook mooier, dus?
BRUYNINCKX: “Ja, ik wou ook wel aan het esthetische aspect werken. Je ziet dan foto’s van al die fitgirls en je wil gewoon ook zo’n perfect lichaam nastreven. Dat komt ook wel door mijn perfectionisme. Alles wat ik doe, moet heel goed zijn, net zoals ik het in mijn hoofd heb. Maar ik ben me ervan bewust dat je qua lichaam nooit de perfectie kunt bereiken, want ook échte modellen in de boekskes zien er in het echt niet uit zoals ze er daarin uitzien. Dat hoeft voor mij ook niet. Ik ben blij met de vormen en verhoudingen die ik nu heb.”
Ben je altijd veel met je uiterlijk bezig geweest?
BRUYNINCKX: “Nee. Als kind of als tiener haatte ik de lessen lichamelijke opvoeding. Zwemmen, handbal, volleybal of badminton vond ik maar niets. En bij die typische toertjes rond het park lopen, ging ik mij achter de bomen verstoppen. (lacht) Pas in het zesde middelbaar begon ik de lessen LO te appreciëren omdat ik daar dansles mocht geven van de LO-leraar. Teamsporten deed ik echt niet graag. Dat vind ik zo leuk aan fitness: de me-time die je nuttig besteedt. Op jezelf aan je eigen doelen werken. Daar hou ik van. Zo zit ik in elkaar. Ik wil alles zelf doen. In de fitness kan je aan je lichaam werken op jouw manier en tempo. In teamverband is dat minder het geval. Maar soms heb je doelen nodig. In 2011 heb ik meegedaan aan een missverkiezing in Sint-Truiden. Naar aanloop van die verkiezing heb ik de sportmicrobe te pakken gekregen. Ik wou dat mijn lichaam er strak uitzag, dus ging ik vier keer per week joggen. Maar door cardio alleen bouw je geen spieren op en omdat ik toen maar 48 kilo woog, wilde ik wat meer op de spieren werken. Zo ben ik bij pilates terechtgekomen. En sindsdien voelde ik mijn lichaam stilaan veranderen. Ik begon meer welgevormde billen te krijgen en een taille. Ik merkte dat het werken op de spieren een wondermiddel is om het lichaam te krijgen dat je wil.”
Ga je soms te ver in het trainen van je lichaam? Nooit meer vettig eten of alcohol drinken, bijvoorbeeld?
BRUYNINCKX: “Vroeger was ik veel te strikt, ja. Het afgelopen jaar heb ik wel geprobeerd om daarin te milderen. Ik drink heel graag rode wijn, dus laat ik die paar glazen per week zeker niet achterwege. In het weekend eet ik ook vaak frietjes of een ijsje. En ook dat laat ik zien op Instagram. Ik laat niet enkel mijn gezonde maaltijden zien, maar ook de ‘minder gezonde’ tussendoortjes. Daarmee wil ik mensen het signaal geven dat je niet altijd fanatiek met dieet bezig moet zijn. Er goed uitzien is één ding, maar ik zal mijn gezondheid er nooit onder laten lijden. En je moet je goed blijven voelen en vol energie zitten. Als je té fanatiek bent en je krijgt een extreem laag gehalte aan koolhydraten binnen, dan heb je misschien zichtbare buikspieren doorheen het jaar, maar je voelt je het hele jaar door alsof er een vrachtwagen over je gereden is. Dat is ook geen leven, natuurlijk.”
Ik ben me ervan bewust dat je qua lichaam nooit de perfectie kunt bereiken, want ook échte modellen in de boekskes zien er in het
echt niet uit zoals ze er daarin uitzien.
Dick pics op Instagram
Je hebt meer dan 20.000 volgers op Instagram. Daarmee behoor je tot de social influencers. Dat is leuk, maar ligt de druk daar ook niet enorm hoog?
BRUYNINCKX: “Klopt. Omdat ik mijn eigen uithangbord ben voor mijn zaak ervaar ik altijd wel de druk om er goed uit te zien en een strak lijntje te hebben. Mensen durven op social media zoals Instagram al snel zeggen dat je bent bijgekomen of er slecht uitziet. Bovendien neem je als potentiële klant geen raad aan van een dikke diëtiste, uiteraard. Die druk leg ik mezelf wel op, maar ik zal daarvoor nooit een eetstoornis ontwikkelen. Nogmaals: mijn gezondheid gaat altijd voor, maar als je bijvoorbeeld na Nieuwjaar weer wat kilootjes bent bijgekomen, ga ik mee het goede voorbeeld geven om die Nieuwjaarskilo’s weer kwijt te raken. Dat is dan ook mijn taak.”
Krijg je vaak leuke of minder aangename commentaar op Instagram?
BRUYNINCKX: “Eerlijk? Ik krijg nauwelijks negatieve commentaar. Mijn volgers reageren doorgaans heel positief, zoals: ‘Jij eet ook een ijsje? Smakelijk!’ of ‘Jij hebt het deze week mentaal ook moeilijk gehad? Fijn dat je dat deelt, want ik herken mezelf erin’. Onlangs reageerde er iemand uit Australië op één van mijn motiverende tekstjes. ‘Ik had vandaag geen zin om iets te doen, maar door uw post ga ik nu sporten’. Dat is zo fijn om te lezen. Dat verwacht je niet als je iets schrijft. Ergens typ ik dat voor mezelf, maar gaandeweg heb ik ontdekt dat ik dat eigenlijk ook voor al die volgers doe, want die hebben daar individueel allemaal iets aan. Het enige negatieve dat ik krijg, zijn dick pics. (lacht) Onlangs was ik dat zo beu dat ik in het Engels opriep om ermee op te houden. Dat als ik er nog één kreeg, ik hem zou doorsturen naar diens moeder, of zoiets. (lacht). Ik probeer dat steeds luchtig aan te pakken en sindsdien krijg ik er minder, dus het heeft gewerkt. Nu krijg ik nog maar drie dick pics per week. Voordien waren dat er drie per dag. Ik begrijp niet goed waarom mannen dick pics sturen. Blijkbaar moet dat werken, maar ik moet de eerste vrouw nog tegenkomen die zegt van: ‘ah ja, mooi, gaan we iets drinken?’” (lacht)
Enkele jaren geleden heb je meegedaan aan Komen Eten. Zou je in de toekomst nog graag mee willen doen in een televisieprogramma?
BRUYNINCKX: “Komen Eten vond ik heel leuk. Vooral ook omdat ik de kans kreeg om ook mijn intellectuele kant te laten zien. Ik had bij het menu ‘riante ricottakip’ geschreven. Niemand van de gasten wist wat ‘riant’ betekende, dus mocht ik dat uitleggen. Hét bewijs dat je blond kan zijn, deel kan nemen aan een missverkiezing én ‘brains’ kan hebben. (lacht) Ik zou graag nog aan een televisieprogramma willen deelnemen, maar niet aan iets hersenloos zoals Temptation Island. Vorig jaar stonden mijn vriend en ik op een festival en kregen we de vraag of we niet mee wilden doen aan Temptation Island. Daar hebben we vriendelijk voor bedankt. Wat voor mij wél kan, is een kookprogramma op Njam!, of zo. En ondertussen wat praten over psychologie. Dat lijkt me wel leuk.”
Tekst en interview: Koen De Nef