Is omikron het probleem, of het beleid?
Federaal minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke moet noodgedwongen water bij de wijn doen. Of beter, melk bij zijn deca. Hij stelt vast dat de besmettelijkheid van de omikronvariant veel afwezigheden bij leerlingen en leerkrachten en de sluiting van klassen veroorzaakt. Helemaal juist is dat misschien niet, het is niet meteen een probleem van zieke mensen, maar van mensen die eventueel, misschien een beetje ziek zouden kunnen worden, maar eerder het test- en quarantainebeleid dat voor problemen zorgt. Een redenering waarvoor je niet moet gestudeerd hebben. Doch, blijkbaar duurt het bij slimme mensen iets langer vooraleer de ‘frank’ valt. Intussen vragen zowel schooldirecties als het Vrij CLB als onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) om een versoepeling van de quarantaineregels. “De situatie is onhoudbaar geworden”, erkent Weyts, die enkel nog kinderen met symptomen wil thuishouden en testen. Woensdag bespreken de gezondheidsministers mogelijke versoepelingen.
En dus stelt de minister van Volksgezondheid Vandenbroucke daarom een tijdelijke aanpassing van de huidige procedure voor. Kinderen die thuis een hoogrisicocontact hebben gehad, maar zelf geen covid hebben opgelopen, zouden dan toch naar school kunnen. Voor de andere activiteiten blijft de quarantaine dan wel nog verplicht.
Kinderen die besmet zijn, symptomatisch of niet, moeten voor Vandenbroucke nog altijd thuis blijven om leerlingen en leerkrachten maximaal te beschermen tegen besmetting.
Vandenbroucke blijft het testbeleid echter wel promoten en raadt ouders aan om kinderen met symptomen (een snotvalling?) te laten testen met een PCR-test, door gebruik te maken van de zelf-evaluatietool om een testcode te verkrijgen. Op die manier worden ze geregistreerd en komen ze op de rekentafel van Molenberghs terecht. Want meten is weten, en heeft al dat weten tot nu tot een oplossing geleid?