Maar ligt het echt aan de chauffeurs?
Een tram die een wagen van de baan maait. Een bus die zich vast rijdt in een onhandig gemanoeuvreerde file. Voetgangers die zich vergissen in de afstand en plots oog in oog staan met een aanstormende mastodont. De Lijn duikt de laatste tijd opvallend vaak in de ongevallenstatistieken op. De cijfers spreken boekdelen: in 2023 waren de bussen en trams van De Lijn betrokken bij bijna 8.400 verkeersongevallen – een stijging van 20 procent ten opzichte van het jaar ervoor. Dat komt neer op een hallucinante 23 incidenten per dag.
Maar wie draagt de schuld? Volgens CD&V is het niet de buschauffeur, maar de rest van het verkeer die zich dringend moet herbronnen.
Botsen tegen een tram? Dat is een keuze
De impact van die stijgende ongevallen is niet min. 1.531 gewonden, 55 zwaargewonden en vier doden – en dat enkel en alleen door incidenten met bussen en trams van De Lijn. Vooral Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant blijken gevaarlijke regio’s.
En dan is er de schuldvraag. Vlaams Parlementslid An Christiaens (CD&V) zocht het uit en kreeg zwart op wit bevestiging: in slechts 15 procent van de gevallen draagt De Lijn volledige of gedeeltelijke aansprakelijkheid. Met andere woorden: de andere weggebruikers rijden zichzelf massaal tegen bussen en trams aan.
Volgens Christiaens ligt dat niet alleen aan onoplettendheid, maar ook aan een schrijnend gebrek aan kennis van de verkeersregels. “Veel automobilisten en fietsers hebben simpelweg geen idee hoe ze zich moeten gedragen als er een tram of bus aankomt,” stelt ze. “Ze onderschatten de snelheid, de remafstand, of denken dat ze nog wel even snel kunnen oversteken.” De CD&V’er pleit voor een strengere rijopleiding waarin de verkeersregels rond openbaar vervoer een prominentere rol krijgen.
Vakbond: "Buschauffeurs zijn geen bokszakken"
Ook vakbond ACLVB trekt aan de alarmbel. Secretaris Sven Desmedt bevestigt in ‘De Gazet van Antwerpen’ dat de schuld zelden bij de chauffeurs zelf ligt, maar dat zij wel de klappen vangen. “Een ongeval betekent voor onze chauffeurs niet alleen mogelijk lichamelijke schade, maar ook stress, trauma en administratieve ellende.”
In drukke steden ligt het probleem nog meer bij roekeloze automobilisten. “Sommigen snijden nog even snel een tram af aan een kruispunt, zonder te beseffen dat dat ding twee keer zo lang nodig heeft om te remmen als een auto.”
Flexi-jobs: een tijdbom op wielen?
Met de stijging van het aantal ongevallen duikt er nog een gevoelige kwestie op: flexi-jobchauffeurs bij De Lijn. Het idee is simpel: buschauffeurs die bijvoorbeeld al werken voor een privébusbedrijf kunnen in hun vrije uren ook een paar shifts meepikken bij De Lijn. Efficiënt? Misschien. Maar veilig? Dat is een ander verhaal.
CD&V maakt zich zorgen: wie garandeert dat deze flexi-chauffeurs niet oververmoeid achter het stuur kruipen? De vakbonden delen die bezorgdheid. “Voor chauffeurs van het openbaar vervoer worden rij- en rusttijden niet geregistreerd,” waarschuwen ze.
Daar komt nog bij dat een flexi-jobber met rijbewijs D minder opleiding krijgt dan een fulltime chauffeur. De standaardopleiding bij De Lijn duurt zes weken, maar wie al elders bus rijdt, kan dat traject flink inkorten. “De vraag is of dat wel volstaat,” stelt Christiaens. “En of flexi-jobbers überhaupt bereid zijn om een intensieve opleiding te volgen.”