Te weinig chauffeurs, te weinig techniekers, te weinig bussen zonder mankementen.
Een bus valt stil stil door een technisch defect, en wordt aan gort gereden door een aanstormende trein. Dat beeld presenteert zich als symbool voor de malaise bij De Lijn. Het incident van eind november vorig jaar, zette de problematiek pijnlijk in de schijnwerpers. Chauffeurs klagen al langer over verouderd materiaal, structureel onderhoudsgebrek en een management dat de pedalen kwijt lijkt te zijn.
Miljoenen kilometers en aftandse bussen
Met bijna twee miljoen kilometer op de teller had de bus die op de sporen strandde haar limiet al lang overschreden. En dat is geen uitzondering, volgens een Oost-Vlaamse chauffeur in ‘Het Laatste Nieuws’ die liever anoniem blijft. “De meeste bussen in onze stelplaats hebben meer dan een miljoen kilometer op de teller staan. Sommige voertuigen hebben al vijftien jaar of langer dienst gedaan. Het is gewoon niet meer verantwoord.” De bussen worden letterlijk opgereden tot ze het begeven. En dat blijkt geen uitzondering, maar de regel.
Volgens een officiële woordvoerder van De Lijn, Tom Wittock, ligt de gemiddelde levensduur van een bus rond de veertien jaar. “Maar een derde van onze vloot heeft die leeftijd al overschreden,” geeft hij toe. Toch haast hij zich om de impact te nuanceren. “Oudere bussen zijn niet per se onveilig, maar de kans op pannes is vanzelfsprekend groter.” Voor de chauffeurs klinkt dat als ‘uitleg van luie Sjarel’.. “Probeer maar eens een shift van acht uur te rijden in een rammelbak waarvan je niet weet of die het einde van de dag haalt,” klinkt het.
Technische onderbezetting: een tijdbom
Dat oudere bussen vaker in panne vallen, is ondertussen een publiek geheim. Maar wat het probleem verergert, is het chronische tekort aan technici om de defecten op te lossen. Al jaren kampt De Lijn met een structureel tekort aan onderhoudspersoneel. Het management focust vooral op besparen en reorganiseren, maar intussen wordt de werkdruk voor techniekers ondraaglijk.
De cijfers spreken voor zich: De Lijn zoekt dit jaar 120 nieuwe technici om het tekort enigszins op te vangen. Maar dat is volgens insiders een druppel op een hete plaat. “Er is meer nodig dan alleen extra personeel,” zucht een technieker. “Er moet een visie komen. We hebben jarenlang directeuren zien komen en gaan, maar geen enkele had een langetermijnplan. Alles draait om crisismanagement en pleisters plakken.”
Geparkeerde chauffeurs en woedende reizigers
Terwijl de bussen stilvallen, blijven chauffeurs letterlijk en figuurlijk aan de kant staan. “Soms zijn er simpelweg niet genoeg voertuigen beschikbaar om de dienstregeling te volgen,” vertelt een gefrustreerde chauffeur. “Dan kom je aan in de stelplaats en hoor je dat je shift geannuleerd is omdat er geen bus beschikbaar is. Ik ga niet naar mijn werk om een hele dag in de kantine te zitten.”
Voor de reizigers betekent dat een toenemende onbetrouwbaarheid van het openbaar vervoer. Voor wie dagelijks de bus neemt, is het dagelijks afwachten of ze rijdt – kan rijden – of niet. En als er al een bus verschijnt, zit die vaak overvol of rijdt die met een defecte verwarming.
De toekomst: elektrisch en efficiënt?
De Lijn lult zich er uit met de geplande investering in nieuwe elektrische bussen. Maar volgens de chauffeurs is dat toekomstmuziek. “Tegen dat die nieuwe bussen er zijn, zitten wij nog steeds met dezelfde problemen,” zegt een sceptische chauffeur. “En ondertussen blijven we risico’s nemen met voertuigen die niet langer betrouwbaar zijn.”
Vakbonden en chauffeurs pleiten voor een grondige hervorming van de organisatie. Misschien moet er eerst maar eens moet geïnvesteerd worden in mensen én materiaal.
“Busje komt zo (niet), busje zo (niet).”
(Foto: screenshot YouTube/DeLijnkanaal)