Nieuwe wet maakt van je smartphone jouw ID.
Het lijkt een toekomstvisie die eindelijk binnen handbereik komt: een maatschappij waarin je niet langer je fysieke identiteitskaart bij je hoeft te dragen, maar gewoon je smartphone kunt gebruiken als digitale identificatie. Dit zou wel eens werkelijkheid kunnen worden als het wetsvoorstel van N-VA-Kamerlid Michael Freilich wordt goedgekeurd. Met de nadruk op digitalisering en gemak, stelt Freilich voor om de identiteitskaart achter ons te laten en deze in de digitale wereld van onze smartphones in te passen.
Het einde van de papieren identiteit
Vandaag de dag kunnen we met onze smartphones bijna alles regelen. Van online shoppen en bankieren tot navigeren en zelfs betalen in de supermarkt – onze telefoon is al lang een verlengstuk van ons dagelijks leven. Toch is er één domein waar de smartphone het spreekwoordelijke stokje nog niet heeft overgenomen: identificatie. Tot op heden blijven we verplicht om altijd onze identiteitskaart op zak te hebben, en dat geldt zowel voor gewone burgers als voor agenten die zich op onze ID moeten baseren bij controles.
Michael Freilich - die het wetsvoorstel indiende - stelt echter dat dit niet meer van deze tijd is. “Als de samenleving digitaliseert en we steeds meer processen online kunnen doen, waarom zouden we dan nog altijd verplicht zijn om iets op papier bij ons te dragen?” vraagt de Vlaams-nationalist zich af. Volgens Freilich is het tijd voor een vooruitstrevende stap richting digitalisering van onze identiteit. Met zijn wetsvoorstel wil hij dan ook de mogelijkheid creëren om onze identiteit via een smartphone te verifiëren, zonder dat we daarvoor onze fysieke ID-kaart hoeven te tonen.
Hoe werkt het voorstel?
Het wetsvoorstel voorziet in een digitale oplossing voor een probleem dat al jaren blijft bestaan. De huidige digitale identiteitsapp, gelanceerd door staatssecretaris voor Digitalisering Mathieu Michel (MR), stelt gebruikers al in staat om hun identiteit digitaal te verifiëren, maar het systeem is nog verre van effectief. “De app is in de praktijk waardeloos”, aldus Freilich. “Staatssecretaris Michel heeft beloofd dat het juridisch kader zou worden gecreëerd, zodat agenten via de app je identiteit kunnen controleren, maar hij is daar in feite nooit in geslaagd. Mijn wetsvoorstel regelt dat nu wel.”
Freilich’s plan is simpel maar krachtig: burgers zouden hun identiteit kunnen bevestigen via hun smartphone, bijvoorbeeld met apps zoals itsme, die nu al gebruikt worden voor digitale betalingen en andere identiteitsverificaties. Dit zou de noodzaak voor een fysieke identiteitskaart overbodig maken, omdat onze smartphones de functie van een ID-kaart kunnen overnemen, inclusief de mogelijkheid om snel en veilig onze identiteit te bewijzen.
Automatische updates en minder administratie
Naast de digitalisering van de identiteitskaart zelf, bevat het wetsvoorstel nog een andere belangrijke wijziging. Op dit moment moeten burgers actief hun persoonlijke gegevens bij instellingen zoals banken, energieleveranciers, verzekeraars en telecombedrijven bijwerken wanneer er iets verandert, zoals een adreswijziging of het verkrijgen van een nieuwe identiteitskaart. Freilich wil hier een einde aan maken. In plaats van dat de burger deze taken handmatig moet uitvoeren, stelt hij voor om erkende dienstverleners voor elektronische identificatie, zoals itsme, toegang te geven tot het Rijksregister. Hierdoor zouden alle relevante instellingen automatisch op de hoogte worden gebracht van veranderingen in iemands situatie, zoals een nieuwe adresregistratie of wijziging van de identiteit.
Dit idee moet niet alleen de administratieve last voor de burgers verlichten, maar het zou ook de digitale kloof verkleinen en de veiligheid tegen identiteitsfraude vergroten. “Door dit systeem kunnen we veel bureaucratische rompslomp vermijden, en tegelijkertijd zorgen we voor een veiliger systeem waarin je gegevens beter beschermd zijn tegen misbruik”, aldus Freilich.
Wat brengt de toekomst?
Op dit moment ligt het wetsvoorstel nog ter beoordeling bij verschillende instanties, zoals de Privacycommissie, het Ministerie van Binnenlandse Zaken en het Centrum voor Cybersecurity België. Freilich hoopt echter dat het voorstel in februari of uiterlijk tegen Pasen zal worden goedgekeurd.