Start Magazines Zoeken Shop Rubrieken

Gepeste Antwerpse studente: "Vanbinnen werd ik beetje bij beetje meer vermorzeld"

Koen De Nef - 10-01-2018

De 24-jarige Antwerpse studente Leen Gijs vertelt op haar blog hoe ze jarenlang het slachtoffer is geweest van zware pesterijen. Het ging zelfs zo ver dat ze - eerst 'in het echt' en later ook online - haar eigen Leen-hatertjes-club had. Op een bepaald moment trok ze aan de alarmbel. Dat was het moment dat het jarenlange herstelproces in gang gezet werd. Een hartverscheurend levensverhaal dat gepeste mensen een hart onder de riem kan steken en potentiële pesters hopelijk tot inkeer brengt.

Ja, ik ben gepest geweest, en dat wens ik zelfs mijn pesters niet toe.

Zo, het is eruit: ik ben gepest geweest. En nee, ik kan en wil niet zeggen dat het me sterker heeft gemaakt. Ik heb altijd heel positief in het leven gestaan en doe dat uiteraard nog steeds. Maar ik stop met aan die ervaring positieve gevolgen te koppelen. Die erkenning verdient het niet. Gepest worden heeft me klein gekregen. Het verwerkingsproces achteraf heeft me misschien sterker gemaakt, maar daar heb ik zelf jaren voor moeten vechten.

Sinds 4 à 5 jaar kan ik praten over wat er toen gebeurd is, zonder dat ik mij hier te hard over schaam en zonder dat de tranen mij onmiddellijk in de ogen springen. Alleen al om tot dat punt te komen heeft 8 jaar geduurd, want nu is het ondertussen 12 jaar geleden dat de pesterijen op hun hoogtepunt waren. Ik neem jullie even mee door mijn verhaal.

Het hebben van een eigen club klinkt misschien wel fancy, maar helaas was dat hier allesbehalve. De naam van de club was: de DLHC, wat een afkorting was voor de Leen-hatertjes-club.

De Leen-hatertjes-club

Ik zat in het 6de leerjaar. Op een bepaalde dag kwam er tijdens de middagpauze een klasgenootje naar mij gelopen en zei dat hij lid was geworden van een club over mij, die tijdens die pauze was opgericht. Het hebben van een eigen club klinkt misschien wel fancy, maar helaas was dat hier allesbehalve. De naam van de club was; de DLHC, wat een afkorting was voor De Leen-hatertjes-club. Zo open als ze er tegen mij over waren, zo snel kwam dat nieuws ook terecht bij mijn juf. Die namiddag werd daar een klasgesprek over gehouden en bleek al snel dat heel wat ‘clubleden’ gewoon dachten dat het om te lachen was, dus werd die club de kop ingedrukt. Zo vergevingsgezind ik was, vergaf ik het hen allemaal al snel en dus no hard feelings voor de toenmalige ‘leden’. Zelfs met ‘het brein’ achter die club raakte ik de rest van het schooljaar best nog bevriend (dacht ik).

Het jaar daarna ging ik naar het middelbaar, een spannend moment waar ik enorm naar uitkeek. Ik ging altijd graag naar school en wilde net als mijn broers naar de grote school gaan. Maar dat jaar veranderde al snel in een nachtmerrie. Ik zat in Piustien in Antwerpen, waar in het eerste middelbaar zo’n 14 klassen zijn. Nu moest het toch lukken dat ik net met dat ene meisje, dat in het 6de leerjaar de DLHC-club oprichtte, in de klas zat. Allemaal geen probleem, want voor mij was dat verleden tijd. Helaas was zij helemaal klaar voor een heroprichting van mijn persoonlijke club en het moest en zou een groter succes worden dan voordien.

In de klas werd ik uitgescholden, achter mijn rug werd geroddeld en op de speelplaats kwamen ze in groep naar mij om mij te kleineren.

Cyberpesten

Het schooljaar was nog maar net gestart. Ik zat met allemaal nieuwe mensen in de klas die ik nog niet kende en zij mij dus ook niet. Die kans greep ‘het brein’ met beide handen. In een mum van tijd was bijna heel de klas tegen mij opgezet, want zij wisten niet beter. DLHC beleefde haar glorietijd. Naar school gaan werd verschrikkelijk, want in de klas werd ik uitgescholden, achter mijn rug (maar net luid genoeg) werd geroddeld over mij en maakten ze mij zwart, op alles kreeg ik commentaar, op de speelplaats kwamen ze in groep naar mij om mij te kleineren en noem maar op. Dit alles toch subtiel genoeg dat leerkrachten het niet opmerkten.

Jammer genoeg hield het daar niet op. Ik kreeg namelijk de eer om een eigen website te hebben. Ja, cyberpesten begon toen zijn weg te vinden in onze maatschappij en dlhc.be was daar het levende bewijs van. Op die site stond niet heel veel, uiteraard was dat toen allemaal nog heel primitief. Wel prijkte er een foto van mezelf in Boeddha-houding, die ze van mijn toenmalig Netlog-account hadden gehaald, met daarboven een slogan. Het beeld van de foto staat nog steeds op mijn netvlies gebrand. Die was prachtig ‘professioneel’ bewerkt in Paint. Zo werd ik voorzien van een mooie fluo-groene penis, een snor, etc. Geloof mij: als je als 12-jarig meisje zo’n link open klikt, is dat toch wel even serieus slikken.

Het was ook de tijd dat MSN zijn hoogdagen beleefde, maar ook daar wisten ze me te vinden. De link werd duizend keer doorgestuurd, ik werd uitgescholden, kreeg telkens te lezen hoe hard iedereen mij haatte, enzovoort. Het ergste was: ik was niet alleen op school niet veilig voor de pesterijen, maar ook in mijn eigen huis niet meer. De schaamte was te groot om het aan iemand te vertellen.

Jarenlang heeft dit alles me achtervolgd en mij het leven nodeloos moeilijker gemaakt.

Loser

Ik probeerde overal te laten lijken dat er niets aan de hand was en de pesterijen mij niet raakten, maar vanbinnen werd ik beetje bij beetje meer vermorzeld. Tot er op een dag weer een hele groep rondom mij was verzameld en het allemaal te veel werd. Een vriendin van een andere klas merkte dat toen op en nadat ik haar vertelde wat er allemaal aan de hand was, heeft zij mij gedwongen naar de klastitularis te gaan. De school is er onmiddellijk heel serieus mee aan de slag gegaan, de directeur werd erbij betrokken en in samenspraak met mij en mijn ouders zochten ze de beste manier om de pesterijen aan banden te leggen.

Maar goed: wat gebeurd was, kon niet ongedaan gemaakt worden en jarenlang heb ik mij hierover geschaamd, want IK werd gepest, dus IK was de loser. Het feit dat ik het jaar erna weer het mikpunt werd van enkele klasgenoten, deed er zeker geen goed aan. Jarenlang heeft dit alles me achtervolgd en mij het leven nodeloos moeilijker gemaakt. Ik moest een weg zoeken om hiermee om te gaan, maar kon er amper over praten… schaamte. Dus ja: dat gepest worden heeft me beïnvloed, maar alleen in negatieve zin. Het heeft ervoor gezorgd dat ik onzeker ben over dingen waar dat niet voor zou moeten, het heeft ervoor gezorgd dat ik voortdurend bezig was met wat anderen van mij denken, … Dat heeft me allemaal niet sterker gemaakt, maar net belemmerd.

Wat me al die jaren en ook nu vooral nog bezighoudt is: waarom ik? Niet dat ik het een ander toewens, maar wat had ik hen misdaan om zo het mikpunt te worden? Al die jaren dacht ik dus dat het aan mij lag. Dat het mijn fout was, dat ik het zelf gezocht had. Maar sinds mijn 20/21 jaar, heb ik daar verandering in kunnen brengen. Ik leerde om erover te praten met vrienden en door hun reacties ben ik beginnen beseffen dat ik mij daar niet over moet schamen. Diegene die zich moeten schamen zijn de pesters, maar die zullen daar waarschijnlijk niet meer van wakker liggen.

Toen ik mijn verhaal vertelde aan de kinderen in mijn klas, werden ze muisstil. En hun reacties erna waren hartverwarmend.

Ziel blootgelegd

Erover praten was al een enorme overwinning voor mezelf. Na 8 jaar mocht dat nu wel, maar een nog grotere overwinning was in mijn laatste jaar van mijn lerarenopleiding, nu 3 jaar geleden. Ik deed mijn eindstage in het 6de leerjaar in een geweldige klas vol enthousiaste, mondige leerlingen. Daar gaf ik les over de gevaren van het internet, waaronder cyberpesten. Ik was niet zeker of ik het zou doen of niet, maar op dat moment heb ik toch beslist om mijn verhaal aan die kinderen te vertellen. Je kan ze wel vertellen van ‘doe het niet’ en ‘ooeh, pas op’, maar van concrete situaties leren ze het meest. Ik heb toen echt even mijn ziel blootgelegd, waar ze muisstil van werden. Hun reacties erna waren hartverwarmend. Sommige ook van ‘kom vertel wie dat waren, dan slaan we die in elkaar’ en geweld is natuurlijk nooit de oplossing, maar ik hoop dat ik hen tenminste heb kunnen weerhouden van dit zelf ooit te doen. Of als ze zelf slachtoffer worden, dat ze beseffen dat ze zich niet moeten schamen, want ze zijn niet alleen.

Een jaar daarna begon ik ook naar een psycholoog te gaan, want ik deed een voorbereidend jaar musical en botste daar op heel wat grenzen, die voor een groot deel - kwam ik toen tot inzicht - ook uit die pesterijen voortkwamen.

Het enige dat ik wil is dat mensen beseffen dat ze zich nooit moeten schamen dat ze gepest worden en dat pesters beseffen wat voor een impact ze kunnen hebben op iemand zijn leven.

Ik wil hiermee wel duidelijk maken dat het niet iets is waar ik me achter zal gaan verschuilen en ik wil zeker ook geen medelijden opwekken. Het enige dat ik wil is dat mensen beseffen dat ze zich nooit moeten schamen dat ze gepest worden en dat pesters beseffen wat voor een impact ze kunnen hebben op iemand zijn leven. Bij mij is het nu al een proces van 12 jaar en ondanks ik het altijd wel een beetje zal meedragen heb ik het er, denk ik, best wel goed vanaf gebracht. Maar pijnlijk genoeg zijn er ook té veel verhalen die eindigen in mineur.

Ik zou hier nog boeken over kunnen volschrijven omdat dit onderwerp mij zo hard raakt. Die boeken zal ik jullie besparen, maar één ding wil ik nog meegegeven: als je zelf ooit zoiets meemaakt(e), durf erover te praten! Jij moet je voor niets schamen. De enige die zich moeten schamen zijn zij, want niemand heeft het recht om op zo’n manier jouw leven te beïnvloeden.

Meer verhalen van Leen Gijs kunt u HIER lezen.

Leen gijs Pesten

Reacties

Resterende karakters 500
Nieuwsbrief Mis nooit meer het laatste nieuws, exclusieve aanbiedingen en boeiende verhalen van P-magazine! Schrijf je nu in voor onze nieuwsbrief en blijf altijd op de hoogte.
Zoeken