Dansen, feesten, drinken en in elkaar worden geklopt. Welkom op La Boum.
Krapuul, jong uitschot of het ondertussen tot een klassieker uitgegroeide “ze moeten eens een dag gaan meedraaien op de COVID afdeling”. De internethelden van weleer draaiden gisteren overuren bij het zien van de beelden uit het Ter Kamerenbos. De politie zette er de grote middelen in nadat La Boum 2 volledig uit de hand was gelopen. Wat een volksfeest moest worden, draaide uit op een veldslag van formaat die op momenten meer weg had van een stadsguerrilla dan van een fuifje in open lucht. Niet voor het eerst werd het geheel een orgie van geweld, want ook tijdens La Boum 1, vier weken geleden, werd duchtig gebruik gemaakt van de wapenstok. Hoe is het in godsnaam mogelijk dat het opnieuw kon ontsporen, nog gewelddadiger dan de eerste editie? Wij stonden te midden van het tumult en zagen de boel uit de hand lopen, nog voor de eerste voetzoeker werd gegooid.
First things first: La Boum is wat je krijgt wanneer je halsstarrig weigert te luisteren naar een wanhopige bevolking. Vorig jaar is België afgegleden in een put waar de virocraten de plak zwaaien. Ze nemen dan wel geen politieke beslissingen, ze sturen diezelfde politici (al dan niet via een tweet of een tv-studio) aan. Een select clubje aan experten kijkt naar het plebs en ziet cijfers, geen mensen. Ze zien grafieken, statistieken en curves maar zien geen depressies, falingen, stress of financiële rampen. (als er nu één sector is die het afgelopen jaar wel goed heeft geboerd, dan is het de virologie) Een epidemiologische staatsgreep werd gepleegd en diezelfde wetenschappers spreken tot het volk als volleerde tirannen. Hun cijfers zijn wet en als die cijfers niet kloppen, dan worden die ter plaatse uitgevonden. Wat de geschiedenis ons dan weer heeft geleerd is, dat iedere staatsgreep resulteert in opstand en die opstand kreeg in België een naam… La Boum.
Na de gigantische braspartij van vorige maand nam de politie (ondertussen uitgegroeid tot de gewapende hand van de GEMS) geen enkel risico. Rond het middaguur was hun aanwezigheid in en rond het Ter Kamerenbos overweldigend. Van de vriendelijke wijkagent met dikke buik en scheve kepi was geen sprake, hij moest plaats maken voor ordehandhavers in gevechtsuitrusting. De Boumers lieten het niet aan hun hart komen en zakten massaal af naar de grasvelden. Kumbaya zingen terwijl je tokkelt op de gitaar? Een verjaardagsfeestje vieren onder een boom of zelfs een heus toneelstuk met vlaggenzwaaiers gaan opvoeren? De mensen genoten in hun bubbel en de ijsjesventers deden er gouden zaken. De drank vloeide er rijkelijk en op verschillende plaatsen stimuleerden opzwepende beats mensen tot dansen en tegen elkaar aanschuren. Geert Molenberghs zou er een dubbele hartaanval aan overhouden. De politie keek streng toe maar was blind voor het echte probleem dat zich ondertussen tussen het volk aan het mengen was. Hordes amokmakers van het soort 'kansenparels' begonnen zich tussen de feestvierders te verdelen. Alleen een blinde kon niet zien dat het compleet fout zou gaan aflopen, blinden en de politie natuurlijk want die grepen niet in. Die volledig verkeerd begrepen jongeren vervelen zich natuurlijk ook in hun eigen buurt (die beruchte no go-zones) en besloten dan maar om wat amok te gaan maken in het bos. Nog steeds hadden de ordediensten niets in de gaten. Vreemd want met hun trainingsbroekje in de kousen en een taalgebruik dat niet verder gaat dan “nique ta mère” kon je ze er zo uithalen.
Bij het knallen van de eerste voetzoekers werden de coronamatrakken opgeblonken. Een helikopter vloog over de meute en via een drone bulderden de handhavers “respecteer de maatregelen of verdwijn” door een luidspreker. De feestvierders die zich van geen kwaad bewust waren voelden zich natuurlijk geviseerd en lieten dat ongenoegen luidkeels horen. Op dat eigenste moment liep het heel erg snel, heel erg fout. Gecamoufleerd door het gejoel van boze burgers maakte het straattuig, in vele gevallen voorzien van bivakmutsen, gretig gebruik van de situatie om verkeerslichten en vuilnisbakken te slopen. Nagenoeg meteen kregen die vuilnisbakgangsters een koekje van eigen deeg, niet van de politie maar van de feestvierders die hen op enkele ‘djoeffen’ trakteerden. De bevolking deed wat de politie nooit eerder kon: komaf maken met die sportsloffendragende gangsters van den Aldi. Een slag in het water zo bleek, want het leger van Van Ranst - de politie - had zich al opgesteld en chargeerde. De oproerkraaiers verborgen zich tussen de bomen en nog voor de dansende bende (waar de gemiddelde leeftijd rond de 35 jaar schommelde) goed en wel kon beseffen wat er gebeurde, werden de eerste klappen uitgedeeld.
Ere wie ere toekomt: de oproerpolitie deed geen half werk. Alles wat rechtstond, werd neergeknuppeld en alles wat kon ademen kreeg traangas of pepperspray te verwerken. Een kind van een jaar of tien, dat nieuwsgierig was naar al het lawaai en met zijn fiets naar de rand van het bos reed, kreeg een volle dosis pepperspray in het gezicht. Zonder twijfel moet hij er vervaarlijk hebben uitgezien, met zijn blauwe sweater voorzien van een Mickey Mouse-motief. De feestvierders, die zich tot dan voornamelijk op de gestigmatiseerde jeugd aan het richten was, keerden zich op dat moment tegen de politie. Ze werden getrakteerd op een tsunami aan traangas, het waterkanon en agenten in burger deelden nog wat rake klappen uit aan eenieder die achterbleef. Verpleegsters, bejaarden, mensen in een rolstoel en jawel ook journalisten kregen flinke tikken van de telescopische wapenstok. Enkele leden van Nurses 4 Freedom probeerden nog de waterkannonen tegen te houden door er voor te gaan liggen, iets wat ze waarschijnlijk niet meer opnieuw gaan proberen.
Na ontelbare charges verplaatsten enkele hardnekkige amokmakers zich naar het stadscentrum, waar ome overheid de boel snel onder controle kreeg. Ze waren trots om diezelfde avond nog wereldkundig te maken dat ze tientallen arrestaties hadden uitgevoerd. Mensen met een glitterkostuum, oversized zonnebrillen en zelfs een kerel met een unicorn-rugzak werden in de boeien geslagen. Het schorem uit zones à la Molenbeek bleef dan weer ongemoeid. Het was dan ook vreemd om vast te stellen hoe net de probleemmakers vrij spel kregen terwijl de totaal uitgeputte burger het gelag mocht betalen.
Het is bijgevolg wachten op de venijnige tweet van expert-in-alles Marc Van Ranst, die ondertussen wel nog druk bezig is met het voeren van een digitale oorlog met Jean-Marie Dedecker. Of hij het feestje al dan niet zal afkeuren, daar liggen de feestvierders zelf niet wakker van. Op 15 mei is het opnieuw van dattum en wordt er verzamelen geblazen in het Ter Kamerenbos om 13hr30. Zouden ze daar dan ook terrasjes voorzien?