“We zagen het ook in het rioolwater.”
“Naarmate de epidemie minder grootschalig wordt, is ook niet meer nodig om iedereen te blijven testen”, zei Pedro Facon. Eerder had de coronacommissaris een aha erlebnis toen hij er achter kwam dat ons land elke dag 3 miljoen euro uitgaf aan PCR-tests. En dus rees de simpele vraag: is het eigenlijk allemaal wel nodig (geweest)? En gaan we dan wel nog nieuwe varianten detecteren en eventuele nieuwe coronagolven die er zitten aan te komen detecteren als we niet meer massaal geen testen? Het Europees Centrum voor Ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) waarschuwde ons land daar vorige al voor in een rapport: er moeten voldoende controlemechanismen blijven.
Maar het antwoord is - zo blijkt - even simpel als de vraag. Volgens van Gucht heeft Sciensano een surveillance op verscheidene niveaus. “Wij van Sciensano hebben bijvoorbeeld een netwerk over heel België waar rioolwater geanalyseerd wordt, daar zijn we al jaren mee bezig”, aldus Van Gucht in ‘Het Nieuwsblad’. “ We zien dat de hoeveelheid virus in het rioolwater vrij goed overeenkomt met de epidemiologische curve. Het geeft je een goed idee over hoe het virus circuleert. En in dat rioolwater kan je ook varianten identificeren.”
Dat hij daar nu mee afkomt.