Wat als van der Poel er nooit was geweest?
Na de overwinning van Wout Van Aert op de Mount Ventoux is de Kempenzoon even iconisch geworden als de berg die zo benoemde. “Hoe Van Aert na een verloren massasprint meteen de klik kon maken: dan maar op de Ventoux”, vraagt columnist Thijs Zonneveld zich af in ‘Het Laatste Nieuws’. “Waar zit die knop? En hoe zet je die om? Hoe overtuig je jezelf dat je de zwaarste rit van de Tour kunt winnen als je 78 kilo weegt, een blindedarmoperatie hebt ondergaan en al anderhalve week van teleurstelling naar teleurstelling fietst? Hoe schakel je het angstige stemmetje in jezelf uit, dat zegt dat je je beter kunt sparen voor minder zware etappes?”
Wie een antwoord probeert te vinden op die vragen, zal die niet vinden, maar komt wel rechtstreeks uit bij de enkele echte groten uit de wielergeschiedenis en met name bij die ene grote, Eddy Merckx.
Het is onzin om een Cavendisch te vergelijken met Merckx omdat de Australiër straks misschien het record van het aantal ritoverwinningen in Tour zal verbreken. Cavendisch is gezegend met sprintersbenen, maar slechts eenzijdig getalenteerd in vergelijking met Merckx en Van Aert. Van Aert was tweede in de spurt van rit tien, in een zelfde tijd als Cavendisch. Een dag later, in rit elf, eindigt Cavendisch 147ste op 40’40” van Van Aert. Daarmee is alles gezegd.
Wat als Van Aert in zijn carrière geen van der Poel was tegen gekomen? Moeilijk te voorspellen. Misschien hebben ze mekaar wel groot gemaakt? Wat als de Tour geen specialisatie is waar alleen de beste klimmer nog kan winnen? Wat als Merckx nu zou rondrijden in het peloton?
Van Aert noemt op de Franse tv rit elf “een van zijn mooiste overwinningen”. Op de persconferentie na afloop legt hij uit waarom. “Een paar jaar geleden had ik nooit gedacht dat ik een bergrit solo zou kunnen winnen. En dan doe ik het in de Belgische trui in een regio waar veel mensen op vakantie gaan. Dat alles samen maakt het zo speciaal.”
Samengevat: "Van Aert is gene gewone en van de Poel is al naar huis.”