“Het systeem rammelt langs alle kanten.”
Minister van Binnenlands Bestuur Hilde Crevits (CD&V) wil af van de verplichte dubbele dokterscontrole bij crematies. Momenteel moeten er namelijk twee artsen worden aangesteld om de doodsoorzaak vast te stellen, maar dat blijkt vaak omslachtig, duur en weinig effectief. “We gooien hier veel belastinggeld weg, terwijl die tweede controle zelden grondig gebeurt,” klinkt het bij experts.
Waarom een tweede controle?
De huidige regels verplichten gemeentebesturen om bij elke crematie een extra arts aan te stellen en te betalen, die controleert of de overledene inderdaad een natuurlijke dood is gestorven. Deze tweede arts wordt ingezet als extra veiligheid: de eerste arts zou immers een misdrijf kunnen over het hoofd zien. Crematie laat – in tegenstelling tot een begrafenis - geen enkel bewijsmateriaal achter dat achteraf nog forensisch onderzocht kan worden. Zodra een persoon gecremeerd is, is alle fysiek bewijs namelijk definitief weg.
Hoewel het op papier een goed systeem lijkt, rammelt het in de praktijk. Buitenlands onderzoek schat dat jaarlijks mogelijk tientallen gewelddadige overlijdens onopgemerkt blijven omdat de huidige controles te oppervlakkig zijn. En dat allemaal terwijl gemeenten steeds meer betalen voor deze onderzoeken, met soms absurde tarieven. Zo moest Antwerps gouverneur Cathy Berx recent tussenkomen toen een Turnhoutse huisartsenkring bijna 200 euro wilde aanrekenen voor een enkel crematieonderzoek.
“Slechts een formaliteit”
Vlaams minister Hilde Crevits is niet blind voor de klachten en budgettaire druk van gemeenten, die hier jaarlijks zo’n 5 miljoen euro aan spenderen. Het is een publiek geheim dat die tweede controles vaak puur formaliteiten zijn. Crevits wil dan ook een eenvoudiger en effectiever systeem introduceren. “Het huidige model met een tweede arts biedt nauwelijks extra bescherming. Het kan enkel werken als het correct wordt toegepast, maar dat gebeurt amper.”
Veel crematie-artsen zien de tweede controle ook bijna altijd als een administratieve formaliteit. Het lichaam wordt even vluchtig bekeken, maar van een echte controle is vaak geen sprake. Huisartsen zijn bovendien niet opgeleid voor dit werk. Een wetsarts heeft vijf jaar gerechtelijke geneeskunde gevolgd, terwijl huisartsen slechts een handvol uren in hun opleiding krijgen.
Een systeem dat schreeuwt om hervorming
In de medische wandelgangen wordt gefluisterd dat het simpelweg afschaffen van het tweede onderzoek geen goed idee zou zijn, maar dat er nood is aan een grondige hervorming. Het moet en kan veel efficiënter. Denk bijvoorbeeld aan het niet langer standaard verplichten van die extra controle bij overlijdens in ziekenhuizen of woonzorgcentra, waar medisch personeel doorgaans een goed beeld heeft van hun patiënten. Verdachte overlijdens zouden daar sowieso sneller aan het licht komen.
Voor overlijdens in de thuissituatie zou het logischer zijn om bij twijfel de huisarts te vragen of er zeker sprake is van een natuurlijk overlijden. Bij enige twijfel kan dan alsnog een tweede, gespecialiseerde arts worden ingeschakeld. Op die manier wordt de controle niet alleen efficiënter, maar ook kostenbesparender.
Justitie aan zet
Minister Crevits trekt nu richting Justitie om te overleggen over de gewenste aanpassingen. Bij het College van Procureurs-generaal en de minister van Justitie ontbreekt het echter vooralsnog aan enthousiasme. Toch groeit het besef dat het huidige systeem verouderd is en dringend om vernieuwing vraagt. Ter vergelijking: in veel Europese landen wordt bij 10 procent van de overlijdens een autopsie uitgevoerd, in België is dat amper bij 1 à 2 procent.
Crevits’ plannen zouden een forse administratieve last van de gemeenten wegnemen en een systeem creëren waarin alleen gerichte, grondige controles plaatsvinden, waar die écht nodig zijn.
(Foto: montage Shutterstock)