Volgens voormalig commissaris Christian Smets van de VSSE werd Delhaize door de Bende van Nijvel afgeperst. Delhaize betaalde en hierop namen de ‘hold-ups’ een einde.
Ook Bendespeurder Willy Acke zat op dat spoor van ‘racket’. Acke werd geboren in Ieper op 9 augustus 1955. Substituut Acke leidde het onderzoek van 1985 tot 1990 in Dendermonde. In zijn notities staan concrete verwijzingen naar Delhaize en dan meer specifiek de geheime rekeningen van de grootgrutter bij de Generale Bank. Acke werd gezelfmoord op 19 december 1994. (zie onder voor de originele notities)
De Baets stuit in dossier in 1984 bij de Generale
op zwarte rekening van de Delhaize
-> Blijkt volledig parallelle boekhouding waar 30 miljard op staat
Boudewijn
andere leden van het hof, hoge clerus
Transferten -> Bahamas
Dossier zit nu in kluis PG of PK BXL [Parket van Brussel]
Alle onderzoekers BOB BXL Fin. moesten van Van Honsté briefje tekenen dat ze onder geen enkel beding nog de zaak zouden onderzoeken.
Voor de bendefeiten in 1985 bestaan er diverse aanwijzingen dat Delhaize effectief het slachtoffer was van een ‘racket’. In het derde boek van Guy Bouten over de Bende staat een nota van de Staatsveiligheid met de specificaties 5/V.S./3de DIR. ST. B/BRAB/NIVELLES/Bende van Nijvel. (zie onder voor de originele nota)
De nota was gericht aan Victor Bricout, kabinetschef van minister Gol. Onder de hoofding 'GEHEIM-BRONGEVAAR-ZEER DRINGEND' staat:
"Nota aan de minister. Ik heb de eer u in te lichten over het feit dat een bron in extreemrechtse milieus er onlangs van ingelicht werd dat het doel en de werkwijze van deze bende berusten op racketeering. Volgens de bron is de directie van de supermarkten Delhaize op de hoogte van het feit dat men deze praktijken op haar ketens wil toepassen, maar wil dezelfde directie niet op deze voorstellen ingaan." Een nadeel: de nota werd opgesteld op 14 november 1985, dus na de laatste ‘hold-up’ van de Bende in Aalst.
Volgens de Bendecommissies werd die piste van racket evenwel onvoldoende onderzocht: “Van bij het begin werd het onderzoek georiënteerd alsof het om gewoon banditisme ging. Een aantal andere hypothesen werden a priori veronachtzaamd. Andere mogelijke hypothesen bestonden erin dat het om terrorisme, racketeering, internationale wapenhandel, drugverslaafden, en anderen kon gaan. Al deze hypothesen zijn onvoldoende of in het geheel niet onderzocht.”
David Van de Steen verloor zijn ouders en zus in Aalst. “Ik heb altijd gezegd dat Delhaize afgeperst geweest is, maar het warenhuis heeft dat altijd ontkend”, stelde David Van den Steen een paar jaar geleden in het Nieuwsblad. “Ik heb nu een kassierster uit Aalst die bevestigt dat Delhaize tussen de voorlaatste aanval (de hold-ups van de Delhaize in Eigenbrakel en Overijse op 27 september 1985, nvdr) en de laatste aanval van de Bende (Delhaize Aalst) een dreigbrief gekregen heeft. Het personeel moest dan oefenen over wat ze moesten doen bij een overval. De namen van VDB en de grote bazen van Delhaize doken al eerder op in verband met zwart geld en vastgoedbeleggingen in de Brusselse prostitutiebuurt.”
Delhaize moet nu erkennen dat ze afgeperst geweest zijn, stelde Van de Steen. “Als slachtoffer werpt dat een heel ander perspectief op het gebeuren. Als Delhaize wist dat het kon gebeuren, hebben ze heel weinig gedaan om het voorkomen, en ze hebben ons daarna aan ons lot overgelaten. De vraag is in hoeverre iedereen op de hoogte was van die dreigbrief.”
De procureur kreeg het overigens al eerder benauwd wanneer de speurders naar de Bende van Nijvel willen onderzoeken of de overvallen op de filialen van Delhaize mogelijk geen verband houden met het afpersen van twee bestuurders van de warenhuisketen.
Dat is stom gekomen met de vondst van de valies van een zware jongen (Claude Dubois) die ervan verdacht wordt zijn vriendin te hebben vermoord en (in stukken versneden) in de Maas te hebben gedumpt.
Er zit een notitie in de valies, verwijzend naar 'Leclercq Jacques, 'boss de Delhaize 250.000 actions de 5.000', omgerekend 1,25 miljard frank. Het wekt de nieuwsgierigheid van de speurders. Leclerq Jacques, dat is Jacques le Clercq, lid van de raad van bestuur van Delhaize die tussen 1973 en 1982 een relatie heeft gehad met Nicole Andrien, een Brusselse prostituee die met geld van le Clercq de bar de Ambassade heeft gekocht waar het de bedoeling is een casino onder te brengen. De dame koopt met geld van haar minnaar later nog eens acht bars in de Aarschotstraat, het epicentrum van de Brusselse straatprostitutie.
Nicole Andrien was een prostituee in de jaren zeventig en tachtig in de Plantenstraat in Sint-Joost-ten-Node. Ze was een sm-specialiste en de maîtresse van Jacques le Clercq, beheerder van Delhaize, die haar jarenlang met cadeaus overlaadde.
In de notities van Willy Acke: “Werkt Andrien verder uit. Heeft 7 bars aan Nord BXL [Brussel Noordstation] in eigendom gehad. Had relatie met 2 beheerders van Delhaize: Raymond Boon en Leclercq. Leclercq in 1982 uit België, naar VS. Zou haar 300.000 frank betaald hebben, maar dit moet meer zijn. Ook Boon betaalde. Afpersing?”
“Andrien kende Moussa, Kara (?), Philippe De Staerke. Woont nu in Avenue Louise. Geniet protectie. Komt af met het feit dat Vanden Boeynants haar niet kon helpen.”
Er wordt nog een ander proces-verbaal opgesteld, deze keer over Delhaize-bestuurder Raymond Max Boon en zijn relatie met de prostituee Marie-France Remmerie bij wie men tijdens een huiszoeking voor aanzienlijke bedragen geld en juwelen vindt.
Waren bestuurders van Delhaize via hun connecties met de Brusselse prostitutie in aanvaring gekomen met de maffia die erover heerste? Werden ze afgeperst en werd daarom uitgerekend Delhaize door de Bende van Nijvel geviseerd? Het spoor loopt dood. Zoals trouwens alle sporen in het bende-onderzoek. (zie onder voor de Pro Justitia)
Op basis van enkele processen-verbaal uit het gerechtelijk onderzoek naar de Bende besluit Albert Mahieu enkele jaren geleden dat drie toenmalige Delhaize-bestuurders nauwe relaties onderhielden met diverse Brusselse prostituees. Eén Delhaize-topman gaf zijn vriendin in totaal acht bars in de Brusselse Aarschotstraat cadeau, een andere twee, de derde eentje. De straat telt 64 bars, die elk jaarlijks 20 miljoen frank opbrengen, redeneert Mahieu. Het Brusselse prostitutiemilieu zou volgens hem schadevergoeding geëist hebben voor het geleden verlies, en toen Delhaize weigerde, volgde de eerste reeks overvallen, waarbij nog relatief weinig slachtoffers vielen.
De meest moorddadige aanslagen gebeurden in het najaar van 1985 en hadden een andere oorzaak. Zij waren volgens Mahieu het gevolg van desastreuze investeringen van Delhaize in de Verenigde Staten, waar de groep tientallen miljarden stopte in de overname van bestaande warenhuisketens. Die bleken echter zwaar verlieslatend en begin 1985 werd een groot deel van de activiteiten doorverkocht aan de groep Supervalu Stores. Zonder enig begin van bewijs beweert Mahieu dat deze Amerikaanse groep tevergeefs een schadevergoeding vroeg van Delhaize en vervolgens een misdaadorganisatie inschakelde om de betaling daarvan af te dwingen. Zowel na de eerste als de tweede golf aanslagen zou Delhaize volgens Mahieu overigens hebben betaald.
De directie van Delhaize reageerde via het persagentschap Belga wel op het bericht dat twee bestuurders van de warenhuisketen verwikkeld zijn geweest in gerechtelijke onderzoeken naar het Brusselse prostitutiemilieu. Nicole Andrien, die de vriendin was van één van beide bestuurders, werd in 1984 gechanteerd door een rijkswachtkolonel. Nicole had dankzij de financiering door Delhaize-bestuurder Jacques le Clercq acht bars in de Brusselse Noordwijk gekocht. Deze en andere elementen waren in het bezit van de Bende-speurders, maar werden nooit geëxploiteerd.
Delhaize bevestigde daarop met klem het bericht dat het bedrijf zelf op geen enkel ogenblik het voorwerp heeft uitgemaakt van chantage of geldafpersing. Delhaize meldt dat het met verbijstering kennis genomen heeft van de berichtgeving dat bestuurders mogelijk wel zijn gechanteerd.
De raad van bestuur en het directiecomité van Delhaize lieten ook weten dat ze sinds 1983 duidelijkheid willen over de aanslagen. (In dat jaar waren er al hold-ups op de grootgrutter) Het bedrijf bevestigde dat de veiligheid van zijn personeel en klanten steeds één van zijn hoofdbekommernissen is geweest.
Ook Jacques le Clercq reageerde vanuit de VS per fax. 'De insinuaties over een verband tussen zaken uit mijn privé-leven en misdadige acties zijn vals en ongegrond', schrijft hij. Le Clercq bevestigt dat hij in 1996 in België is verhoord door de gerechtelijke politie en dit 'in het kader van de heropening van het onderzoek'. Zonder het uitdrukkelijk te preciseren, blijkt Le Clercq het hier te hebben over het heropenen van een dossier rond zijn persoon, maar deze keer in het kader van het Bende-onderzoek. Le Clercq zegt dat de gerechtelijke politie zijn verklaringen heeft opgetekend en dat hem nadien niets ten laste is gelegd.