“Een geval van religieuze vervolging.”
Vorige week besliste het Grondwettelijk Hof dat het verbod op onverdoofd slachten in Vlaanderen en Wallonië niet in strijd is met de grondwet. Joden en Moslims krijgen hiermee ongelijk. Zij waren naar de rechtbank getrokken omdat een dier de keel oversnijden voor hen gelijk staat aan vrijheid van religie. Ons land ziet dat echter anders en kadert het onder dierenwelzijn.
Minister van Dierenwelzijn Ben Weyts verwoordde het vorige week als volgt: “Ik begrijp de gevoeligheden bij sommige religieuze overtuigingen. Maar voor ons ging dit nooit over godsdienst, maar altijd over dierenwelzijn. Laat ons deze bladzijde nu definitief omslaan en voortaan samen streven naar meer dierenwelzijn.”
Ik begrijp de gevoeligheden bij sommige religieuze overtuigingen. Maar voor ons ging dit nooit over godsdienst, maar altijd over dierenwelzijn. Laat ons deze bladzijde nu definitief omslaan en voortaan samen streven naar meer dierenwelzijn.
— Ben Weyts (@BenWeyts) September 30, 2021
Dit weekend reageerden zowel het Joods Wereldcongres als de Conferentie van Europese rabbijnen: “Dit brengt België in lijn met de weinige andere landen waar het verbod op shechita (koosjere slacht) dateert uit de nazitijd. Zeker nu antisemitisme in Europa en in de rest van de wereld toeneemt, kunnen we dit soort gevallen van religieuze vervolging niet onbesproken laten.” Joden en Moslims verbroederen in deze strijd en spreken van discriminatie.
We gaan ervan uit dat de gouverneurs van ons land straks doen waar ze goed in zijn: handhaven.
Geloof begint, waar de rede eindigt.