De euro staat op het laagste niveau in twintig jaar, het Britse pond zakt naar een absoluut dieptepunt.
40 procent van de wereldhandel wordt nog altijd afgerekend in dollar, waaronder ook veel grondstoffen. Je moet geen econoom zijn om te beseffen dat een dure dollar Europa in de problemen kan brengen.
Zondagnacht zakte de Euro naar 0,95 dollar op de internationale wisselmarkten. Dat is het laagste niveau sinds 2002. Het Britse pond doet het nog slechter, verliest zelfs terrein op de euro, en zakte met 5 procent naar tot 1,0350 dollar. In tijden van oorlog en dreigende wereldwijde economische recessie, beschouwen beleggers de dollar als ‘veilig’(er).
De reactie van de kersverse nieuwe Britse premier, Liz Truss verontrust menig belegger die zich afvraagt of de begrotingsplannen van de nieuwe Britse regering financieel houdbaar zijn. De Britse regering kondigde vrijdag een belastingverlaging aan van zo’n 45 miljard pond, de grootste verlaging in vijftig jaar. Die komt bovenop een plan om de Britse gezinnen een royale energiesubsidie toe te kennen, wat de eerste maanden zo’n 60 miljard pond extra zal kosten. De Britten kampen met een een torenhoge inflatie van 11,5 procent.
“De Britse regering neemt daarmee enorme risico’s”, zegt Peter Vanden Houte, hoofdeconoom bij ING België in ‘Het Nieuwsblad’. “Dit dreigt de torenhoge inflatie van 11,5 procent verder aan te wakkeren en maakt de markten bang.”
De klim van de dollar is ook de Japanse centrale bank niet ontgaan. Die besliste om in te grijpen en de koers van de Japanse yen voor het eerst sinds 1998 actief te ondersteunen. Het is afwachten of de Europese Centrale Bank (ECB) ook gaat ingrijpen om een verdere koersdaling van hun munten te voorkomen.