Start Magazines Zoeken Shop Rubrieken

Martin Melro: charmezanger, professioneel fantast, oplichter en politieagent

PNWS - 09-10-2019

Martinus Bruins: het is een naam die niet meteen een belletje doet rinkelen. Zijn creatieve alter ego, Martin Melro, geniet dan wel weer wereldfaam. Zelf is hij overtuigd dat zijn muzikale carrière zowel bewondering als afgunst met zich meebrengt. In realiteit zijn het vooral zijn extra-muzikale activiteiten die met de aandacht gaan lopen. Maak kennis met een professionele fantast en het spoor van vernieling dat hem volgt.

Hoewel de charmezanger en beroepsoplichter ondertussen De Haan als uitvalsbasis heeft, begint hij zijn professionele carrière als badmeester in de Nederlandse gemeente Apeldoorn. Een bewonderenswaardige job, maar Martin wil meer in het leven. Als zelfverklaarde rasartiest wacht een leven in de spotlights hem op. Hij moet en zal doorbreken en dat doet hij uiteindelijk ook. Het tv-programma Tros Opgelicht spendeert een volledige uitzending aan het Apeldoornse talent. Blijkbaar is de drang om het te maken dermate groot, dat de badmeester her en der buiten de lijntjes gaat kleuren. Martin begrijpt al snel dat hij een vlotte prater is, een ‘gladjanus’ zoals ze in Nederland zeggen, en hij slaagt erin mensen te overtuigen van zijn internationale talent.

Leveranciers worden niet betaald, zangers en danseressen zien geen cent en volledige evenementen annuleert hij daags voordien, om zo met de opbrengsten te verdwijnen. Het tv-programma toont zelfs een fragment van een videoclip, waarin een ontvoerde vrouw uit zijn klauwen kan ontsnappen. Martin schildert alles af als leugens en gebruikt hiervoor zijn wapen bij uitstek: brieven. Wie het ook maar aandurft hem dwars te liggen, mag zich verwachten aan een eindeloze stroom bedreigingen van een advocaat.

Hij heeft de smaak te pakken en gaat er in 2001 opnieuw vandoor, dit keer met de opbrengst van het benefiet van een evenement ten voordele van een 8-jarig kankerpatiëntje. Als kers op de taart slaat hij in 2006 opnieuw toe. Dit keer zijn het de compleet ontredderde ouders van de kleine Richard, die na slechts 10 dagen stierf, die het gelag betalen. Het benefietconcert dat moet dienen om de grafsteen te betalen is een succes, alleen zien de ouders geen cent. Martin verdwijnt met de noorderzon en met het geld.

Zijn levensdoel, beroemd worden, lijkt zich stilaan te manifesteren. Hoewel justitie niet meteen ingrijpt, doen heel wat Nederlanders dat wel. Gedupeerden van Martin verzamelen zich, samen met zijn toekomstige schoonfamilie, aan het gemeentehuis van Apeldoorn om te verhinderen dat hij trouwt met Anita. Het tumult aan de poort is van dusdanig kaliber dat het prille koppel niet verder raakt dan het bureau van de beveiliging. Het huwelijk wordt dan ook, uit overmacht, in de inkomhal voltrokken waarna de gehuwden uitgejouwd vertrekken. Dankzij die populariteit raakt de entertainer in Nederland helemaal niet meer aan de bak en richt hij zijn pijlen op België.

Hij maakt er heel wat mensen wijs dat hij razend populair is, iets wat in bepaalde context niet eens gelogen, is en enkelen onder hen gaan dan ook met hem in zee. De gevolgen laten niet lang op zich wachten en al snel vallen ook hier de eerste slachtoffers. Boekingskantoren, verhuurders, artiesten, fotografen en een complete rits andere gedupeerden ondervinden dit op de harde manier en blijven berooid achter.

Hij krijgt voor een tweede keer zijn gloriemoment op tv wanneer Alberto Stegeman en het razend populaire tv-programma ‘Undercover in Nederland’ Martin in het vizier nemen. Via een vals optreden slagen ze erin zijn slachtoffers samen met de zanger in dezelfde ruimte te krijgen en het is vooral zijn reactie die iedereen met verstomming slaat. Iedereen die klaagt is een leugenaar. Meer nog: de makers van het tv-programma zijn zelf oplichters want voor zijn optreden werd hij nooit betaald. Op zijn eigen website strooit Martin nadien met bedreigingen, beschuldigingen en klachten. De realiteit is dat niemand nog onder de indruk is van zijn bedreigingen. Martin verdwijnt van de radar, een stilte die maar van tijdelijke duur is.

De Nederlandse artiest verschijnt opnieuw, maar ditmaal aan de Belgische kust, met een nieuwe vrouw en een nieuw verhaal. Als topartiest met een denderend succes in België, kan hij niet anders dan in België te komen wonen. Via een benefiet raakt hij aan de praat met Oostendenaar Christophe Nobels, die al 18 jaar de vzw ‘Buurthulp voor Iedereen Oostende’ runt. “Ik kan nog altijd niet geloven dat ik zo naïef ben geweest” klinkt het ontredderd. “Martin kwam bij mij met een, op het eerste zicht solide verhaal over hoe hij nog geen woning in België had gevonden. Ik stelde voor om hem te helpen en hem tijdelijk onderdak te bieden. Dit is wat ik al bijna 20 jaar deed, het was bijna een automatisme. Martin bood, als wederdienst, zijn hulp aan in de vzw. Helpende handen waren natuurlijk meer dan welkom en hij ging aan de slag.”

Het noodlot sloeg toe voor Christophe en dat noodlot keerde genadeloos terug. “Ik kreeg in 2016 te kampen met een herseninfarct en lag maanden in coma”, zucht hij. “Toen ik eindelijk terug operationeel was, bleek dat de rekening van de vzw leeg was. Martin had zijn eigen rekeningen betaald met het geld van onze werking en keerde zichzelf ook wekelijks 250€ uit. Alles waarvoor ik mij 18 jaar lang had ingezet was verdwenen, mijn gezondheid was kapot en ik was bankroet. Als kers op de taart krijg ik tot op heden nog steeds deurwaarders over de vloer. Tijdens mijn aanwezigheid in het ziekenhuis sloot Martin allerlei abonnementen af, waarvan de rekeningen hier aankomen. Meer dan 12.000€ schulden staan nu op mijn adres, terwijl ik al die tijd in het ziekenhuis lag. Een deurwaarder kwam ook al mijn meubels opladen.”

Martin zelf, die had van onze kust geproefd en besloot dan ook hier te blijven. Hij opende een groentewinkel in De Haan en even leek het erop dat hij zijn zoveelste kans eindelijk had gegrepen. Hij nam personeel in dienst, leverde kwaliteitsgroenten en fruit en nam actief deel aan het sociale leven in De Haan. Dit alles bleek echter niet meer dan een façade, want de onverbeterlijke oplichter was nog steeds actief. Huur, leveranciers en zelfs personeel werd niet betaald. Enkele leveranciers kwamen persoonlijk verhaal halen en Martin slaagde erin zijn personeel te overhalen die facturen te betalen.

Tamara Sanders uit Zedelgem was toen actief als werkneemster in zijn zaak, een zwarte periode uit haar leven. “In het begin was alles eigenlijk zoals op eender welke plaats”, klinkt met met een diepe zucht. “Maar plots daagden enkele leveranciers op in de winkel. Ze waren razend, ze hadden van Martin nog geen cent gezien en dreigden ermee de boel kort en klein te slaan. Martin smeekte me om die facturen uit mijn eigen zak te betalen, hij zou dat wel rechttrekken met de lonen. Ik ben dom en naïef geweest, ik weet het maar ik betaalde die mensen gewoon. Toen we na een eerste maand geen loon kregen, begon ik te morren maar volgens Martin was er helemaal niets aan de hand. Het was een foutje bij het sociaal bureau en alles zou meteen in orde gebracht worden. 4 maanden loon moet ik ondertussen nog krijgen, samen met alles wat ik betaald heb. De zaak ging failliet en al snel bleek dat mijn papieren helemaal niet in orde waren. Ik kreeg geen C4 en kon dus ook niet gaan stempelen of zelfs op zoek gaan naar een nieuwe job. Er volgde een zwarte, donkere periode want ik was platzak. Ik werd uit mijn huis gezet omdat ik de huur niet kon betalen en werd aangewezen op de voedselbank. Er zijn momenten geweest dat ik het niet meer zag zitten. Ondertussen heb ik een sociale woning kunnen bemachtigen maar financieel zit ik nog steeds helemaal aan de grond.”

Toen Martin open en bloot beweerde dat hij aan een carrière bij de politie zou gaan beginnen, werd het voor Tamara emotioneel erg zwaar. “We liepen overal met ons hoofd tegen de muur”, klinkt het met krop in de keel. “Door zijn praktijken zijn we compleet bankroet en het lijkt wel alsof het gerecht zich er helemaal niets van aantrekt. Om dan te moeten horen dat meneer doodleuk bij de politie gaat, neen, dat kon er bij ons gewoon niet in. Iemand moet die mens stoppen, niet een loopbaan bij de politie aanbieden”.

Ook Menenaar Erik Ameye, charmezanger en ondernemer, deelde in de klappen.

“Ik kende Martin al enige tijd en kende ook zijn bedenkelijke geschiedenis” steekt hij van wal. “Ik had wel altijd iets van ‘een tweede kans moet iedereen krijgen’ en dus als hij me vroeg om ergens te gaan zingen, dan ging ik gewoon. Ik kreeg echter nooit mijn centen te zien en dus hoefde het voor mij allemaal niet meer. Ik kon inderdaad een procedure aanspannen maar met welk nut? Een kei kun je niet pluimen. Martin heeft niets, had nooit iets dus uiteindelijk zou ik enkel maar geld verliezen met een rechtszaak”.

De zaak tussen Erik en Martin bleef echter niet bij enkele onbetaalde optredens. “Naast mijn gewone dagtaak had ik ook een eigen bedrijfje, grafische vormgeving en drukwerk. Ik had een lucratieve samenwerking kunnen afsluiten met een grote speler, waar ik op commissie werd betaald voor bestellingen via mijn eigen website” gaat Erik verder. “Martin kwam plots bij mij aankloppen voor drukwerk. Hij liep overal met zijn kop tegen de muur en ik was zijn laatste hoop liet hij me weten. Nergens kon hij nog terecht want zowat ieder grafisch bedrijf in de regio had hij reeds in de luren gelegd. Ik kreeg er medelijden mee en ging akkoord om hem drukwerk te leveren op voorwaarde dat hij me eerst betaalde natuurlijk. Voor Martin was dat allemaal geen probleem en ik maakte enkele rolbanners, postkaarten en flyers voor zijn muzikale fratsen. Toen Martin zijn bestelling kwam ophalen had ik nog steeds geen cent gezien. Ik kreeg een resem van excuses, van bank tot boekhouder maar ik hield voet bij stuk en hij kreeg zijn bestelling niet mee. Toen begonnen de problemen. Het bedrijf met wie ik samenwerkte werd gebombardeerd met berichten allerlei om me in een kwaad daglicht te stellen. Ook verschillende organisaties met wie ik samenwerkte werden bestookt met berichten, mails en telefoontjes. Uiteindelijk koos iedereen eieren voor zijn geld en ging mijn zaak op de fles. Dat is Martin ten top. Als hij zijn zin niet krijgt, dan betaal je het gelag”.

De zaak van Martin gaat op de fles en in juni 2019 wordt het faillissement uitgesproken. Voor de ondernemer is het een duidelijke zaak: slecht personeel en een burn-out vanwege zijn drukke showagenda maakten het onmogelijk om alles nog draaiende te houden. Niemand zag een cent en zijn werknemers raakten gevangen in een web van armoede. Geen inkomen, geen papieren, geen uitkering en overleven op basis van liefdadigheid en de voedselbank.

De Nederlandse artiest, die ligt er niet meteen wakker van. Nu hij naar eigen zeggen zijn strepen als ondernemer heeft verdiend en hij een meerwaarde voor de kust is, waagt hij zijn kans als politicus. Eerst bij de CD&V, nadien bij de SP-A maar geen van beide partijen staan echt te trappelen om hem aan boord te nemen. Martin laat het niet aan zijn hart komen en stelt een riant dossier samen over een item waarvan hij denkt dat dit het probleem is. Hij trekt richting Brussel waar hij poseert voor het Europese parlement. Een selfie later en Martin zijn politieke carrière is gelanceerd, alleen weet de politieke wereld dat niet. Om zich in De Haan, zijn thuisstad, te gaan manifesteren trekt hij fel van leer tegen het bestuur. Hij krijgt er lik op stuk waarop hij besluit zowat de halve gemeente van collaboratie te gaan beschuldigen. Hij haalt er de woede van de gemeente mee op de hals en hij krijgt zelfs een derde keer de Nederlandse televisie op bezoek. Alberto Stegeman komt hiervoor naar de kust en confronteert Martin opnieuw met zijn apocalyptische spoor. De zanger zelf? Die ontkent in alle toonaarden en dreigt opnieuw met advocaten en klachten.

Het laatste wapenfeit van de braderie-artiest is er eentje die zijn honderden slachtoffers een verse klap in het gezicht geeft. Martin is immers toegelaten tot de politieschool en zou dus weldra de straten veiliger maken als inspecteur. Hij stelt zich openlijk de vraag of hij dit, als rasartiest, wel zou kunnen combineren met zijn carrière in de spotlights. Om zijn verhaal kracht bij te zetten toont hij trots zijn blanco strafregister in zowel België als Nederland en vult hij het geheel aan met een brief van zijn advocaat die bevestigt dat Martin Bruins juridisch maagdelijk wit is. De foto van een politieagent die hem een bos bloem gaf is de kers op de taart.

De realiteit is helaas van een volledig andere orde. Ons opzoekwerk leert ons dat het blanco strafregister uit Nederland dateert van 2006. In 2007 werd hij voor een Nederlandse rechtbank veroordeeld. De advocaten die hem in 2008, naar eigen zeggen, heilig verklaarden, werden enkel om een kopij van het afschrift uit 2006 gevraagd. Verder hebben ze liever niet nog te maken met de charmezanger. Een blanco Belgisch strafregister klopt dan weer wel, daar hij nog verschillende zaken heeft lopen. De uitspraken die volgen zullen ook met die witte pagina komaf maken. De politieschool, die heeft geen weet van een Martin Bruins die er gaat beginnen en de overige attesten die zijn onschuld moeten bewijzen zijn allen vervalst.

Martin zelf schuwt journalisten, rioolpers zoals hij ze zelf graag omschrijft. Toch slagen we erin hem aan tafel te krijgen onder het voorwendsel dat we zijn carrièrewending in de verf willen zetten. De beroepsoplichter verschijnt met een dikke map, gevuld met ontelbare documenten en papieren. Als toekomstig ordehandhaver wil hij, dankzij die ontelbare bewijzen, orde op zaken stellen en de wereld laten weten dat hij het slachtoffer is van een heksenjacht. Over zijn ex-werknemers die allen nog duizenden euro’s moeten van hem? “Nonsens” zegt hij zelfverzekerd. “Ze hebben allemaal tot de laatste cent van mij gehad, ik heb netjes de boeken van mijn zaak zelf neergelegd”.

Echt bewijzen van die betalingen heeft hij niet en ook de uitspraak van de rechtbank van koophandel staaft niet meteen zijn beweringen. De map die hij heeft meegebracht, die brandt overduidelijk in zijn handen. Hij staat te trappelen om ons te overstelpen met zijn bewijzen. Het is een gekende Melro-techniek: vragenstellers bedelven onder hopen (vaak irrelevant en nutteloos) papier. “Kijk maar, hier staat zwart op wit dat ik helemaal niets op mijn kerfstok heb”. Hij toont ons een kopij van een email die een advocaat heeft verzonden. Het adres van de afzender werd gemarkeerd “vanwege de privacy” vult hij aan. Alleen vallen de vele schrijffouten ons op, iets niet meteen waardig aan een advocaat met naam en faam. “Ook in Nederland ben ik nog steeds onschuldig, kijk maar naar mijn blanco attest van het Nederlandse strafregister”. Vreemd genoeg toont hij ons het resultaat van een aanvraag ‘gezondheidszorg - mens & dier’, niet meteen een extract van het strafregister. De opmerkingen over zijn veroordeling in 2007 wimpelt hij af.

Wanneer we hem confronteren met zijn verschillende aanvaringen met de Nederlandse televisie, wordt de toon heel wat bitsiger. “Alberto Stegeman is een paljas” snauwt hij. “Hij is een mediageile sensatiezoeker die mij als pispaal gebruikt. Hij heeft MIJ trouwens opgelicht want het feestje waarvoor hij me had geboekt (het lokfeest in het programma Undercover in Nederland) heeft hij nooit betaald. Trouwens, hij staat te verkondigen dat ik Nederland ben ontvlucht, wat een onzin. Als ik echt wilde vluchten, dan was ik toch verder dan België getrokken”.

Iedereen liegt, niemand spreekt de waarheid en Martin is het eeuwige slachtoffer. Volgens de zanger is het dan ook hoog tijd om orde op zaken te stellen in België en dat doet hij door een nieuwe loopbaan bij de politie. “Ik speelde al jaren met het idee om politieagent te worden, een idee dat nu heel erg concreet is geworden”, sluit hij af. “Als ik dan zo een oplichter ben, waarom zou ik dan toegelaten worden? Ik ga vanaf nu iedereen recht in de ogen kunnen kijken.”

Of hij ook daadwerkelijk zijn demonen uit het verleden in de ogen gaat kijken, dat valt te betwijfelen. Die demonen zelf zijn Martin overduidelijk nog niet vergeten. “Hier in Nederland kunnen heel wat mensen nog steeds zijn bloed drinken” horen we bij Alberto Stegeman, de man die met zijn programma ‘Undercover in Nederland’ Martin tot in België op de hielen zat. “Waar je ook gaat, iedereen schijnt Martin te kennen maar dan niet op een goede manier. Het jammerlijke aan dit alles is dat hij al zodanig veel keer op de vingers is getikt geweest zonder dat hij ooit stopte met zijn praktijken. Of hij wil het niet begrijpen of hij vindt het gewoon leuk om op die manier in de belangstelling te staan. Hij schreeuwt steevast zijn onschuld uit maar heeft nog nooit enige moeite gedaan om één van onze uitzendingen tegen te gaan. Geen persoonlijke berichten of geen brieven van advocaten, niks kwam ooit op ons bureau terecht”.

Alberto onderschrijft wel het belang van de media in dergelijke situatie. “Martin gaat niet alleen gewoon door met zijn walgelijke praktijken” sluit hij af. “Hij sleurt ook systematisch zijn volledige omgeving met zich mee, zonder ook maar een greintje medeleven voor zijn slachtoffers te tonen. Zolang hij niet achter tralies zit of wordt opgenomen in een ziekenhuis, is het onze taak iedereen voor deze crimineel te waarschuwen”.

De fantastische verhalen van Martin, die zijn allemaal even vals als zijn carrière. Zijn slachtoffers zijn levensecht. Toch kan Martin nog een, zij het lichte, vorm van medelijden genieten. “Die man is ziek, echt ziek” sluit Christophe Nobels af. “Hij moet zich laten behandelen om te vermijden dat er nog meer slachtoffers vallen. Hoort hij achter tralies thuis? Daar gaat hij alvast niet beter worden. De enige plaats voor hem is de psychiatrie.”

(Tekst en interview: Christophe Lefebvre & Jeffrey Roos)

Reacties

Resterende karakters 500
Nieuwsbrief Mis nooit meer het laatste nieuws, exclusieve aanbiedingen en boeiende verhalen van P-magazine! Schrijf je nu in voor onze nieuwsbrief en blijf altijd op de hoogte.
Zoeken