Met 2.500 ontslagen en een mogelijk grootste faillissement van 2024, lijkt het faillissement van Van Hool een tragisch voorbeeld van hoe interne conflicten het bedrijf onderuit hebben gehaald. Een aanslepend erfrechtelijk geschil tussen twee zussen van de tweede generatie Van Hool heeft de boel op zijn kop gezet. Volgens voormalig CEO Filip Van Hool had dit allemaal voorkomen kunnen worden met een tijdelijke investering van 30 miljoen euro. De belangrijkste reden
Het familiedrama bij Van Hool beperkte de mogelijkheden voor nieuwe investeerders en maakte banken terughoudend in het verstrekken van kredieten. Het erfrechtelijk geschil was een enorme bottleneck volgens Filip Van Hool, die zijn zeg deed in Trends.
Zowel banken als de overheid eisten een oplossing voordat er nieuwe financiering kon worden verstrekt. Het bedrijf had een volle orderportefeuille van 620 miljoen euro en de markt trok aan, maar de noodzakelijke financiële steun bleef uit door een interne strijd die niet uitgebabbeld raakte.
Familiezever
Naast de familiale twisten die nieuwe investeringen bemoeilijkten, droeg het bedrijf ook een zware historische financiële last met zich mee. In 1999 werden drie familiale takken uitgekocht voor 180 miljoen euro, een beslissing die volgens Filip Van Hool als een betonblok rond de nek van het bedrijf hing.
Ondanks deze kosten en de economische uitdagingen, zoals problemen in de voorraadketen en de recente hyperinflatie, geloofde de voormalige topman sterk in het potentieel van Van Hool. Want ze hadden allemaal hard gewerkt om het bedrijf uit te bouwen.
De situatie werd in het voorjaar van 2024 onhoudbaar door een acuut liquiditeitsgebrek. De familie wist nog 90 miljoen euro vrij te maken voor operationele behoeften, maar dat bleek onvoldoende zonder externe steun. De overheid en banken eisten echter eerst een oplossing voor het familieconflict, waardoor de nodige investeringen uitbleven.
Dit resulteerde uiteindelijk in een faillissement dat, volgens Filip Van Hool, onnodig was. Persoonlijke vetes en gekrengde ego's konden niet aan de kant geschoven worden in naam van het nalatenschap en de trouwe werknemers.