Nog acht levens te gaan.
Katten hebben negen levens, zeggen ze. Het mysterie wil dat katten, als ze ondersteboven uit – zeg maar – een boom vallen, keurig op hun poten landen. Hun wendbare lichaam en sterk ontwikkelde evenwichtsorgaan staan garant voor een perfecte landing.
Maar dat geldt alleen vanaf een hoogte van minstens 45 centimeter. Een vallende kat heeft namelijk ongeveer 0,3 seconden nodig heeft om zijn lijf ’overeind’ te draaien. Als je het uitrekent, heeft het dier dus 45 centimeter nodig om te kunnen draaien. Er is natuurlijk ook een limiet aan de hoogte. Al duiken hierover heel erg wilde verhalen op. Het record zou dat van een kat zijn die van de 32ste verdieping naar beneden tuimelde en het overleefde.
Als katten van grote hoogte vallen, bereiken ze na zo’n 30 meter hun maximale snelheid: zwaartekracht en wrijvingskracht zijn dan aan elkaar gelijk. Tot dat moment houden de dieren hun poten reflexmatig omlaag gericht. Merken ze dat ze met een constante vaart omlaag beginnen te zoeven (zo’n 97 km/ uur), dan spreiden ze hun poten. Daarmee slaan ze twee vliegen in één klap: hun weerstand neemt toe (en de valsnelheid dus af), én ze vangen de dreun niet meer alleen met hun pootjes op, maar met heel hun veerkrachtige lichaam, wat de schade beperkt.
In het filmpje zien we een moedige kater die het van de vierde verdieping probeert. Om aan een brand te ontsnappen, sprint het dier een meter of twaalf naar beneden, stuitert nog een keer op zijn pootjes, maar is verder ongedeerd.