Interessante studie deze maand in vakblad International Immunopharmacology: Adverse events following COVID-19 vaccination, A systematic review and meta-analysis.
De hoge snelheid van COVID-19-vaccinatie heeft bij sommigen enige bezorgdheid gewekt over de veiligheid van die nieuwe vaccins. Het is dan ook van groot belang om een evaluatie uit te voeren van de veiligheid en werkzaamheid van die verschilende COVID-19-vaccins.
Pfizer en Moderna zijn mRNA-vaccins. Het Janssen-COVID-19-vaccin of Ad26.COV2.S en AstraZeneca zijn virale-vectorvaccins. Het Novavax COVID-19-vaccin, met de codenaam NVX-CoV2373, is een subunit-vaccin.
Twee internationale elektronische databases (PubMed, ISI) werden doorzocht op klinische onderzoeken die de werkzaamheid en veiligheid van COVID-19-vaccins rapporteerden in vergelijking met de controlegroep.
Het risico (pooled risk ratio) op bijwerkingen voor geïnactiveerde, mRNA- en vectorvaccins was respectievelijk 1,46 (95% BI: 1,19-1,78), 2,01 (95% BI: 1,82 – 2,23) en 1,65 (95% BI: 1,31 – 2,32).
Samengevat worden mRNA-vaccins dus geassocieerd met een groter risico op bijwerkingen na immunisatie.