Duidelijke regels, meer impact, of militaire dictatuur?
N-VA-Kamerlid Michael Freilich komt met een voorstel dat de inzet van militairen op straat grondig wil herdefiniëren: naast bewaking moeten militairen ook de bevoegdheid krijgen om burgers te fouilleren, vasthouden en identificeren. Volgens Freilich is de dreiging van nieuwe terreuraanslagen groot genoeg om zo’n maatregel nodig te maken. “De wereld is er de laatste jaren niet veiliger op geworden. Mochten militairen opnieuw ingezet worden, dan moeten ze dat in een veel duidelijker juridisch kader kunnen doen,” legt Freilich uit. “Zo vermijden we dat soldaten zich als machteloze toeschouwers voelen wanneer een verdachte zich vlak onder hun neus vreemd gedraagt.”
Meer dan enkel observeren
In de nasleep van de terreuraanslagen in Parijs (2015) en Brussel (2016) liepen Belgische soldaten jarenlang door de straten en bewaakten ze openbare gebouwen. Maar hun inzet beperkte zich tot observatie en meldingen aan de politie. Het voorstel van Freilich, gesteund door partijgenoot Theo Francken, zou hen meer bevoegdheden geven, van het fouilleren en identificeren tot zelfs het gebruik van handboeien in specifieke gevallen. Voor Freilich is dat essentieel om een snelle en effectieve reactie te waarborgen, zeker wanneer de politie niet direct ter plaatse kan zijn.
Volgens Freilich zit het probleem in de huidige, vage omschrijvingen: “Er was tijdens de vorige patrouilles constant discussie over wat militairen wél en niet mochten doen,” vertelt hij. “Ze voelden zich vaak meer als decor dan als veiligheidsgarantie.” In het nieuwe wetsvoorstel zou de militaire inzet veel ruimer mogen, wat volgens Freilich tot een merkbaar effectiever toezicht kan leiden.
Militairen of agenten?
Dit nieuwe kader zou niet zonder slag of stoot worden ingevoerd. De liberale militaire vakbond VSOA staat het idee niet negatief tegenover, maar is wel voorzichtig. “Er is een duidelijk juridisch statuut nodig, maar we mogen militairen niet zomaar politieagenten laten vervangen,” zegt voorzitter Chris Huybrechts in ‘Gazet Van Antwerpen’. Bij de vorige patrouilles dreigde een kogelincident hen persoonlijk verantwoordelijk te maken voor mogelijke slachtoffers, wat voor militaire leiders, zoals voormalig stafchef Marc Compernol, een bron van zorg werd.
De Liga voor Mensenrechten is resoluut tegen
“Militairen hebben een andere, veel beperktere training dan politieagenten,” waarschuwt voorzitter Kati Verstrepen. “Politieagenten krijgen vandaag al niet de grondige opleiding die ze verdienen, laat staan dat militairen dat zomaar kunnen overnemen.” Volgens haar moeten de bevoegdheden van de politie versterkt worden door meer en beter opgeleide agenten aan te nemen in plaats van militairen met korte cursussen politietaken te laten uitvoeren.
Wat zal de politiek kiezen?
De toekomst van dit wetsvoorstel blijft onzeker. Terwijl de N-VA vastberaden is, zouden potentiële coalitiepartners zoals CD&V mogelijk terughoudender kunnen reageren. CD&V-kopman Sammy Mahdi heeft eerder al zijn twijfels geuit over de zichtbare aanwezigheid van zwaarbewapende soldaten op straat. “Of een militaire jeep met kalasjnikovs de dreiging echt doet afnemen, blijft zeer de vraag,” zei hij eerder.
Een duidelijk antwoord van de politiek blijft dus uit. De vraag om militaire patrouilles effectiever te maken klinkt luider dan ooit in deze tijden waarin veiligheid steeds meer een speerpunt van het beleid is. Of België daarmee kiest voor een grotere rol van Defensie in de binnenlandse veiligheid, zal moeten blijken.
(Foto: Shutterstock)