“Collectieve actie voor een groene energietransitie is niet alleen goed voor het klimaat, maar ook van vitaal belang voor de bescherming van de democratie.”
Het World Economic Forum is een jaarlijkse bijeenkomst van de CEO's van de grootste bedrijven ter wereld, internationale politici, intellectuelen en journalisten. In totaal zo'n 2500 personen die samen nadenken over het besturen van de planeet. Daarbij komen ze vaak tot conclusies die voer zijn voor discussies. Zo is er het thema ‘klimaatverandering’. Het WEF legt daarbij op hun website een zeer opmerkelijke link tussen democratie en het redden van de aarde.
Democratie en groene energietransitie zijn volgens het WEF met elkaar verbonden. De landen die de afgelopen jaren stappen hebben gezet om hun economieën groener te maken, zouden vrij en democratisch zijn, terwijl de landen die dat niet hebben gedaan, minder vrij en autocratischer zijn. We citeren: “De afgelopen 15 jaar is de democratie wereldwijd in verval geraakt . Om vrijheid te beschermen en te bevorderen, moeten leidende democratieën hun economieën versterken en vrijheid vrijwaren. Deze twee doelstellingen sluiten elkaar niet uit, maar vullen elkaar aan. Door de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen en over te stappen op koolstofarme alternatieven, worden democratische economieën ook duurzamer. Grote democratieën moeten samenwerken om deze twee doelen te bereiken.”
Volgens het WEF is de relatie tussen groen en democratie dus van belang en moeten grote democratische economieën de leiding nemen om tegen 2050 een CO2-uitstoot van nul te bereiken. De VS, de EU en andere grote democratieën moeten gezamenlijk optreden om een groene transitie te bevorderen. Hun strategie zou volgens het WEF drie hoofdelementen moeten hebben.
1. De leidende democratieën moeten ermee instemmen een einde te maken aan de te lage prijzen van fossiele brandstoffen, wat de belangrijkste factor is die een transitie naar schone energie verhindert. De naft is dus nog te goedkoop. Oftewel: zorg ervoor dat ‘ze’ straks niet anders kunnen dan voor de transitie te kiezen door het afschaffen van kosten- en belastingvoordelen voor de productie en consumptie van fossiele brandstoffen en het opleggen van belastingen of verhandelbare vergunningen om de kosten van lokale luchtvervuiling, opwarming van de aarde en andere economische schade te dekken.
2. De G20-democratieën zouden andere grote en kleinere democratieën moeten uitnodigen om dit voorbeeld te volgen en andere landen moeten aanmoedigen zich bij de EU moeten aan te sluiten bij het invoeren van een koolstofgrensaanpassingsmechanisme (CBAM).
3. De grote democratieën moeten de inkomsten die zijn bespaard of opgehaald door de hervorming van de markten voor fossiele brandstoffen hergebruiken om extra groene innovatie, investeringen en bescherming te financieren.
Last but least denkt het WEF er ook aan om de overheden een Sinterklaasrol te geven. Dat klinkt als volgt (we citeren): “Tot slot kunnen aanvullende maatregelen nodig zijn om eventuele nadelige inkomens- of werkgelegenheidseffecten van een schone energietransitie te compenseren. Dit kan onder meer zijn: het verlagen van de loonbelasting, het betalen van jaarlijkse dividenden, het verhogen van het minimumloon, het compenseren of omscholen van ontheemde werknemers en het toekennen van kinderbelastingkredieten aan kwetsbare huishoudens.”
Wij moesten hierna toch even gaan zitten.