Patriottisme.
Ooit een woord om trots op te zijn, tegenwoordig ben je een -istofoob als je het zelfs durft uit te spreken.
De 18-jarige Amerikaan Parker Jensen werd namelijk gestraft met suspensie en politie-interventie omdat hij iets vreselijks deed: hij vroeg waarom er geen Amerikaanse vlag in zijn klas hing.
Geen late aprilgrap. De jongen, die droomt van een carrière bij de mariniers en dus – schandalig! – van zijn land houdt, dacht dat hij gewoon een schoolregel en staatswet onder de aandacht bracht.
In plaats daarvan werd hij behandeld als een indringer op Area 51.
Want wat doe je als een beleefde student komt vragen waarom je als onderwijsinstelling zelf de wet aan je laars lapt?
Simpel: je negeert hem eerst een uur lang, laat hem wachten in een overheidsgebouw alsof hij een sollicitatiegesprek heeft bij de CIA, en dan bel je de politie.
En voor de zekerheid gooi je er nog een week schorsing bovenop, zonder proces, zonder uitleg. Want regels zijn belangrijk, tenzij het regels zijn die jij als school zelf hoort na te leven.
Ondertussen hangen de vlaggen – natuurlijk – eindelijk in de klas, precies zoals Jensen vroeg. Maar nu mag hij niet naar zijn eindejaarsbal omdat hij het lef had z’n mond open te trekken.
Baltimore County Public Schools: een instelling met een budget van 3 miljard dollar, maar te druk met juridische spierballenrollen om toe te geven dat een 18-jarige hen gewoon te slim af was. En zo wordt een patriottische tiener die klaarstaat om z’n land te dienen, behandeld als een wandelende bedreiging omdat hij vroeg: “Waar is de vlag?”
Wat een tijd om in leven te zijn.
Jensen strijdt in de rechtbank om zijn naam gezuiverd te krijgen én zijn toekomst niet te laten schaden door wat hij (terecht) beschouwt als een onrechtmatige schorsing.
Laten we hopen dat deze school het uiteindelijk vlaggen heeft.