Onderzoekers uit Nieuw-Zeeland hebben een interessant onderzoek uitgevoerd. Ze hebben burgers die in 2020 met de oorspronkelijke stam van het nieuw coronavirus werden besmet een jaar lang gevolgd. De onderzoekers wisten bovendien dat die burgers na die besmetting niet opnieuw besmet werden met (een andere stam) van het coronavirus. Bovendien kregen de burgers ook geen coronavaccin toegediend.
De onderzoeksvraag in The Persistence of Neutralising Antibodies up to 11 months after SARS-CoV-2 Infection in the Southern Region of New Zealand was hoe het gesteld was met de neutraliserende antilichamen (NAb) na een jaar. Waren die antilichamen verdwenen of waren ze nog aanwezig in het bloed? En wat was het effect van de deltavariant?
Een neutraliserend antilichaam (NAb) is een type antilichaam dat op natuurlijke wijze wordt geproduceerd als onderdeel van het immuunsysteem reacties. Deze antilichamen remmen de werking of lichaamsvreemde stoffen die het lichaam binnendringen. Neutraliserende antilichamen kunnen worden veroorzaakt door infectie of vaccinatie.
Concreet werd tijdens de eerste golf van de SARS-CoV-2-infectie in Nieuw-Zeeland een groep van 78 PCR-bevestigde COVID-19-gevallen gevolgd in een regio in het land. De onderzoekers volgden de personen bijna 1 jaar na infectie. Er waren volgens de onderzoekers geen nieuwe besmettingen gedurende de onderzoeksperiode vanwege de strenge coronapolitiek van Nieuw-Zeeland. De personen hebben dus ook geen COVID-19-vaccin ontvangen.
De resultaten van de studie zijn interessant. Bij afwezigheid van herblootstelling (nieuwe infectie) bleven de neutraliserende antilichamen (NAb) tegen zowel de oorspronkelijke stam als de deltavariant relatief stabiel tussen 8 en 11 maanden na infectie. Dit suggereert volgens de onderzoekers dat langdurige immuniteit kan worden gegenereerd uit een enkele natuurlijke infectie.