Kleine zelfstandigen, scholen en winkels zijn de eersten die worden afgeschakeld.
Stel dat er straks toch te weinig gas is, dan treedt een nieuw noodplan in werking dat bepaalt wie het eerst wordt afgeschakeld. Een soort van gasbarometer, zeg maar. Welke maatregelen, moeten er wanneer en voor wie genomen worden als het land geconfronteerd wordt met een aardgastekort.
Er zijn drie fases:
- Het vroegtijdig waarschuwingsniveau (early warning)
- Het alarmniveau (alert)
- De noodfase (emergency).
In de eerste twee fases is er nog niet sprake van een echt tekort, maar slechts een risico op een tekort. Alleen bij de emergency-fase is er echt te weinig gas in de leidingen. In dat geval gaat men overschakelen op een afschakelplan waarbij bepaalde categorieën hun gasverbruik moeten verminderen of zelfs volledig stoppen. Pas wanneer onvoldoende gas ter beschikking is om gezinnen en essentiële diensten te vrijwaren, kan België het Europees solidariteitsmechanisme aanspreken. Dat voorziet dat Europese landen elkaar helpen wanneer de aardgasbevoorrading in het gedrang komt. De volgorde van afschakelen is de volgende:
1. Normale klanten
Scholen, universiteiten, winkels, bedrijven, grootindustrie, kleine zelfstandigen…
2. Prioritaire klanten
gasgestookte elektriciteitscentrales, gastransport- en distributienetwerken, de LNG-terminla in Zeebrugge
3. Beschermde klanten
Gezinnen, gezondheidszorg, rusthuizen, gevangenissen, kazernes…
De kans dat het ooit zover komt, wordt door alle instanties als heel erg onwaarschijnlijk ingeschat. Maar scenarioschrijvers kunnen met deze nieuwe info alvast aan de slag.