Voormalig commissaris van de Staatsveiligheid (VSSE) Christian Smets - bijgenaamd Canard - is op 3 november overleden. Volgens onze informatie was Smets al een tijdje ziek. De informatie staat op de website over de Bende van Nijvel en werd ons bevestigd door een andere bron.
Begin 2012 waren er huiszoekingen in ons land. Op 7 februari werden die verricht in het onderzoek naar de Bende van Nijvel. Een vond plaats bij een ex-commissaris van de Belgische staatsveiligheid.
Het gaat om Christian Smets, die begin jaren 80 wist te infiltreren in de radicaal-rechtse groep Westland New Post (WNP). Smets maakte de huiszoeking zelf bekend op Facebook en was diep verontwaardigd.
"De speurders hebben zes uur doorgebracht in mijn appartement. Ik ben sinds 1988 tientallen uren lang ondervraagd. In 1994 heb ik mij vrijwillig onderworpen aan een test met de leugendetector. Nooit is enig element weerhouden tegen mij. Als ik zaken te verbergen had, zou ik dat zeker niet hebben gedaan bij mij thuis, 27 jaar na de feiten. Het is zielig", aldus Smets in De Morgen. De huiszoekingen vonden plaats op last van onderzoeksrechter Martine Michel die nog steeds op post zit.
Tussen 1982 en 1985 vermoordde de Bende van Nijvel minstens 28 mensen.
Volgens de beheerder van de website over de Bende van Nijvel werd Smets geboren in 1944; hij studeerde in de eerste helft van de jaren zestig Romaanse filologie aan de Université Catholique de Louvain (toen nog in Leuven). Tijdens zijn studieloopbaan is hij actief in de syndicalistische beweging MUBEF.
Hij noemt zichzelf, niet zonder enige ironie, een mislukt historicus. Na zijn legerdienst blijft hij reserve-officier bij de Luchtmacht. In 1972 wordt hij aangenomen bij de Staatsveiligheid. Na een korte periode op de dienst 'enquêtes' komt hij terecht bij de afdeling toezicht op de vreemde kolonies. Van 1973 tot 1975 houdt hij zich voornamelijk bezig met het verzamelen van inlichtingen over Arabische onderdanen die in België gevestigd zijn. Zijn taak bestaat erin mogelijke steunpunten van het Palestijns terrorisme op te sporen.
In 1975 wordt hij bevorderd tot inspecteur bij de sectie extremisme van Brabant. Deze afdeling is belast met het verzamelen van inlichtingen over extremistische splintergroepen zowel van links als van rechts. Vanaf eind 1976 staat hij aan het hoofd van een ploeg die zich speciaal toelegt op de infiltratie van extreem-rechts. Zijn collega 'Petit Christian' [Christian De Roock], die volgens sommigen nauwe relaties heeft met het Front de la Jeunesse, behoort eveneens tot die groep.