Wetenschappers ontwikkelen een batterij, waarmee de elektrische auto wellicht voor iedereen bereikbaar zal zijn.
Er zijn, naast de ‘emotionele’ zaken dan, drie goeie argumenten om vandaag niet voor een elektrische auto te kiezen: de prijs, de actieradius en de oplaadtijd. Een elektrische auto kost al gauw een halve rib uit je lijf, je geraakt er bijlange niet zo ver mee dan met een auto op dinosap en als je onderweg moet gaan tanken, dan sta je daar een hele tijd te schilderen.
Enkele knappe koppen aan de Penn State University hebben daar nu een oplossing voor bedacht. Zij ontwikkelden een batterij die in nauwelijks tien minuten, tot zeventig procent kan opladen.
Hoe ze dat voor mekaar kregen? Eigenlijk relatief simpel. De ‘perfecte’ temperatuur voor een batterij om in sneltempo te laden, is blijkbaar tachtig graden Celsius. Door nikkeldraden tussen de verschillende batterijcellen te steken, die als verwarming fungeren, kan de batterij op die perfecte temperatuur gehouden worden.
Dat ‘warme’ opladen heeft volgens de uitvinders nog een positief neveneffect: het zou de levensduur van de batterij ten goed komen. Deze nieuwe batterijen zouden tot het tot 800.000 kilometer vol kunnen houden.
Bovendien zien de knappe koppen nog voordelen. Als een batterij dan toch zo snel kan laden, is het volgens hen niet meer nodig om auto’s te bouwen met een grote actieradius. De batterijen kunnen dus kleiner, wat dan weer resulteert in een lagere aanschafprijs.