Taal is altijd al een struikelpunt geweest in de administratieve stoomboot die ons land is. Zeker in Brussel is het niet evident om tegemoet te komen aan ieders communautaire wensen. Vandaag werd er nog een proces tegen een Albanees-Bulgaarse drugsbende, die opereerde vanuit Meise, uitgesteld omdat de tolk geen Nederlands sprak. De verdachten verstonden er geen fluit van.
Als gevolg op de SKY-ECC doorbraak konden op 3 februari speurders van de federale en lokale politie twee internationale drugstransporten onderscheppen, in Aalst en in Ieper. Die zelfde dag dag werden ook twaalf huiszoekingen over heel het land. Daarbij werden elf verdachten opgepakt. Samen waren ze in het bezit van twaalf vuurwapens, veertig kilogram cocaïne, dertien kilogram heroïne, ongeveer 100.000 euro aan cashgeld, geldtelmachines en verschillende voertuigen - waaronder trekkers, opleggers en lichte vrachtwagens.
Pardon? Excuseer?
Na een diepgaand onderzoek slaagde de federale gerechtelijke politie van Halle-Vilvoorde erin om een Albanees-Bulgaarse, die opereerde vanuit Meise, op te sporen. De bende maakte gebruik van voertuigen met verborgen ruimtes om drugs uit Nederland naar het Verenigd Koninkrijk. In België had de bende verschillende tussenstops op hun smokkelroute.
Tien verdachten stonden vandaag terecht voor het smokkelen van drugs, maar of ze het zelf wisten was maar de vraag. Na een half uur in het proces had het Openbaar Ministerie door dat er iets niet pluis was met de vertaling. Een van de tolken kon niet niet goed genoeg Nederlands, waardoor de verdachten nauwelijks verstonden wat er gevorderd werd.
Opdat een verdachte altijd correct verdedigd zou worden, is het essentieel dat die in elke taal geholpen wordt tijdens een proces. Slecht Nederlands sprekende vertalers horen daar dus niet bij. Daarom stelt de raadkamer de zaak nu uit tot 16 mei 2025. Je zou denken dat justitie op voorhand even vraagt of een tolk de gepaste talen meester is… niet in België.