Op 2 oktober 1984 werd de eerste aanslag door de CCC gepleegd bij een vestiging van het Amerikaanse elektronicabedrijf Litton Business International in Evere.
Litton produceerde besturingssystemen van NAVO-kruisraketten. De CCC eist de aanslag op in een zes pagina tellend pamflet dat na een telefoontje aan persagentschap Belga wordt teruggevonden in een vuilnisbak.
In 1991 krijgt de term ‘CCC’ een andere invulling. Ere-ambassadeur Jan Adriaenssens houdt een scherpe uiteenzetting over de Belgische diplomatie.
De moeilijkheden rond de afwikkeling van het Silco-dossier waren volgens hem mee het gevolg van de nefaste benoemingspolitiek die door het Simonet-bewind op buitenlandse zaken is gevoerd.
Als reactie op de vervlaamsing onder de Harmel-periode werd bij de komst van Simonet opnieuw "een Brusselse conservatieve francofone kliek geïnstalleerd op de centrale posten die sterke connecties hebben met onder meer de Mossad, de CIA en de NAVO.
Tijdens de lezing haalde Adriaensens dus zwaar uit naar de voormalige minister Henri Simonet die gedurende de jaren zeventig lange tijd de plak zwaaide over het departement van buitenlandse zaken.
Volgens de theorie van Adriaensen was Simonet de exponent van een conservatieve Brusselse groep die om redenen van persoonlijk profijt de traditionele Belgicistische en trouw-atlantisch gerichte politiek voorstond en inging tegen een consequente Europees gerichte visie.
Adriaensens had het daarbij onder meer over een "maffia, de "alliantie CIA-Mossad-CEPIC” of nog "de CCC die buitenlandse zaken domineert”.
De Tijd: “Met dat laatste wordt een trio aangeduid dat exponent is van deze groep en waarvan de familienaam telkens met een C begint: Alfred Cahen, vroegere kabinetschef en directeur van de politiek, Cassiers (vroeger permanent vertegenwoordiger in de NAVO) en Champenois, dir. generaal bij de politiek.”
In het kader van het losbrekende debat over de plaatsing van nieuwe kernwapens in Europa installeerde deze groep ook de "sluipende besluitvorming, los van elk politiek debat. Meer en meer werd de politiek - de minister - buiten het diplomatieke werk gehouden, een houding die ook terug te vinden is bij de afwikkeling van de Silco-affaire. Voorts werden volgens Adriaensens ten tijde van Simonet "onbekwame maar uitgesproken gepolitizeerde Vlamingen benoemd op centrale posten”.
Om er iets aan te doen vindt Adriaensens dan dat Vlamingen zowel als Walen meer dan op dat ogenblik het geval is hun stem moeten kunnen laten horen om tegen de Brusselse groep in te gaan.
De speech van Adriaenssens bevat trouwens de aanzet voor de oplossing van het raadsel van de Bende van Nijvel en de CCC, twee takken van dezelfde boom zoals Jean Gol het plastisch stelde.