“We gaan niet weer opnieuw meer moeten betalen dan andere ploegen.”
In het seizoen 2019-2020 stond Club Brugge na 29 reguliere competitiewedstrijden ruim aan de leiding. Doch, de coronapandemie legde het land plat, inclusief het voetbal. De Pro League nam de beslissing om de competitie stop te zetten en Club Brugge tot kampioen uit te roepen.
Deze beslissing veroorzaakte echter de nodige onvrede bij de tv-rechtenhouders. Telenet, Proximus en VOO hadden recht op een extra speeldag in de reguliere competitie en – nog belangrijker – op de play-offs, die het hoogtepunt vormen van de Jupiler Pro League. Ze berekenden hun verlies op ongeveer 16 tot 20 miljoen euro, rekening houdend met het jaarlijkse mediatoewijzingscontract van 80 miljoen euro.
Recentelijk heeft de Pro League een schikking getroffen met de voormalige rechtenhouders. Echter, in de jaarrekening van Club Brugge staat vermeld dat de club het niet eens is met deze regeling. Onderaan het document staat – zo meldt ‘De Tijd’ de volgende verklaring: "‘Dit minnelijk akkoord en de doorrekening van de kosten ervan aan de leden van de Pro League, waaronder Club Brugge, werd door de algemene vergadering van de Pro League goedgekeurd. Wij zijn het evenwel niet eens met deze stemming en zullen ons hier juridisch tegen verweren."
De club motiveert hun standpunt als volgt: “Bij de stopzetting van de competitie in 2020 hebben wij - als een van de enige clubs - al een solidariteitsbijdrage van meer dan 1,6 miljoen euro betaald. Dat was veel meer dan de andere clubs die toen hebben bijgedragen. Indien we instemmen met de huidige afwikkeling gaan we opnieuw meer moeten betalen dan de andere ploegen, terwijl wij in 2020 al een significante bijdrage betaald hebben. We vinden dat er minstens rekening moet gehouden worden met onze solidariteitsbijdrage. Dat is niet gebeurd.”’