“Geen structuur en verschillende bestandsformaten.”
Onze coronamanager, Karine Moykens, wil ons zo graag doen geloven dat de contact opsporing op punt staat. Vanaf dag één van de epidemie wisten experten ons te melden dat de contact opsporing een nuttig – zoniet ons enige – wapen tegen het virus is. Vanaf dag één liep het fout. Maandenlang werden kinderziektes als excuus gehanteerd. Het ging ook allemaal veel te snel. Ondertussen is het (spreekwoordelijke) kind op hoge leeftijd en zijn er nog altijd mankementen.
Door problemen met de informatiestroom bij Sciensano hebben de regionale gezondheidsdiensten de voorbije weken niets kunnen aanvangen met de data over de besmettingsbronnen. Het Interfederaal Comité Testing en Tracing besliste in november (eindelijk) om aan de besmette personen te vragen waar ze besmet raakten. Cruciale informatie om de coronamaatregelen te rechtvaardigen. Dat we tot november hebben moeten wachten om aan de patiënten die vraag te stellen, is onbegrijpelijk. Nu er eindelijk antwoorden zijn, kunnen ze door Sciensano niet verwerkt worden. “Deze gegevens kwamen niet door of zijn niet te verwerken”, schrijft 'De Standaard' vandaag. “Er zit geen structuur in, er zijn verschillende bestandsformaten.”
Eind deze week zou het in orde moeten zijn.