Start Magazines Zoeken Shop Rubrieken

Dé vraag: laten joden wel toe dat ‘n goj hen verdedigt?

Thierry Debels - 31-03-2023

Het moet een van mijn eerste acties geweest zijn toen ik jaren geleden de kans kreeg om met Jean-Marie Dedecker samen te werken. Ik nodigde de mensen van Joods Actueel uit in het parlement om samen te zitten. Achteraf bleek het een dovemansgesprek, maar het was - achteraf gezien - toch de poging waard. Dacht ik toen.

Ik heb me in de laatste 30 jaar dikwijls afgevraagd of de joodse gemeenschap wel toelaat dat een goj zoals de schrijver van dit stukje hen verdedigt. Een goj is uiteraard een niet-jood.

Neem nu die software Pegasus van NSO uit Israël. Ik begrijp zeer goed wat de beweegreden was van Bibi Netanyahu om in te zetten op cybersecurity jaren geleden. Om een concreet voorbeeld te geven. Pegasus wordt gebruikt door Azerbeidzjan. In ruil krijgt Israël info over Iran.

Maar Pegasus wordt ook in Israël gebruikt - en misbruikt. Het gaat dus om die uitwassen. Op 7 februari 2022 onthulde zakenblad Calcalist in Israël een (tweede) rapport waarin staat dat de ongegronde surveillance zeer wijdverspreid was, inclusief die van politici en overheidsfunctionarissen, hoofden van bedrijven, journalisten, activisten en zelfs Avner Netanyahu, een zoon van premier Benjamin Netanyahu. Cynisch, niet?

De essentie: een tijdje geleden schreef ik een stuk over Pegasus van NSO. De vraag toen van een lid uit de joodse gemeenschap in Vlaanderen: “Is het nodig om te vermelden dat NSO een firma uit Israël is?” Een domme vraag uiteraard, maar ik heb toen weggelaten dat NSO in Israël gevestigd is. Zo zie je maar.

Iets gelijkaardigs overkwam me een tijdje terug. Ik schreef een stuk over een joodse zakenman. Hij deed in zijn loopbaan beroep op een joodse advocaat en hij had ooit ook een zakelijk geschil met een andere joodse zakenman.

Opgelet: dat mogen we niet meer schrijven volgens de Raad voor de Journalistiek (RvdJ).

“De Raad is van oordeel dat de journalist (ondergetekende dus), weze het intentioneel of niet, onvoldoende omzichtig is omgesprongen met de veelvuldige en specifieke vermelding van de joodse afkomst van een aantal personen waardoor de formulering van de berichtgeving stigmatiserend is, wat niet strookt met artikel 27 van de Code.”

Er is meer. Terry Davids, hoofdredacteur en algemeen directeur van nota bene Joods Actueel, grijpt die uitspraak van de RvdJ nu in een voorwoord aan om me af te branden. Davids zou nochtans moeten weten dat ik het goed meen met de joodse gemeenschap, hier en in Israël. Meer zelfs: als er een verwijt is dat steevast naar mijn goj-hoofd geslingerd wordt, is het net dat ik een hielenlikker ben van die joodse gemeenschap. Dat ik ze te vaak en vooral doorgaans tegen beter weten in verdedig. Niet omgekeerd.

Ik blijf dus met die essentiële en bijna existentiële vraag: wil die joodse gemeenschap wel een goj als vriend? Blijkbaar niet.

foto cottonbro studio pexels

Israël

Reacties

Resterende karakters 500
Nieuwsbrief Mis nooit meer het laatste nieuws, exclusieve aanbiedingen en boeiende verhalen van P-magazine! Schrijf je nu in voor onze nieuwsbrief en blijf altijd op de hoogte.
Zoeken