Burgemeester Christoph D'Haese (N-VA) van Aalst ligt al enkele dagen onder vuur omdat hij coronapatiënten uit Brussel wil kunnen weigeren. "De grenzen van onze medische solidariteit zijn bereikt", zei D'Haese aan VRT.
Zelfs in De Kamer waren er vandaag 3 (!) vragen over deze uitspraak.
Parlementslid en burgemeester van Middelkerke Jean-Marie Dedecker had een goede verdediging voor zijn collega van Aalst.
Dedecker: “Mijnheer Vandenbroucke, ik ben kustburgemeester. Ik hoorde heel goed uw betoog. U hebt hier kritiek op de heer D'Haese over zijn eigen ziekenhuis. Laat het ons zo noemen. Wat is er gebeurd in de maanden april en mei 2020? Niemand van het binnenland mocht naar de kust komen, ook geen tweedeverblijvers. Niemand mocht naar ons komen om van de zee te genieten, zelfs niet de eigenaars. Dat werd verboden om de ziekenhuizen vrij te houden voor de eigen mensen van de streek, opdat de ziekenhuizen en zeker de COVID-19-afdelingen niet overbevolkt zouden zijn.”
Samengevat: Dedecker beweert dat de regering exact hetzelfde deed in het voorjaar.
Dedecker: “Er zijn hier drie vragen rechtstreeks gesteld over een collega, met name de burgemeester van Aalst, die hier niet aanwezig kan zijn door de quota die in de Kamer gelden aangaande het plaatsnemen van het aantal leden in het halfrond.”
“Wanneer daarover wordt gesproken, gaat het ook over persoonlijke feiten. Ik zou het derhalve heel erg fair en eerlijk vinden mocht hij hier zijn uitgenodigd om aanwezig te zijn, aangezien er drie vragen over hem gaan. Op die manier zou hij op basis van het persoonlijk feit de vraagstellers van antwoord kunnen dienen.”
Op dat punt is de onpartijdige kamervoorzitter Dewael (Open VLD) uiteraard niet ingegaan.