Nalatigheid, infrastructuur en noodhulp onder vuur.
De Spaanse balans is schokkend: ruim 200 doden, ondanks dat de weersverwachtingen dagen op voorhand al alarm sloegen. Inwoners en experts wijzen op een combinatie van fouten en problemen die deze ramp verergerd hebben, van een falende waarschuwing tot ontoereikende noodmaatregelen en zwakke infrastructuur.
Waarschuwingen niet duidelijk genoeg?
Hoe kon het noodweer in Spanje zo veel doden eisen? In Spanje zelf wijzen nogal wat mensen met een beschuldigende vinger naar de regionale overheden en de meteorologische dienst AEMET. Er zou veel te laat gewaarschuwd zijn. Op sociale media getuigen inwoners van de getroffen regio dat ze een bericht ontvingen terwijl ze al vastzaten in de modder.
De meteorologische dienst AEMET voorspelde inderdaad al op maandag hevige regenval en waarschuwde voor de risico's in de regio Valencia, maar velen lijken toch niet voorbereid te zijn geweest. In sommige gevallen bereikten de noodwaarschuwingen bewoners te laat. “Waarom moesten scholen openblijven?” vroegen verontwaardigde ouders op sociale media, boos dat hun kinderen door gevaarlijke omstandigheden moesten reizen. Tegelijk melden andere inwoners dat ze wel degelijk tijdig werden gewaarschuwd, waardoor de vraag blijft: lag het aan de boodschap of aan hoe die werd opgevolgd?
Een waarschuwing uitsturen is één ding, maar het publiek moet ook precies weten wat te doen – en wat te laten – bij een code geel, oranje of rood. Helaas zijn de gevolgen van een gebrek aan duidelijke richtlijnen al zichtbaar: van de slachtoffers zijn er minstens 60 teruggevonden in hun auto. Vermoedelijk dachten ze veilig te zijn door de modderstromen in hun voertuig te ontvluchten, maar werden ze verrast door de allesverwoestende kracht van de overstromingen. Een betere voorbereiding en bewustwording rond noodcodes kan levens redden in situaties waarin iedere beslissing telt.
Te trage hulpverlening: “Too little, too late”
De Spaanse overheid ligt zwaar onder vuur vanwege de laattijdige reactie op de ramp. Hulpdiensten konden aanvankelijk niet op volle kracht uitrukken, en toen ze uiteindelijk arriveerden, leek hun aanpak onsamenhangend en ontoereikend. Pas na enkele dagen werd er extra militaire ondersteuning ingezet, en dat gebeurde pas nadat vrijwilligers al naar de getroffen gebieden waren getrokken om op eigen houtje levens te redden. Voor velen bleef het gevoel hangen dat de overheid hen in de steek had gelaten op het moment dat ze hen het hardst nodig hadden.
Verwaarloosde rivierbeddingen: een tikkende tijdbom
De verwaarloosde infrastructuur speelt eveneens een cruciale rol in de verwoesting. De regio rond Valencia kent talloze rivierbeddingen die door langdurige droogte zijn opgedroogd en in veel gevallen zelfs dienstdoen als parkeerplaatsen of wegen. Zo is de Barranco del Poyo, een droogstaande rivier die normaal gesproken overtollig regenwater naar zee voert, deels gebetonneerd en belemmerd door een snelweg. Bij een neerslag van meer dan 400 liter per vierkante meter bleek de capaciteit van 1.800 kubieke meter per seconde ontoereikend om het water af te voeren, waar minstens 2.300 kubieke meter nodig was. Dit zorgde voor enorme waterdruk, waardoor rivieren buiten hun oevers traden en hele dorpen in modder werden gehuld.
De nasleep: een roep om verandering
De verontwaardiging van de Spaanse bevolking is begrijpelijk. Het koninklijk bezoek aan Paiporta symboliseerde die pijnlijke kloof tussen overheid en bevolking: Felipe en Letizia kregen letterlijk modder naar hun hoofd geslingerd door boze inwoners die de “nalatigheid” en het gebrek aan daadkracht van hun leiders verafschuwden. Voor Spanje is de ramp een harde les over de kwetsbaarheid van het land voor extreme weersomstandigheden, en vooral een oproep om hun infrastructuur en hulpdiensten fundamenteel te herzien.