Tot die bevinding kwamen Australische onderzoekers. Waarom dat zo is weten ze niet, maar er zijn twee mogelijke verklaringen voor.
Australische onderzoekers lieten 118 mannen in hun onderbroek poseren, zodat de bouw van hun lichaam goed zichtbaar was. Daarna moesten de proefpersonen hun kwakje in een potje mikken, waarna die mannenpap onderzocht werd. Bleek dat in de liefdesmayonaise van de mannen die bovengemiddeld gespierd waren, ongeveer zestig procent minder zaadcellen zaten.
Dat is een concrete vaststelling, maar de onderzoekers zijn het er niet over eens hoe dit komt. Volgens sommigen zou dat zijn omdat voor het kweken van spieren, het mannelijk hormoon testosteron nodig is. En als dat testosteron zich bezighoudt met spieropbouw, dan kan het minder bezig zijn met de productie van zaadcellen.
Volgens een andere groep onderzoekers heeft het dan weer te maken met de oerinstincten van de man: zich zo vaak mogelijk voortplanten. Gespierde kerels worden door de vrouwen als aantrekkelijker bevonden. In theorie hebben zij dus meer kans om het met meer vrouwen te doen. Wanneer ze hun papje maken, lossen ze niet meteen al hun soldaten om er nog wat over te hebben voor de volgende kans die zich misschien aanbiedt. Op die manier is de kans op bevruchting per keer kleiner, maar is er wel meer kans dat ze meerdere partners bezwangeren.
Volgens diezelfde theorie krijgen minder gespierde mannen minder kansen, waardoor ze, als ze de kans krijgen, meteen hun ganse leger lossen om de kans op bevruchting te vergroten.