De feiten zijn verjaard, verdachten overleden of al veroordeeld.
Na vijftien jaar van onderzoek en talloze getuigenissen van slachtoffers, heeft de Brusselse raadkamer besloten om het dossier van het grootschalige misbruik binnen de Kerk te sluiten. Er komt geen proces, aangezien alle verdachten of al overleden zijn, al veroordeeld zijn voor andere misdrijven of de feiten inmiddels zijn verjaard. De rechtbank volgt daarmee de oproep van het parket, al blijft het mogelijk om tegen deze beslissing in beroep te gaan.
In naam van de vader en de zoon en de geilige geest
Het dossier, dat de naam ‘Operatie Kelk’ kreeg, heeft de afgelopen jaren heel wat media-aandacht getrokken. We spreken dan over een historische reeks van seksueel misbruik binnen de Belgische Kerk, waar slachtoffers al tientallen jaren op erkenning wachten. Het onderzoek, dat begon in 2010, heeft vele slachtoffers en hun families in onzekerheid achtergelaten. Toch zal het nu niet leiden tot een rechtszaak. In totaal zouden er 68 verdachten zijn geïdentificeerd, maar het overgrote deel van hen is al overleden, veroordeeld voor andere misdaden of de misdrijven zijn verjaard. In 37 gevallen is de verdachte al overleden, 4 zijn al veroordeeld, en voor 27 van de resterende verdachten is de zaak verjaard, waardoor vervolging niet meer mogelijk is.
De gevolgen voor slachtoffers
Priester Rik Devillé, die zich jarenlang heeft ingezet voor de slachtoffers, reageert met teleurstelling. "De slachtoffers hebben decennialang moeten strijden voor erkenning. Dit besluit toont opnieuw dat zij geen rechten hebben in dit land", aldus Devillé. Het is een pijnlijke realiteit voor diegenen die jarenlang hun verhaal hebben gedaan, in de hoop dat justitie hen uiteindelijk zou bijstaan. De beslissing van de raadkamer onderstreept het gevoel van onrecht dat veel slachtoffers al zo lang ervaren.
Een historisch onderzoek van 15 jaar
Het onderzoek naar misbruik binnen de Kerk in België heeft zijn oorsprong in 2010, een periode waarin het publieke debat over seksueel misbruik binnen religieuze instellingen in volle gang was. Op 24 juni van dat jaar vonden er verschillende huiszoekingen plaats, waaronder op het aartsbisschoppelijk paleis, in de kathedraal van Mechelen, en in de privéwoning van kardinaal Danneels. De beelden van deze huiszoekingen gingen de wereld rond. Het was een symbolisch moment in de strijd van de slachtoffers voor erkenning.
De speurders wilden achterhalen wat de Kerk precies wist over de misbruikpraktijken en welke maatregelen er werden genomen om deze te stoppen of te verbergen. Zelfs een crypte in de kathedraal werd geopend, op zoek naar mogelijk verborgen documenten die het bewijs konden leveren van systematisch misbruik en de rol van de Kerk daarin.
Enkele maanden voor de huiszoekingen had bisschop Roger Vangheluwe van Brugge ontslag genomen, nadat zijn neef had getuigd dat hij jarenlang misbruikt was door de bisschop zelf. Dit was een bepalend moment, dat een bredere discussie op gang bracht over seksueel misbruik in de Kerk en de rol van de hogere clerus in de verborgenheid van de misdrijven.
Vertragingen en complicaties in het onderzoek
Het onderzoek nam - oh wat een toeval - uiteindelijk jaren in beslag, mede door bijkomende onderzoeken en vertragingen, zoals de impact van de terreuraanslagen van maart 2016 in België. Het dossier groeide uit tot een monster van 104 kaften en maar liefst 50.000 pagina’s, een omvang die de complexiteit en de diepe wortels van de Kerk in de Belgische samenleving weerspiegelt.
Volgens een recent rapport van de Hoge Raad voor de Justitie (HRJ) zijn er echter wel degelijk fouten gemaakt tijdens het onderzoek. Het rapport spreekt over “indicaties van druk door de Kerk” en “strubbelingen tussen magistraten”. Deze conclusies kwamen naar voren na de publicatie van de VRT-reeks "Godvergeten", waarin slachtoffers hun getuigenissen deelden over wat hen overkomen was. Deze reeks - die enorm veel impact had - leidde tot nieuwe vragen over de manier waarop het onderzoek werd gevoerd en of de autoriteiten voldoende afstand namen van de Kerk.
Parlementaire vragen
Ook het Belgische parlement heeft zich over de zaak gebogen, nadat de HRJ had aangegeven dat er mogelijk fouten werden gemaakt. De vraag blijft nu of het onderzoek wel op de juiste manier is uitgevoerd. Het publieke en politieke debat zal ongetwijfeld doorgaan, nu het proces dat ooit als een rechtvaardiging voor de slachtoffers werd gezien, definitief van de baan is. De Kerk, die al jarenlang in de verantwoording werd geroepen, kan zich opnieuw scharen onder het deken van impunitas, ondanks de herhaalde beloftes van transparantie en gerechtigheid.
Bitter
Het besluit van de raadkamer om het onderzoek te beëindigen zonder rechtszaak is voor velen een bittere pil. De 15 jaar lange zoektocht naar gerechtigheid voor de slachtoffers van misbruik binnen de Kerk is daarmee geëindigd zonder een duidelijke veroordeling of erkenning van de misstanden. Het is een teleurstelling voor de slachtoffers, die nu opnieuw geconfronteerd worden met de vraag of hun strijd ooit echt zal leiden tot de erkenning en rechtvaardigheid die zij verdienen. De geschiedenis van misbruik binnen de Kerk wordt voor de betrokkenen opnieuw een gesloten hoofdstuk.