Vanaf 2021 moet iedere lidstaat van de Europese Unie een bijdrage storten voor niet-gerecycleerd kunststof. De maatregel maakt deel uit van het relanceplan Next Generation van de EU. Dit plan werd aangenomen door het Europese Parlement maar moet nog worden bekrachtigd door de nationale parlementen.
Tijdens een speciale bijeenkomst (17 - 21 juli 2020) heeft de Europese Raad ingestemd met de goedkeuring van een nieuwe belasting op niet-gerecycleerd kunststof verpakkingsafval.
De bijdrage "kunststof" behoort tot de begroting van de eigen middelen van de Europese Commissie. Het besluit ‘eigen middelen’ met betrekking tot de bijdrage is omgezet in nationale wetgeving bij wet van 11 maart 2021 houdende instemming met het Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad van 14 december 2020 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie en tot intrekking van Besluit 2014/335/EU. – Euratom.
In zijn advies over het wetsontwerp was de Raad van State van oordeel dat de gewesten bevoegd zijn om de nodige maatregelen te treffen voor de organisatie en toepassing van de regeling inzake de nationale bijdragen "kunststof", en dat zij eveneens hun instemming moeten verlenen met het besluit. De bekrachtiging door het federale parlement, die samenhangt met de dringende aard van de maatregel, vormt geen belemmering om de dialoog met de gewesten over de bijdrage "kunststof" voort te zetten.
In principe zal die bijdrage dus geen impact hebben op de federale begroting. In afwachting van een akkoord met de gewesten valt een prefinanciering door de federale regering evenwel niet uit te sluiten. Wanneer alle lidstaten de beslissing over de bijdrage zullen hebben bekrachtigd, zal die immers met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2021 van toepassing worden.
Het Rekenhof merkt op dat momenteel geen kredieten op de begroting zijn ingeschreven voor de storting van de bijdrage "kunststof", die wordt geraamd op 156 miljoen euro voor 2021.