De sectie Internet Referral Unit (i2-IRU) werd opgericht in 2016 naar aanleiding van de terroristische dreiging en haatboodschappen die zouden aanzetten tot radicalisering. De speurders van die eenheid hebben in 2019 meer dan hun steentje bijgedragen in 1.034 dossiers, voornamelijk rond terroristische propaganda en aanverwante gewelddadige extremistische activiteiten op het internet.
De sectie i2-IRU van de Directie van de bestrijding van de zware en georganiseerde criminaliteit (DGJ/DJSOC) voert verschillende opdrachten uit zoals internetrecherche, het blokkeren van websites en/of content, communicatie over preventie, opleiding, het geven van informatie en het delen van expertise en deelname aan de acties van Europol.
Dit team focust onder meer op terroristische propaganda en aanverwante gewelddadige extremistische activiteiten op het internet. Deze opdracht kadert binnen de Internet Referral Unit opgericht door Europol (IRU EU). Concreet wordt de opgespoorde propaganda ontoegankelijk gemaakt in samenwerking met de providers. Wat de steun van de cel aan de eenheden betreft, ging het in 2019 dus om 1.034 dossiers. Dat was een stijging met 120 dossiers ten opzichte van 2018.
Kamerlid Tim Vandenput (Open VLD) stelt dat deze sectie van 21 politiemensen naar aanleiding van de coronacrisis een bijkomende taak kreeg. Vandenput: “Eind augustus 2020 raakte bekend dat de speciale politie-eenheid wordt ingezet om fake news offline te halen. Hierbij gaat het om boodschappen die niet alleen vals, maar ook schadelijk voor de samenleving zijn. Volgens cijfers die onlangs verspreid werden zou het om 450 verwijderde berichten gaan, voornamelijk over het 5G-netwerk en over het coronavirus.”
Parlementslid Vandenput wil van bevoegd minister Verlinden weten hoe de vork precies in de steel zit. Verlinden: “Het College van procureurs-generaal heeft de dienst i2-IRU van DJSOC (Centrale directie van de bestrijding van de zware en georganiseerde criminaliteit) aangewezen als centraal aanspreekpunt voor onderzoeken met betrekking tot fake news sites (voornamelijk of uitsluitend met betrekking tot COVID-19) die de volksgezondheid expliciet in gevaar kunnen brengen.”
Er is wel een wettelijk probleem volgens de minister. Als een dergelijke site ontdekt wordt, dan wordt dit gerapporteerd aan de sociale netwerkplatformen met het oog op de verwijdering ervan. “Aangezien fake news niet wettelijk gedefinieerd is, werden deze intrekkingen gedaan op basis van vrijwillige medewerking (van die platformen).”
Verlinden: “Er moet echter worden opgemerkt dat, ondanks de informatie die aan het publiek werd verstrekt, sommige mensen er geen vertrouwen in hebben en er de voorkeur aan hebben gegeven om samenzweringstheorieën of zelfs informatie te verspreiden die het leven van anderen in gevaar zou kunnen brengen.”