En wie gaat dat betalen?
In België hebben mensen die in 2030 65 jaar worden gemiddeld nog zo'n 21 jaar voor de boeg. Deze schatting komt van de Belgische statistieken, die aangeven dat de levensverwachting in de afgelopen jaren een lichte daling heeft doorgemaakt. De oorzaak ligt deels in de gevolgen van de coronapandemie, die voor een hogere sterfte dan normaal zorgde. Sinds 2022 is er wel een lichte stijging te zien, maar die gaat trager dan vooraf werd voorspeld.
Het contrast met de situatie rond de eeuwwisseling is opmerkelijk: destijds werd de levensverwachting voor 65-jarigen nog op meer dan 17 jaar geschat. Sindsdien is de levensverwachting gestaag gestegen, al lijkt de groei nu af te vlakken. Dat is slecht nieuws voor onze pensioenen, die destijds werden bedacht voor 60-plussers met in het achterhoofd dat de meesten het toch niet zouden halen.
Een man is geen vrouw
Een opvallend verschil is te zien tussen de levensverwachting van mannen en vrouwen. Vrouwen die 65 worden, kunnen gemiddeld 2,2 jaar langer leven dan hun mannelijke leeftijdsgenoten. Dit verschil is al jarenlang een vast gegeven en heeft te maken met zowel genetische als sociale factoren.
Op dit moment is de pensioenleeftijd in België vastgesteld op 67 jaar. In de wandelgangen van de Wetstraat wordt er gefluisterd dat er na 2028 een verschuiving kan plaatsvinden. De vraag is of de leeftijd voor het ontvangen van het pensioen nog verder zal worden opgetrokken, aangezien de levensverwachting enigszins fluctueert.
Met dank aan corona?
De coronapandemie heeft dus duidelijk zijn sporen nagelaten, maar de herstelde stijging van de levensverwachting suggereert dat de oudere bevolking in de toekomst steeds langer van het leven zal kunnen genieten, mits er geen onverwachte crises zich voordoen. Dat het leven voor veel 65-jarigen nu nog gemiddeld twee decennia doorloopt, onderstreept de groeiende rol die oudere generaties in de samenleving blijven spelen, zowel op sociaal als op economisch vlak.