Regering en experten komen niet verder dan we “denken” en “vermoeden”.
Na acht maanden doomscenario’s en vervloekte statistieken is onze regering in staat om op basis van vermoedens te morrelen aan ons basisrecht van vrijheid. En er is nauwelijks nog een kuiken dat erom kraait.
Volgens minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (sp.a) zijn cafés een broeihaard van besmettingen. Hij hangt een beeld op van cafés als zijn het plaatsen van verderf die enkel hun gelijke kennen in het bijbelse Sodom en Gomorra. Stilaan rijst het vermoeden dat zowel de minsters als de experten hun conclusies baseren op dat cliché.
Wetenschappers verschuilen zich achter cijfers, weten is meten, maar nergens lezen we cijfers of bewijzen dat cafés daadwerkelijk de hotspots en broeihaarden zijn zoals men ons dat doet geloven. “Ik kan het in elk geval niet zo stellig zeggen op basis van het clusteronderzoek”, zegt Joris Moonens, woordvoerder van Agentschap Zorg & Gezondheid . “De informatie die je daarvoor nodig hebt, is nu eenmaal makkelijker te achterhalen, ook al houden cafés sinds kort registratiegegevens bij.”
Erika Vlieghe spreekt over “plekken waar overdracht heel erg waarschijnlijk zijn.” Steven Van Gucht is al even vaag: "Het is niet altijd zwart op wit te bewijzen dat men daar ook de infectie heeft opgelopen. Men kan dat wel vermoeden, maar dat is niet altijd aantoonbaar." Bij Agentschap Zorg en Gezondheid - dat het contactonderzoek van besmette mensen in Vlaanderen opvolgt - zegt men: "We hebben verschillende besmettingen kunnen herleiden tot cafés als vermoedelijke bron". Marc Van ranst geeft in De Afspraak toe dat de mate waarin we precies weten waar mensen besmet worden nog altijd ondermaats is. Maar: “Behalve een maatregel is het ook een signaal.”
Het inperken van ons grondwettelijk recht op vrijheid en de sluiting van de Brusselse cafés is met andere woorden gebaseerd op theorie. Na 8 maanden van het autistisch vergaren van cijfers waarmee men ons dagelijks om de oren slaat, is men niet in staat om te weten waar de besmettingen vandaan komen. Een bron van onschatbare waarde had de contact tracing kunnen zijn, maar dat dat is als kreupel paard geboren. Ook de registratielijsten zouden uitsluitsel kunnen geven, maar volgens Marc Van Muylders van Horeca Brussel heeft men nergens weet van het feit dat er ooit gegevens of registratielijsten (van horecabezoekers) zijn opgevraagd.
En toch, er bestaan cijfers, en ze komen uit Nederland. Volgens het Nederlandse Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) blijkt dat vanaf 6 juli slechts 4,4 procent van de infecties in de horeca is begonnen tegenover liefst 54,8 procent thuis.