Van 1 miljoen Belgische frank maakte hij er in de jaren 80 dankzij Super Club 200 miljoen. Geld dat mocht, néé, moest rollen. En toen bolde het bergaf. Super Club ging onderuit, zijn eigen bedrijf werd meegesleurd en zijn levenspartner verdween plots. Het gerecht begon Marc De Schutter te zoeken. En trof hem uiteindelijk midscheeps in Thailand, waar hij in de lokale cel belandde. In De Schutter Heeft Het Altijd Gedaan doet hij zijn levensverhaal én het relaas van zijn passages in de Thaise en – erger nog – Belgische gevangenis.
Op vrijdag 4 juli 1996 verdwijnt Vera Van Laer van de aardbol. Haar toenmalige partner Marc De Schutter zegt dat hij haar in Antwerpen heeft afgezet, waar ze de trein zou nemen naar Nice om haar ex-man te spreken in verband met de alimentatie. Van Laer zal nooit meer opduiken. De Schutter, die haar het laatst heeft gezien, wordt in 1998 een tijdlang aangehouden, in 2003 wordt de zaak geseponeerd. Vera Van Laer noch haar lichaam duiken ooit op. Over naar 2012, in het Thaise Rawai.
Drie auto’s komen met gierende banden aangescheurd. Ook nog enkele politiescooters. Een jonge agent sleurt mij de auto uit. Hardhandig. Ik probeer ze te tellen. Dertig man. Minstens. Allemaal in burger en allemaal gewapend.
Een vreemde hand gaat mijn broekzak in. Daar gaat mijn portefeuille. Een seconde later word ik hardhandig een 4x4 ingeduwd. Liggend op de achterbank krijg ik handboeien om.
Ik word rechtgetrokken. Het raampje aan mijn kant glijdt zachtjes naar beneden. Een westerling komt dichterbij. Hij is de enige in uniform. In een Belgisch uniform nog wel. Hij prevelt zijn naam. Die versta ik niet. Wel hoor ik dat hij verbindingsofficier is “voor België in Thailand”. Ja, dat had ik ook wel door. Man, man, België zendt zijn zonen uit.
- “Wij hebben een geldig aanhoudingsbevel voor u. Verder laten wij de zaak over aan de Thaise politie”, klinkt het droog.
Mijn internationaal en Belgisch paspoort, rijbewijs, vier iPads, twee laptops, computer en drie telefoons worden in beslag genomen. Mijn Cohiba-sigaren en envelopje met meer dan duizend Amerikaanse en Hong-Kongdollars en Filipijns en Chinees geld verdwijnen in de broekzakken van enkele agenten. Creatief in beslag genomen, zullen we maar zeggen. Ik maak me kwaad.
- “En dat kan allemaal zomaar?”, vraag ik aan de verbindingsofficier. “Ik wil dat geld zelf bijhouden. Komaan! Anders zie ik dat nooit meer terug.”
- “U wordt vandaag naar Bangkok overgebracht en later volgt de uitlevering aan België”, antwoordt hij niet op mijn vraag.
- “Wanneer ‘later’?”
- “Dat kan nog maanden duren.”
Huh? Het vooruitzicht om enkele maanden in een Thaise gevangenis te moeten zitten, maakt mij er niet vrolijker op. Ik vraag de man waarom ik in godsnaam opgepakt word. Hij negeert me. Ondertussen zie ik ook mijn overheadprojector en karaoke-installatie ‘in beslag’ genomen worden. Kloterij. Veroordeeld voor vals zingen. Het zal je maar overkomen. En ja, lap, daar wordt ook mijn lila scooter weggerold. Ook nog eens veroordeeld voor foute kleurencombinaties.
Het is maar een fragment uit je boek De Schutter Heeft het Altijd Gedaan. Wat me bij dé hamvraag brengt: heb je het gedaan?
MARC DE SCHUTTER: "Ik heb niks gedaan! In het boek van één van de onderzoekers, ik noem hem Coiske Sperma, geeft hij zelf aan dat ze een tunnelvisie hebben. Ze zoeken in één richting en andere pistes onderzoeken ze zelfs niet. Dat boek gaat over zijn leven als onderzoeker. Die kerel is totaal onbekwaam, is tot zijn 17 naar school geweest en omdat ze niet wisten wat ermee gedaan, ging hij eerst in het leger en daarna bij de Rijkswacht. Je moet dat boek lezen: mensen dronken voeren om ze tot bekentenissen te laten overgaan, van die toestanden. En die man heeft zich op mij gefixeerd, samen met de onderzoeksrechter. Dat is wat er aan de hand is.
België heeft kosten noch moeite gespaard om mij daar in Thailand te laten oppakken. Waarom moesten ze mij met zoveel machtsvertoon komen halen? Als ze mij gebeld hadden – mijn telefoon staat 24 op de 24 aan – was ik gewoon naar België gekomen. Net daarvoor was ik nog in Spanje geweest. Ik reis heel veel, maar nergens werd ik tegengehouden. Het was gewoon opgezet spel, om het indrukwekkend te maken.”
Belgium Maffia
Vervolgens werd er een persconferentie belegd, terwijl u nog steeds niet wist waarom u opgepakt was.
DE SCHUTTER: “Die verbindingsofficier zei: 'Meneer De Schutter, u zal wel weten waarover het gaat.' Maar ik wist het niet! 'Dan zal de ambassade langskomen, zij zullen het wel toelichten', kreeg ik te horen. In de hele maand dat ik daar opgesloten zat, heb ik niemand van de ambassade gezien. Eerst vlogen ze me met het vliegtuig naar Bangkok. Daar moest ik met ongeveer elke politieagent op de foto. Ik sta op duizenden selfies! Ik was de grootste prooi die ze in hun leven gevat hadden. Toen ik uit het cachot werd gehaald, geflankeerd door zes special forces, brachten ze me naar een zaal waar ik zogezegd de beschuldiging zou vernemen. Wat bleek? Daar zaten honderden journalisten! Het was een persconferentie! Die kregen te horen dat ik een drugdealer was, maffiabaas nummer één in België, nummer drie in Italië en nummer vijf in Europa. Ik snapte er niks van. Toen ik uiteindelijk in de gevangenis aankwam, zag ik daar een muur van misschien wel tien vierkante meter met allemaal foto's van mij. The most wanted gangster in the world, stond er. Drugstrafiek, vrouwentrafiek, alles wat slecht is, werd mij toegeschreven. Iedereen noemde me er Belgium Maffia.”
Maar dat bleek wel jouw redding in de Thaise gevangenis.
DE SCHUTTER: “Het leverde me respect op bij de medegevangenen, wat altijd meegenomen is. En op een bepaald moment zagen ze ook wel in dat ik niet die gangster was waarvoor ik werd aanzien. Ze hebben me daar goed geholpen, want al mijn geld was afgenomen. Ik had niks. Dan word je geaccepteerd door de verschillende clans die je in zo'n gevangenis hebt. Je moet je natuurlijk ook sympathiek opstellen. Ik zou het niet opnieuw willen doen – het was een van de zwaarste gevangenissen van Thailand – maar ik heb er geen slechte tijd gehad.
Kijk, ik ben een positief ingestelde kerel. Ik heb getracht er het beste van te maken. Ik ging alle dagen enkele toertjes lopen om fit te blijven. Veel anderen hangen wat onder een boom. Ik heb geprobeerd mensen die in de put zaten, erdoor te helpen. Ik heb aan van alles meegedaan. Het enige dat ik niet mocht doen, was thaiboksen. Daar was ik te oud voor, zeiden ze. Dat risico wilden ze niet lopen. 'Als we je hier doodslaan, hebben we een probleem'.”
“Als ik in een vliegtuig stap, kom ik eruit met topcontacten. Als ik in een land mijn producten verkoop, eindig ik bij de president. Wat kan ik eraan doen?”
Met 40 in een cel
Je sliep er met veertig in één cel.
DE SCHUTTER: “Iedereen had een matras van twee meter lang en 90 centimeter breed. Tussen elke matras was er 30 centimeter. 's Morgens moest die matras opgerold worden. Eén man was dan verantwoordelijk om de zaal te kuisen. Het was er al bij al vrij hygiënisch, misschien zelfs properder dan in de Belgische gevangenis.”
Je hebt er ook iemand weten sterven ’s nachts.
DE SCHUTTER: “Als iemand ziek wordt of er zich iets ernstigs voordoet, begint iedereen daar te roepen. Maar de bewakers gaan de deur ‘s nachts niet opendoen, uit schrik om overdonderd te worden door de massa die in zo’n cel zit. Er kan dus niks gebeuren tot er 's morgens meer personeel is. Die nacht had één van de gevangenen zich verslikt in zijn eten. Hij is gestikt en heeft er de hele nacht gelegen. Om zes uur moest iedereen naar buiten en die jongen bleef liggen. De dokter is pas 's middags gekomen.”
Een Iranees die betrokken was bij een terroristische aanslag kreeg geregeld bezoek en geschenken van zijn ambassade. Jij zag niemand.
DE SCHUTTER: “Iedereen kreeg daar bezoek van zijn ambassade, behalve Marc De Schutter. Ik heb niemand gezien. Behalve dan, na een week, Coiske Sperma en een collega-speurder. Ze kwamen daar toe, stelden zich niet voor, spraken amper Engels. Net twee boeren, die er wel vijf dagen hebben gezeten op kosten van de staat. Na het gesprek dat ik met hen had, vroeg Coiske Sperma me doodleuk of ik hem een adres kon geven 'waar hij zich kon amuseren'! Echt een flik van de oude stempel die denkt dat hij alles kan en mag doen.”
Plezier in de gevangenis
In jouw boek komt de Thaise gevangenis er zowaar beter uit dan de Belgische.
DE SCHUTTER: “De Begijnenstraat in Antwerpen was niet goed. In Mechelen was het een pak beter. Ik kon er in de keuken werken en heb er me zelfs geamuseerd. Vraag het aan de directeur van de gevangenis of aan de medegevangenen: ik heb er gewerkt als een beest! Ik had het daar heel goed, tot ze erachter kwamen dat ik er best tevreden was. Toen hebben ze me naar Antwerpen verplaatst en me bij twee jonge kerels gestopt in een stinkende cel die totaal niet onderhouden was. In Antwerpen functioneert er niks. Sympathieke mensen, dat wel, maar ze hebben de middelen niet.”
Rijk met Super Club
Waarom De Schutter geviseerd wordt door het Belgische gerecht, gaat volgens hem terug op de zogenaamde Super Club-affaire. Hij verdiende, als een van de eerste investeerders, goed geld aan de steile opmars van het bedrijf in de jaren 80. En toen Super Club in zwaar weer terechtkwam, had hij zijn laatste aandelen al verkocht. Al zou ook De Schutter in de klappen delen: ook zijn eigen bedrijf Lavithas, waar Super Club een grote klant was, ging mee onderuit. In zijn boek beschrijft hij hoe het in 1983 allemaal begon:
Maurits De Prins en zijn mede-investeerder John MacGowan legden me hun concept uit: ze wilden naast het opstarten van een keten van videotheken een machine ontwikkelen waarmee je dag en nacht langspeelfilms zou kunnen huren op allerlei locaties, van supermarkt tot frituur en zowel binnen als buiten! In het lang en breed wijdden ze me in het hele concept in en aan welke bijzonder voordelige voorwaarden ik kon instappen.
Daar, op dat moment, besloot ik in het verhaal van Super Club te stappen.
- “You won’t regret it!”, riep MacGowan uit.
- “We zijn nog maar aan het begin! Er komen grote uitbreidingen aan! Op korte termijn!”, viel De Prins hem overenthousiast bij.
Ze zouden me overal bij betrekken en met mijn vlotte babbel en talenkennis zou ik Super Club zeker van dienst kunnen zijn. Zo verzekerden ze mij. We klonken met onze pinten en de deal was rond. Daar ging mijn miljoen Belgische frank. De prijs per aandeel was in het begin 183 Belgische frank. Ik herinner het me nog goed. Die prijs zou echter snel de hoogte in schieten.
In ruil voor mijn één miljoen Belgische frank bood MacGowan mij één dollar aan. Hij haalde het verfrommelde biljet uit zijn portefeuille en gaf het mij met de volgende woorden:
- “This will be your lucky dollar. Believe me, you’ll make millions!”
Had jij een rol binnen Super Club?
DE SCHUTTER: “Ik heb daar nooit een seconde gewerkt. Ik had toen wel veel relaties. Bij belangrijke meetings was ik helemaal in het begin wel uitgenodigd. Dat was de appreciatie van Maurits De Prins naar mij toe, omdat ik geld in dat bedrijf had gestoken en omdat ik erin geloofde. Dat bedrijf had het kunnen maken, zelfs nu nog. Maar er zijn natuurlijk fouten gebeurd.”
Hoe ben je bij Super Club terechtgekomen?
DE SCHUTTER: “Ik had een miljoen bij elkaar verdiend met voetbal, met professioneel zeilen, met bij te verdienen... Dat wou ik beleggen, dus sprak ik af met een bankier, Jan Maes. Die bracht me in contact met De Prins. Het bedrijf werd snel groter en ik ben meegegroeid. Uit dank heeft Maurits De Prins mij er altijd bij betrokken. Als er speciale evenementen waren, was ik er altijd bij.”
De verkeerde mensen
Over Maurits De Prins, die als het kwade genius afgeschilderd wordt in de hele Super Club-affaire, heb je alleen maar lof in je boek.
DE SCHUTTER: “Het is absoluut Maurits De Prins niet die de grote gangster is in het geheel. Dat mag je zo neerschrijven. De gangster is Jan Maes, die financieel directeur was geworden. Die heeft het geluk gehad dat op het moment dat Philips in het verhaal is gestapt, en ze Maes doorhadden, ze hem aan de deur hebben gezet én kwijting gaven. Heel de financiering van Super Club, en later ook van onze groep Lavithas en JMP, heeft hij gewoon heel slecht aangepakt. En die kerel is overal de dans ontsprongen.
Maurits De Prins heeft zich op een bepaald moment laten omringen door de verkeerde mensen. Dat heeft Super Club heel veel geld gekost. In den beginne deed jan Maes misschien wel goed werk, maar uiteindelijk heeft hij heel veel kwaads gedaan. Anderen binnen het bedrijf pikten geld met hopen, pakten overal commissies. Maurits wou dat niet zien. De Prins was een sterke persoonlijkheid in een man-tot-mansituatie, maar een grote groep toespreken, dat kon hij niet. Dat heeft hem de das omgedaan in een vernietigende Panorama-reportage. Ik kan van Maurits heel weinig kwaads zeggen.”
Je was heel geëmotioneerd toen je in de gevangenis vernam dat hij overleden was.
DE SCHUTTER: “Dat vond ik heel erg. Dat is de verkeerde die overleden is. Dat had Jan Maes moeten zijn.”
Tot in Hollywood
In mijn herinnering was Super Club een keten van videotheken, maar het ging veel verder dan dat, tot in Hollywood toe.
DE SCHUTTER: “Maurits De Prins is begonnen met de verhuur van video's, maar op een bepaald moment raakte hij ook geïnteresseerd in het aankopen van de rechten van films voor de Benelux en Frankrijk. Zo kwamen we in contact met Hollywood en met de filmfestivals in Los Angeles, Milaan en Cannes. Toen heeft Maurits het in zijn hoofd gehaald om zelf films te gaan maken. Super Club werd een grote speler; op een bepaald moment controleerde het 50 procent van de grootste filmverdeler in de Verenigde Staten, Blockbuster. Daar werden de grote studio’s, zoals Warner Bros., zenuwachtig van. Het werd een gevaarlijke situatie voor hen. Stel je voor dat op een bepaald moment de grootste verdeler hun films niet meer zou afnemen... Warner is toen een externe audit begonnen tegen Super Club.”
Zou je het een lastercampagne noemen?
DE SCHUTTER: “Zeker en vast! Ze lanceerden dat rapport bij de opening van het filmfestival van Cannes in 1990. Toen was het gedaan met Super Club. In de nieuwsbrief van het festival stond dat er een externe audit was gebeurd en dat het gerecht was binnengevallen. Opeens wilde niemand nog zaken doen met Super Club.”
Daar heeft volgens jou Maurits De Prins een fout gemaakt. De enige.
DE SCHUTTER: “Strategisch heeft hij daar een verkeerd beleid gevoerd. Je kan met een bedrijf dat alle dagen geld nodig heeft, niet vechten tegen giganten als Warner of Universal, die tientallen jaren op die markt zitten en gigantische reserves hebben. Je kan daar geen oorlog tegen voeren.”
In de jaren 80 zaten jullie vaak in Hollywood. Jullie hadden er zelfs huizen?
DE SCHUTTER: “We hadden met ons drieën een grote ranch in Dallas: Maurits De Prins, Maes en ikzelf. En twee grote appartementen, waarvan een aan het strand van Santa Monica.”
Je hebt er je verjaardag gevierd met Sean Connery en Johnny Hallyday.
DE SCHUTTER: “Er waren op dat moment twee heel befaamde restaurants, waar altijd sterren zaten. Wanneer ze dan weten dat het jouw verjaardag is, wordt dat gemeld. Opeens gingen alle lichten uit en kwamen ze met taarten binnen. Sean Connery en Johnny Hallyday hadden voor mij een taart voorzien.”
Zwart dancinggeld
“Believe me, you’ll make millions!” had de Schot John MacGowan hem beloofd, en miljoenen maakte De Schutter met zijn aandelen in Super Club. Zijn oorspronkelijke investering van één miljoen Belgische frank, leverde er hem uiteindelijk 200 miljoen op. “Ik kocht aandelen aan 183 Belgische frank en heb ze verkocht aan 7.500 en 3.400 frank. Ik heb misschien in totaal drie transacties gedaan in drie verschillende jaren.” Eén van die transacties is een verhaal op zich.
Op een gegeven dag stond Maria ‘van den Ossepoot’, een bekende uitgaanskroeg aan de Antwerpse Vrijdagmarkt, voor mijn deur. Ze wou aandelen. En ze wou er veel. Dat had ze immers in de sterren gezien. Mij niet gezien. Ze strooide even later vierendertig – VIER-EN-DER-TIG – miljoen Belgische frank uit over mijn salontafel. Dat waren te veel briefjes voor dat tafeltje en we spreidden daarom alles uit over de grond. Een vierkante meter geld lag voor mij uitgespreid! Natuurlijk dat ik mijn aandelen verkocht. Zij tevreden met haar aankoop, ik tevreden met mijn verkoop. Het was mijn laatste deal met mijn aandelen. We zijn dan in de drank gevlogen – twee flessen porto – en zijn dan als twee zatte Zwitsers het geld beginnen te tellen. Ik was multimultimultimiljonair (weliswaar in Belgische franken) en was trots als een hond met zeven lullen. Kon het mij schelen dat dat Ossepoot-geld allemaal zwart dancinggeld was. Dat trok ik mij ook niet aan bij alle bakkers en beenhouwers die bij de Kredietbank met hun zwart geld over de brug kwamen.
Uiteindelijk, na een zestal jaar, schoten er dus geen Super Club-aandelen meer over voor mij. Ik had ze allemaal verkocht. Van mijn één miljoen Belgische frank had ik er tweehonderd kunnen maken. Ga er maar aan staan.
Na de ondervraging in de Thaise gevangenis, vroeg een Belgische agent me doodleuk of ik hem een adres kon geven 'waar hij zich kon amuseren'.
Het valt me op hoeveel humor er in uw boek zit. U neemt ook integrale pv’s en verhoren op, inclusief geweldig veel schrijffouten. Straf voor iemand die zo achter de veren wordt gezeten.
DE SCHUTTER: “Ik kan me inbeelden dat er mensen zijn die dat niet zouden kunnen. Hoe ik ben behandeld en nog altijd word behandeld, is onmenselijk. Telkens ik in Brussel kom en ze mijn paspoort controleren, vragen ze: 'Jij bent De Schutter? Volg je je voorwaarden?' Natuurlijk volg ik mijn voorwaarden. Ik volg ze 100 procent, al vier jaar lang! Ik geef mijn reizen door, de wijzigingen in mijn reizen; alles geef ik door. In Brussel beginnen ze ermee te lachen. (wordt gestoord door een telefoontje) Dat was de commandant van het Franse Vreemdelingenlegioen. Dat is een vriend van me geworden – wat kan ik eraan doen? Die nodigt me altijd uit in de Cercle National des Armées in Parijs. Wil je weten hoeveel generaals ik ken? Hoeveel commandanten? En dan vragen mensen me: waar haal jij die connecties? Ik ben gewoon heel open. Ik spreek met God en klein Pierke. De mensen waar ik nu voor werk (van het Amerikaanse bedrijf Landlock; red.), daar moet je eens mee praten. Zij zeggen: Mark, hoe jij dat doet, dat snap ik niet. Als ik in een vliegtuig stap, kom ik eruit met contacten. Met topcontacten. Als ik in een land mijn producten verkoop, eindig ik bij de president. Wat kan ik eraan doen? Ik zit zo in mekaar. De contacten die ik de voorbij twee jaar bij elkaar heb gekregen, dat gelooft niemand. Je mag gerust schrijven dat ik daar onze prinses Astrid of minister Reynders niet voor nodig heb. Ik heb meer contacten dan zij.”
'De Schutter Heeft Het Altijd Gedaan' is te koop in de boekhandel en HIER online.