Eind jaren negentig kwamen ze bij Ford op het idee om een kleine, goedkope sportcoupé te bouwen.
Dat werd uiteindelijk de Ford Puma. Hoewel de koets voor die tijd futuristisch was en er ‘snel’ uitzag, zat er onder die koets ‘slechts’ een Ford Fiesta. Niet dat dit heel erg was, want de Fiesta was ook in die tijd één van de strakst sturende auto’s in zijn klasse.
Nu kwam Ford op het idee om de naam ‘Puma’ opnieuw van onder het stof te halen. Helaas werd het dit keer geen sportcoupé, maar wel de zoveelste crossover.
Ford claimt echter dat het een ‘sportieve’ crossover is. Eén die bovendien iets gemeen heeft met de ‘oude’ Puma: ook deze staat op het – weliswaar opgehoogde – onderstel van een Fiesta. Ook in het interieur zien we trouwens heel wat dat zo uit de Fiesta lijkt te komen.
De Puma is slechts 4,19 meter lang en daarmee is hij zelfs in de klasse der compacte crossovers aan de, euh, compacte kant. De kofferruimte is dan weer behoorlijk groot: 456 liter om precies te zijn.
Wat er onder de kap zit van deze ‘sportieve crossover’? Een 1-liter die geholpen wordt door electropower, waarmee de combinatie ofwel op 125 ofwel 155 pk uitkomt. Volledig op benzine kan met een EcoBoost-driepitter, die wanneer er weinig vermogen gevraagd wordt zelfs maar op twee cilinders loopt. Ook dieselen kan met diverse EcoBlue-diesels.
Toegegeven: voor een compacte SUV ziet-ie er wel goed uit, en zeker in dit kleurtje. Maar toch hadden we een kleine sportcoupé met de benaming ‘Puma’ leuker gevonden. Al snappen we het aan de andere kant natuurlijk ook wel. Iedereen wil tegenwoordig immers een SUV of crossover.